<1
1969197Ö...1980
Ik waag me er nu niet aan, maar
de zeventiger jaren zouden van
ons een heel bloemrijke typering
verdienen. Ze vormen één van de
opmerkelijkste periodes uit ons meer
dan 80-jarig bestaan. We zagen immers
de oude Utrechtse en Eindhovense
banken zich ontpoppen tot hun huidige
Rabobank 'imago'. Het is maar een
vergelijking, denk ook niet te veel aan
een cocon die tot vlinder wordt, maar er
zit iets in!
Want voorzitter Mertens schrijft dan
wel, dat in januari 1970 tussen hem en
dr. Verhage voor het eerst het woord
fusie viel, tien jaar geleden was er toch
nog maar niets gebeurd. Ja, een beetje
toenadering betreffende gezamenlijk
vestigingenbeleid, waarover in mei
1969 een paar afspraken werden
gemaakt. Maar de eigenlijke fusieklus
moest nog helemaal beginnen. We zijn
al bijna vergeten wat voor een geweldig
karwei dit is geweest. We zouden ook
niet terug willen naar die tijd van
vroeger, hoe goed Utrecht en Eindhoven
het toen ook deden. Als de no's 81 en
111 op de wereldranglijst van grote
banken telden ze immers ook in 1969 al
aardig mee. Dat we nu met onze
gezamenlijke Rabobanken op nummer
23 prijken is geen reden tot snoeverij
maar wel een aardig symptoompje van
wat er onder ons in die tien jaren tot
stand is gebracht. Als het waar is, zoals
een recente internationale studie
uitwijst, dat fusies zelden de
doelmatigheid bevorderen, dan zijn wij
in ieder geval een zeer gunstige
uitzondering geweest.
Het geheim daarvan was, dat we bij en
na de fusie niet alleen bij elkaar zijn
gebleven, maar ook dichter naar elkaar
zijn toegegroeid. In het begin waren we
wel eens vuurbenauwd, dat dit niet
goed zou lukken. Sommigen vreesden
de 'mentaliteitskloof' tussen Utrechtse
en Eindhovense banken: dat zou altijd
wel als los zand naast elkaar blijven.
Anderen zagen juist het gevaar van één
grote 'Rabo-eenheidsworst' dreigen.
Toch is er iets eigens - 'de vlinder' - uit
de bus gekomen; niet geheel nieuw, ook