het blijft kwakkelen met de woning prijzen Het voorspellen van de ontwikkeling van de woningprijzen is en blijft een speculatieve zaak. Dat komt door het grote aantal factoren dat daarbij een rol kan spelen. Een voorzichtige afweging van die factoren echter duidt er op dat in het zo juist begonnen jaar 1980 geen ruimte is voor prijsstijgingen. Een vooreerst nog licht dalend, en later tot stabilisering neigend, prijsverloop ligt meer in de lijn van de verwachtingen. Ten einde de prognoses ten aanzien van de woningprijzen wat meer reliëf te ge ven is het nuttig een vijftal factoren te toetsen aan de woningprijsexplosie in de jaren 1976/1977 en aan de kentering in de markt van medio 1978. Die facto ren zijn: 1 de door autonome prijsstijgingen aanwezige mogelijkheden tot vermo gensvorming en/of vermogensbe scherming. Onder autonome prijsstijging wordt hier de door de bouwkostenstijging optre dende toename van het prijsniveau van nieuwe én bestaande woningen ver staan. 2 de verhouding tussen de woning prijs en het inkomen. j Met woningprijs wordt bedoeld het jaargemiddelde van de tot stand geko men transactieprijzen voor nieuwe en bestaande woningen. Voor het inkomen is de categorie gekozen, die iets boven modaal (32.500) ligt. 3 het hypotheekrenteniveau. 4 de inkomensverwachting. Daarin is net als bij het onder I ge noemde rekening gehouden met infla tieverwachtingen. 5 de souplesse op de markt en het psychologisch klimaat waarin het marktproces functioneert. Gezien de geringe flexibiliteit van het aanbod spelen daarbij doorstromings processen een belangrijke rol Als uitgangspunt bij de toetsing geldt Drs. W. van Heerdt Studiedienst voorts dat er op de koopwoningmarkt een door vraag en aanbod bepaalde vrije prijsvorming plaatsvindt. Gezien de reeds genoemde geringe flexibiliteit van het woningaanbod is het aannemelijk dat eventuele onevenwich tige prijsbewegingen, waarbij vraag en

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 30