O O OOO OOOO FINANCIEN/ADMINISTRATIE POLITIEKE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN PRODUCTONTWIKKELING/ -VERNIEUWING PRODUKTIE PERSONEEL EN HUISVESTING - DIRECTIE MANAGEMENT GROEP BELEIDSGROEP INVESTERINGEN EN ONDERHOUD COMMERCIE/ MARKTFUNCTIE ONDERNEMINGSRAAD OF PERSONEELSRAAD wijzen wij dan ook nadrukkelijk van de hand. In de plaats van dat soort inspraak stel len wij een werkelijke bijdrage van die leden van de organisatie op die delen van het terrein waar zij werkelijk goed thuis zijn en dus een bijdrage kunnen le veren. Wij kiezen dus duidelijk in dit concept van maatschappelijk manage ment voor het hanteren van bekwaam heden en deskundigheid op de eigen terreinen van de verschillende leden van de organisatie. Wij willen verder aan deskundigheid be paalde bevoegdheden koppelen. In die zin zullen er bepaalde organen in de organisatie moeten ontstaan die een wezenlijk element van het organisme vormen in het functioneren daarvan. Die organen krijgen dus een 'stuk macht of bevoegdheid' binnen het raam van bud getten en terreinafbakening, gebaseerd op de feitelijk aanwezige bekwaamhe den. Op een aantal gebieden in een organisa tie zal er nogal eens veel meer creativi teit en deskundigheid aanwezig zijn dan men nodig heeft in de hiervoor bedoel de stuurorganen - want zo zouden wij die functionerende groepen willen noe men voor de behartiging van specifiek daaraan toegewezen deeltaken of as pecten van het functioneren. Dit lijkt feitelijk een zeer gunstige om standigheid, het beschikken over méér bekwaamheden dan men in de stuuror ganen of stuurgroepen nodig heeft, maar het betekent wel een selectiepro bleem bij de bemanning van die stuu rorganen. Daarom is het goed om de bemanning van die stuurorganen in principe voor een beperkte tijdsduur aan te wijzen en een zekere roulatie van per sonen als uitgangspunt te nemen. De directie van een organisatie is in deze opvatting feitelijk ook zo'n stuuror- gaan, speciaal belast met coördineren de en integrerende werkzaamheden, terwijl daarnaast uiteraard de officiële, formele vertegenwoordigingen naar buiten toe door de directie moeten wor den vervuld. De 'direktie', die - zoals nog nader zal blijken uit de hierna volgende figuur - niet alleen de stuurgroep 'direktie' vormt, maar ook nog deel uitmaakt van de beleidsgroep, draagt tevens de ver antwoordelijkheid voor het nemen van al dié beslissingen en akties, die niet via stuurgroepen tot stand (kunnen) komen. Laatste vaak vitale beslissingen worden dus (veelal) door de direktie genomen; de direktie is ook het enige orgaan, dat dit kan en moét doen, omdat zij een overzicht heeft over het geheel, zowel wat het interne als wat het externe ge beuren betreft. Daarmee worden dan meteen duidelijk een aantal noodzake lijke grenzen aangegeven aan de demo cratisering. Zonder die grenzen kan de mocratisering zich overigens niet ge zond ontwikkelen. In dit concept past het beeld van de on dernemingsraad ook heel goed; die OR wordt dan bij uitstek een stuurgroep, gericht op het inventariseren van allerlei materiële en sociale verlangens die on der de organisatieleden leven. Een bij uitstek geschikte antenne voor het af tasten van mogelijkheden en situaties, waarmee bijvoorbeeld de directie, na uitgezeefd te zijn, direct kan gaan wer ken. Wij zullen, binnen het bestek van dit artikel, de gedachte van de stuurorga nen verder niet expliciet uitwerken, om dat die uitwerking sterk afhangt van de specifieke organisatie. Duidelijkheid Een van de eisen die men aan de organi satie in het algemeen moet stellen is al tijd dat die organisatie duidelijk moet zijn, zowel voor de mensen die erin wer ken als voor de omgeving. Dit betekent in het kader van deze beschouwing dat het voor de functionering noodzakelijk is dat er een duidelijk verband bestaat tus sen de verschillende stuurorganen die aspecten van het functioneren behar tigen en de feitelijke afdelingen of vesti gingen van een organisatie. Wanneer men bijvoorbeeld het aspect commercie, het aspect produktieont- wikkeling, het aspect financieel en administratief beheer, het aspect men sen en middelen etc. laat behartigen door bepaalde stuurgroepen, samenge steld uit ter zake zo deskundig en be trokken mogelijke organisatieleden, dan dient er een orgaan te zijn dat het totaal van die verschillende aspecten met el kaar in verband kan brengen. Op langere termijn zal dit kunnen ge beuren door een beleidsorgaan dat enige malen per jaar het totaal van die aspecten in verband brengt met toe komstige mogelijkheden of plannen. Voor het dagelijks met elkaar in verband brengen van die aspecten is de directie van die organisatie of de afdelingslei ding de aangewezen instantie (de coör dinerende 'stuurgroep'). De beleidsgroep bestaat in deze ge- dachtengang uit in principe de directie (als dagelijks coördinerend stuurorgaan) met in principe uit elk stuurorgaan één vertegenwoordiger. De beleidsgroep kan eventueel aangevuld worden met specifieke deskundigen, afhankelijk van de te bespreken plannen of onderwer pen. In bijgaand figuur geven wij een heel globaal beeld van zo'n organisatiemodel gebaseerd op de hiervoor genoemde uitgangspunten. Wij zullen dit model niet verder uitwer ken, maar vermelden slechts dat het geldt voor een produktie-organisatie. Ook merken wij ter verduidelijking nog op, dat in dit model de aspecten van het functioneren van de organisatie zijn be hartigd, maar dat de dagelijkse admini stratieve, produktie- en andere activitei ten normaal in de daartoe bestemde af delingen en/of werkplaatsen plaatsvin den. De in deze figuur aangegeven stuur groepen zijn slechts als voorbeeld be doeld en zullen dus van organisatie tot organisatie een andere inhoud kunnen hebben. Wij wijzen er nog met nadruk op dat de stuurgroepen overlegorganen zijn met verantwoordelijkheid en bevoegdheden, in principe uit een beperkt aantal leden bestaan, bijvoorbeeld vier tot zes perso nen en geregeld, bijvoorbeeld een keer per een, twee of drie weken (afhankelijk van hun onderwerp) vergaderen om tot besluiten te kunnen komen. Wij wijzen er verder nadrukkelijk op dat dit concept van maatschappelijk man agement een dimensie is die niet in de plaats komt van een afdelingsgewijze organisatie, met andere woorden niet alle leden van de organisatie vinden een plaats in een stuurgroep, slechts een beperkt aantal organisatieleden heeft zitting in stuurgroepen. Wél kan succes sievelijk door de opschuiving van de be-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 15