maatschappelijk management zijn omgeving heeft, op selectieve wijze iets te gaan doen. Nu is een organisatie in de meeste ge vallen tot op bepaalde hoogte wel af te beelden in een soort structuur, maar be langrijker dan de structuur is toch de dy namiek in de organisatie of met andere woorden het feitelijk functioneren daar van. In dit verband betekent dit, dat een goed functionerende organisatie ook de mensen en middelen heeft, ten einde snel te kunnen reageren op de geregi streerde mogelijkheden of bedreigingen. Het zal duidelijk zijn dat naarmate er in een organisatie onder de leden van de organisatie een grotere openheid in het gedrag is met betrekking tot hetgeen men weet en ervaart van de relatie van die organisatie tot haar omgeving, de mogelijkheden en eventuele bedreigin gen voor de organisatie duidelijker en ook sneller bekend worden. Openheid betekent in dit verband ook dat de leden van de organisatie de zin van hun rol in het functioneren van de eigen organisatie ten opzichte van de maatschappelijke omgeving duidelijk en reëel kunnen beleven. Creativiteit en inventiviteit Een moderne organisatie kan - gezien tegen hetgeen hiervoor is gezegd over de plaats van de organisatie in het inge wikkelde omgevingspatroon van onze huidige samenleving - veel creativiteit en inventiviteit die aanwezig is in de ei gen mensen, op deze wijze gaan hante ren ten einde de doelstellingen die men heeft, te bereiken. Dat de organisatie als een systeem is te beschouwen impliceert namelijk ook dat de leden van die organisatie een re delijke mate van overeenstemming moeten hebben over de doelstellingen waar men zich als organisatie op richt. Dit aannemende betekent dit, dat die le den hun eigen creativiteit willen aan wenden in het eigen functioneren, ge richt op die doelstellingen. Dit is - het zij hier volledigheidshalve even opge merkt - wel érg in tegenstelling tot het geen wij in het begin van dit artikel me moreerden, namelijk de '8-bazen ge dachte' van Taylor. Als wij even kijken naar de maatschap pelijke ontwikkelingen in het algemeen dan is het vooral de laatste 15 jaren steeds duidelijker geworden, mede on der invloed van de geweldig intensieve communicatiemogelijkheden, zoals te levisie en radio, dat de meeste individu en in onze samenleving sterk beïnvloed worden door, zo niet overvoerd worden met beelden over vrijheid, verzet, anti- autoritaire houding etc. Vaak is er zelfs sprake van een onmogelijkheid om alle ontvangen informatie te verwerken ofte begrijpen. In onze tijd kan men zeggen dat veel in dividuen van hun omgeving en ook van de organisatie waarin zij functioneren een zekere erkenning voor hun eigen persoonlijke waarden en bekwaamhe den verlangen. Zij willen feitelijk een be paalde ruimte hebben om zélf een deel te kunnen invullen van het werk dat zij menen te moeten doen binnen het ka der van de doelstellingen waarop die organisatie zich richt. Vele autoritaire leiders, die sterk denken in hiërarchische structuren en gezags verhoudingen, kunnen slecht omgaan met deze verschijnselen en met deze nieuwe mogelijkheden. Zij trachten zoveel mogelijk het be staande waarmee zij werken en waarin zij functioneren en waarover zij leiding geven, in stand te houden op een welis waar duidelijke maar voor de leden van de organisatie steeds minder voldoe- ninggevende wijze. De leden van de organisatie krijgen onder die traditione le vormen van leiding geven te weinig gelegenheid tot ontplooiing van eigen creativiteit en inventiviteit. Het zijn juist de leiders, die de moderne opvattingen inzake leiding geven begrij pen en aanvoelen, die gebruik maken van het enorme potentieel aan moge lijkheden in hun eigen medewerkers. Feitelijk is er sprake van een enorme krachtbron die latent aanwezig is in de eigen organisatie, maar die wel bewust moet worden aangeboord door een be paalde houding van het management. Organiseren van onderaf Modern management wil zeggen, dat men de organisatie zo maakt, dat opti maal gebruik gemaakt kan worden van de specifieke