commissievergaderingen alsmede voor de overlegvergadering. Scholing en vorming Ondernemingsraadsleden hebben het recht om een door de Ondernemings raad met de ondernemer overeen te ko men aantal dagen per jaar te besteden aan scholing en vorming. Deze faciliteit geldt uitdrukkelijk alleen voor gekozen Ondernemingsraadsleden en derhalve niet voor leden van com missies. Ook op het punt van scholing en vorming zullen ondernemer en On dernemingsraad dus tot afspraken moe ten komen; in de praktijk is gebleken dat drie tot vijf dagen per man per jaar rede lijk geacht kan worden. Wanneer geen overeenstemming tus sen de Ondernemingsraad en de onder nemer wordt bereikt stelt de Bedrijfs- commissie* het aantal uren vast. Zij is dan echter gebonden aan een wettelijk minimum van vijf dagen per man per jaar. Het aantal vastgestelde dagen kunnen door elk Ondememingsraadslid indivi dueel worden besteed. Veelal echter neemt de Ondernemings raad collectief deel aan trainingsfacili teiten; met name daar waar de trainin gen zich richten op zaken als discussie techniek, samenwerking in groepsver band, strategiebepaling etc. Financiële positie Ondernemingsraadsleden zullen van zelfsprekend geen financieel nadeel mo gen ondervinden van hun lidmaatschap van een Ondernemingsraad. Het is echter ook zeer af te raden, om Ondernemingsraadsleden extra inkom sten te verschaffen uit hoofde van dit lidmaatschap aangezien dan een situa tie zou kunnen gaan ontstaan, waarin het financieel voordeel een motief zou kunnen vormen bij kandidaatstellingen. Gelet op bovenstaande kan als algeme ne regel worden geformuleerd dat een Ondernemingsraadlid op dezelfde wijze wordt gesalarieerd als wanneer hij niet tot de Ondernemingsraad zou behoren. Hij blijft derhalve ingedeeld in de func tiegroep of salarisschaal die behoort bij zijn eigenlijke bedrijfsfunctie en ook zijn rechten vanuit die functie op eventuele jaarlijkse verhogingen blijven houden. Daarnaast wordt vaak de afspraak ge maakt dat een beoordelingsgradering - voorzover die invloed heeft op het sala ris - blijft gehandhaafd gedurende de zittingsperiode zulks om te vermijden dat deze salariscomponent zou kunnen worden beïnvloed door het werk als On dernemingsraadslid. In artikel 17 stelt de wet dat de Onder nemingsraad in principe tijdens de nor male arbeidstijd vergadert. Soms is dit echter niet altijd mogelijk en dan kan de vraag rijzen of op zo'n mo ment het Ondernemingsraadswerk ook (extra) gehonoreerd moet worden, bij voorbeeld door het geven van een over werkvergoeding. Een dergelijke vergoeding moet echter op principiële gronden worden ontra den, aangezien immers werkzaamheden voortvloeiend uit het Ondernemings raadslidmaatschap door de werkgever niet worden beschouwd als werk op grond van een arbeidsovereenkomst. Begeleiding De wetgever gaat er van uit dat ook ten aanzien van de meer immateriële as pecten een Ondernemingsraadslid niet in zijn positie mag worden benadeeld. Aangezien dergelijke punten moeilijk in aanzien van bovengenoemde punten worden gemaakt, die vervolgens kun nen worden neergelegd in een positie regeling Ondernemingsraadsleden. Slot In het bovenstaande zijn een aantal be langrijke aspecten rond het Onderne mingsraadslidmaatschap binnen de on derneming aan de orde gekomen. Het is van groot belang - ook voor de onderneming - om deze vraagpunten intern te bespreken en vervolgens tot zo concreet mogelijke afspraken te komen, daarbij rekening houdend met de eigen aard en problematiek van het bedrijf. Bij de samenstelling van dit artikel is gebruik gemaakt van de VNO-NCW- brochure 'over de positie van Ondernemingsraadsleden'. In dit kader is in het kort weergegeven wie, en op welke wijze, door de wet worden beschermd. IN HUN POSITIE IN DE ONDERNEMING MOGEN NIET BENADEELD WORDEN: (artikel 21,lid1,WOR) - (ex)- Ondernemingsraadskandidaten - (ex)-Ondernemingsraadsleden - (ex)-leden van een vaste commissie (artikel 15, lid 1 - (ex)-leden van een onderdeel commissie (artikel 15, lid 2) - (ex)-leden van een voorbereidings commissie (artikel 15, lid 3) - leden van een onderdeelcommissie (artikel 15, lid 1 NIETONTSLAGEN KUNNEN WORDEN ZONDER TUSSENKOMST VAN DE KANTONRECHTER: (artikel 21, lid 3. WOR) - Ondernemingsraadskandidaten - ex-Ondernemingsraadsleden* - ex-leden van een vaste commissie (artikel 15, lid 1)* - ex-leden van een onderdeel commissie (artikel 15, lid 2)* - (ex)-leden van een voorbereidings commissie (artikel 15, lid 3)* NIETONTSLAGEN KUNNEN WORDEN: (artikel 21, lid2, WOR) - Ondernemingsraadsleden - leden van een vaste commissie (artikel 15, lid 1 Deze bescherming duurt tot 2 jaar na het beëindigen van het lidmaatschap. regelingen zijn te vangen verdient het aanbeveling om in een zo vroeg moge lijk stadium, te denken valt hierbij al aan het moment van kandidaatstelling, een gesprek te voeren tussen het - poten tiële - Ondernemingsraadslid, zijn chef en een personeelsfunctionaris. In deze gesprekken kan dan onder meer aandacht besteed worden aan die as pecten van het Ondernemingsraadslid maatschap die voor alle betrokken par tijen van belang zijn zoals tijdsbeste ding, vervanging bij afwezigheid, scho ling en vorming, beoordeling, loopbaan ontwikkeling en promotiekansen. Het is raadzaam om de conclusie van dergelijke gesprekken schriftelijk vast te leggen en de gesprekken periodiek te herhalen. Naast deze individuele afspraken kun nen, in overleg met de Ondernemings raad, een aantal principe-afspraken ten De ervaring leert bovendien dat grotere duidelijkheid rond de positie van het Ondernemingsraadslidmaatschap bin nen het bedrijf bevorderend werkt op de bereidheid bij personeelsleden om ac tief aan het Ondernemingsraadswerk te gaan deelnemen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 29