inspelen op olieprijzen... dweilen met de kraan open? maatschappelijk management manning van de stuurgroep gaandeweg een groot deel van de organisatieleden in stuurgroepen zitting hebben of heb ben gehad. Het maatschappelijk man agement wordt feitelijk door twee hoofdkenmerken getypeerd: 1 de beslissingsbevoegdheden zijn sterk naar 'lagere' (maar vaak deskun diger) plaatsen en niveaus in de organi satie verlegd 2 de directie heeft een veel meer coör dinerende rol dan een dirigerende rol; de organisatie wordt sterk van onderuit gestuurd. Personeelmanagement Het zal duidelijk zijn dat er om hetgeen hiervoor is bedoeld te laten functione ren, een sterk personeelmanagement in de organisatie moet worden ontwikkeld. De aandacht van het personeelmanage ment moet sterk gericht zijn op het ont dekken en hanteren van aanwezige creativiteit op alle niveaus in de organi satie, terwijl tevens gezorgd moet wor den dat er een dusdanige openheid in overleg mogelfjk is, dat er ook bereid heid van de organisatieleden is om hun deskundigheid ter beschikking te stellen en te blijven stellen. De kunst van de leiding van een organi satie (in dit verband moet men denken aan de directie en wel specifiek aan het personeelmanagement) is dan ook vooral gericht op het in de organisatie houden van de creatiefste en inventief ste mensen, maar dan wel in die zin dat iedereen van hoog tot laag 'in vorming of opleiding' een adequate voldoening kan vinden in zijn eigen creatieve werk beleving. Ten slotte wijzen wij er nog met nadruk op dat de hier aangeduide opvatting over modern organiseren niet opgevat kan worden als een techniek die men vrij eenvoudig kan gaan toepassen. Veel autoritair ingestelde leiders in organisa ties zullen zonder zichzelf te schaden nooit zo maar kunnen overstappen op deze sterk anti-autoritaire vorm van lei ding geven. Men moet als leider vanuit zichzelf als belangrijkste kwaliteit van het leidinggeven kunnen zien: het han teren van in ieder organisatielid aanwe zige creatieve en inventieve mogelijkhe den en niet het opleggen (delegeren) van zijn eigen bedoelingen aan anderen die wellicht wel in staat zijn om die be doelingen te realiseren, maar daarbij dan de eigen persoonlijkheid niet tot ontplooiing kunnen laten komen. Feitelijk zou men kunnen zeggen dat de socialisering waarover tegenwoordig veel in het algemeen gesproken wordt, in verband met maatschappelijke veran deringen, in het kader van óns betoog vooral moet plaatsvinden binnen de ei gen organisatie zelf. Indien men erin slaagt die socialisering op de hier aangegeven wijze tot stand te brengen dan is er sprake van een de- mocratiseringsontwikkeling die vér uit steekt boven de inmiddels alweer ver ouderde en door mij gewraakte in spraakgedachte die men aanvankelijk meende te moeten ontlenen aan de vraag naar democratisering ('iedereen mag en moet over alles meepraten'). Maatschappelijk management kan lei den tot een zeer dynamische en flexibe le organisatie, vooral wanneer die in geografische zin al sterk gedecentrali seerd is. Daarbij is dan ook veel minder behoefte aan de andere door ons in het begin genoemde klassieke opvatting, namelijk die van Fayol, dat manage ment vooral zou zijn op te vatten als een 'stelsel van regels en principes die men kan leren' en aanhouden. Ook daarin was feitelijk géén ruimte voor die kost bare persoonlijke creativiteit en inventi viteit op allerlei niveaus. De voortdurende stijging van de prijs voor ruwe olie maakt het steeds moeilijker om de groei van de wereldeconomie te beheersen. De arme lan den van de derde wereld hebben daar het meest onder te lijden. Maar ook de sterk van olie afhankelijke geïndustrialiseerde landen krijgen het steeds moeilijker om de nationale economie ten minste 'rond' te laten lopen. De jongste cijfers van het Centraal Plan Bureau spreken wat dat betreft boekdelen. Voortdurend moeten zij hun economische politiek wijzigen ten einde het algemene kostenpeil in de hand te houden en de daarmee onver brekelijk verbonden werkgelegenheid niet nog verderaf te laten brokkelen. Het lijkt op dweilen met de kraan open. Wat gebeurde er zoal aan het oliefront in het afgelopen jaar? Niet veel goeds. Want, nauwelijks bekomen van de ster ke olieprijsverhoging van begin juli 1979 van 18 naar 23,5 dollar per vat, werden we in het najaar weer geconfronteerd met prijsaanpassingen van individuele OPEC-landen. Dit ondanks eerdere po gingen op OPEC-niveau om de prijzen in ieder geval tot de vergadering van afge lopen december te stabiliseren. En alsof dat nog niet genoeg was, mislukte deze OPEC-vergadering waardoor het oliekar tel uiteenviel en de prijzen nog verder omhoog zouden schieten, variërend van 24 dollar per vat voor olie uit Saoedi- Arabië tot 30 a 35 dollar voor olie uit Li bië, Nigerië en Iran. De matigende in vloed van vooral Saoedi-Arabië wordt helaas steeds weer tenietgedaan door de opstelling van radicalere landen, ter wijl ook de voortschrijdende politieke ontwikkeling in het Midden-Oosten een onzekere factor blijft bij de vaststelling van de prijs voor ruwe olie. De mislukte OPEC-conferentie van december 1979 is daar een treffend bewijs van. Haasje-over-springen' Het 'haasje-over-springen' met de olie prijzen is overigens geen Arabisch mo nopolie. Dat blijkt wel uit de neiging van de olieproducerende landen aan de Noordzee om ook hun prijzen steeds weer aan dit verhoogde niveau aan te passen. Wat ons eigen land betreft, dient nog de koppeling van de aardgas- prijs aan die van ruwe olie genoemd te worden. Maar daarover straks meer. Eerst nog even naar de ontwikkelingen Drs. J. H. Reusch Studiedienst van het afgelopen jaar. Tijdens de laat ste vergadering van de OPEC in 1978 werd besloten om de officiële olieprijs noteringen tussen januari en oktober 1979 via driemaandelijkse aanpassin gen met in totaal 14,5 te verhogen, te j beginnen met een verhoging van 5 per 1 januari 1979. Alhoewel het olie-aanbod van de OPEC- landen in het begin van 1979 groter was dan in de overeenkomstige periode in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 16