waardevolle eigenschap pen die in de leden van de organisatie aanwezig zijn. Men moet bij het op deze wijze organiseren denken in de richting van organen in de organisatie, die met een vrij grote mate van zelfstandigheid deelaspecten van het functioneren op een verantwoordelijke wijze tot hun taak moeten rekenen. Die verantwoordelijke wijze slaat dan vooral op de bevoegdheden die men aan die óók lager in de organisatie ge plaatste organen toekent. Echte be voegdheden tot beslissingen binnen be paalde kaders en budgetten en gericht op het bereiken van de gestelde doelen. Een organisatie die op deze wijze ge bruik maakt van hetgeen in zijn eigen le den aan creativiteit leeft en daarmee te gelijk rekening houdt met de sterk ver anderende maatschappelijke verhoudin gen, hanteert het principe van het maat schappelijke management. Dit betekent voor de leiding in de zin van 'directie' van de organisatie een fundamenteel andere opstelling ten opzichte van de organisatieleden dan in het geval van bijvoorbeeld een autoritair leiderschap. In feite moeten de leden die 'boven in de organisatie' functioneren, een hoofd zakelijk coördinerende en integrerende rol gaan spelen in plaats van een dirige rende rol. Organiseren van onderaf is feitelijk zeggen, dat men bevoegdheden en be slissingsmacht steeds legt op die plaatsen in de organisatie, waar de creativiteit aanwezig is om tot opti male beslissingen te komen. Om dit te verduidelijken: wanneer men aan een werkplaats denkt waar een ma chine wordt gehanteerd door bepaalde arbeiders, dan dient men overleg over gebruik en eventuele vervanging van die machine juist met die mensen te be spreken en de feitelijke ideeën vooral ook uit het niveau van die werkplek te laten komen. Een ander voorbeeld: als in een trans portonderneming wordt besloten tot de aankoop van een nieuwe vrachtwagen dan moet de rol van de chauffeurs die daar straks mee moeten rijden in die be slissing zwaar doorklinken, in sommige gevallen wellicht binnen gegeven bud getten zelfs een beslissing van die chauffeur zélf zijn. De gedachte van een sterk gedecentra liseerde organisatie - en dat komt bij voorbeeld in de bankwereld met de vele plaatselijke vestigingen zeker voor - past heel goed in deze opvatting. Op de gedecentraliseerde plekken in de organisatie moet men een relatief grote autonomie van de daar werkende leden van de organisatie leggen. Maatschappelijk management betekent dus ook dat men in de gehele organisa tie een systeem moet inbouwen voor het opvangen van signalen, het verwer ken en het eventueel doorspelen naar andere delen van de organisatie, zodat daaruit de beslissingen kunnen worden voorbereid die voor delen of voor het geheel van de organisatie nodig zijn. Het aspect van de relevante omgeving van de gehele organisatie - vooral als die beschikt over zeer veel onderne- mingspunten - moet een wezenlijk on derdeel van het functioneren van de organisatie zijn. Dit betekent dat men ook de aldus verkregen informatie en de opgevangen signalen op een zinnige wijze moet verwerken. Veel zal snel daartoe uitgezeefd moeten worden, zodat niet alles verwerkt be hoeft te worden. Ook hier ligt weer een van de taken van de directieleden en hun naaste medewerkers in het kader van het coördineren en integreren in de totale organisatie. Bevoegdheden in plaats van inspraak Bijna elke organisatie heeft de laatste 10-15 jaar ervaring opgedaan met in spraakprocedures die veelal zeer kost baar waren of nóg zijn, in de zin van 'veel tijd en geld verslindend', maar tot weinig resultaten leidend. Een van de grootste nadelen van de inspraakproce dures zoals die op gang kwamen, was wel dat het effect ervan vaak zo weinig positief was. Veelal kwamen de bijdragen van in spraakprocedures ook te laat en werd daardoor de slagvaardigheid van de organisatie sterk benadeeld. Inspraak in de zin van 'iedereen heeft het recht om over alles mee te praten of hij daar nu verstand van heeft of niet',

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1980 | | pagina 14