nog even aandacht voor... 'Effect '79,' dag van het aandeel Begin oktober kon de opmerkzame waarnemer een grote groep wat zorge lijk kijkende beleggers zien optrekken naar het Jaarbeursgebouw te Utrecht. Daar vond dan ook voor het eerst in de geschiedenis een manifestatie plaats, waarbij deze groep zich duidelijk betrokken voelde. De benaming 'dag voor de aandeelhouder' zou overigens een uitstekend al ternatief voor het in de kop genoemde thema kunnen zijn. Als doelstelling voor de bijeenkomst werd aangegeven niet alleen het wek ken van belangstelling voor het beleg gen in effecten, maar ook het bevorde ren van contacten tussen de beleggers onderling. Vanuit deze gezichtshoek was ook de Rabobank op deze dag vertegenwoor digd met een informatiestand, waaruit de bezoekers zich een beeld konden vormen van de diensten die onze orga nisatie de belegger kan bieden bij zijn pogingen, de koopkracht van zijn ver mogen op peil te houden. Als derde belangrijke doelstelling van de bijeenkomst werd genoemd het belich ten van de positie van de aandeelhou der. In de lezingen en de daarna volgen de discussies viel de sterke nadruk op laatstgenoemd aspect. De dag werd georganiseerd onder au spiciën van de Vereniging voor de Effec tenhandel, de Vereniging Effectenbe scherming en de Nederlandse Centrale Vereniging van Beleggingsstudieclubs. Aan de 400 000 particuliere beleggers in ons land werd zo de gelegenheid ge boden zich te bezinnen op de stand van zaken in de strijd tussen werkgevers en werknemers, waarbij de aandeelhouder de laatste jaren regelmatig in de hoek leek te zitten, waar de klappen vielen. Met name bleek dit uit de 's middags gehouden forum-discussie, waarin vooral de bijdrage van prof. dr. A. van Doorn, hoogleraar aan de Vrije Universi teit te Amsterdam aan duidelijkheid weinig te wensen overliet. Hij stelde dat de aandeelhouder het meest te lijden had en nog heeft van on der meer de renaissance van de marxis tische economie, waarin het inkomen van de 'couponnetjesknipper' als pure uitbuiting wordt getypeerd en van de voortdurende democratische druk tot F. M. van Bronkhorst Beleggingsonderzoek verhoging van de lonen en verkorting van de werktijd. Hij meende ook dat er veel onweten schappelijkheid en onredelijkheid wordt bedreven in de kritiek op de economi sche en morele aspecten van het kapi talisme en acht het dringend gewenst dat de voorlichting over het functione ren van het marktmechanisme in het al gemeen en van de Effectenbeurs in het bijzonder wordt verbeterd. Prof. dr. A. I. Diepenhorst, hoogleraar aan de Universiteit te Rotterdam, maak te over 'efficiënt beleggen' een aantal behartenswaardige opmerkingen. Zo stelde hij dat hiervan eerst sprake is wanneer de eigen belangen van de be legger zodanig worden behartigd dat daarmee ook het algemeen belang wordt gediend, waarbij deze noch de positie van nutteloze parasiet, noch die van ellendige verschoppeling mag inne men. Een gezonde activiteit op de emissie- markt is daarom het levensteken waar naar de Nederlandse volkshuishouding zal moeten uitzien. De belegger zal daartoe moeten kunnen beschikken over de nodige gegevens om rende- ments- en waardeontwikkeling in de toekomst te kunnen inschatten tegen over de risico's. Met betrekking tot be schikbaarstelling en ordening van deze gegevens zijn in ons land nog bergen werk te verzetten, aldus Diepenhorst. iNaar onze mening zijn er inderdaad re denen tot zorg om de belegger. De hier boven aangeduide risico's zijn bijvoor beeld vergeleken bij de situatie van zo'n 25 jaar geleden aanzienlijk toegenomen. Voornamelijk als gevolg van de na de tweede wereldoorlog sterk veranderde maatschappijvisie is de aandeelhouder vrij hardhandig van zijn voetstuk ge duwd en aan de voet van zijn sokkel ook min of meer apathisch blijven liggen. Deze apathie constateren wij regelma tig vooral bij het bezoeken van aandeel houdersvergaderingen, waar dikwijls de aandeelhouder met enorme kluiten het spreekwoordelijke riet wordt inge stuurd, en, wat nog erger is, waartegen door betrokkenen niet of nauwelijks wordt geprotesteerd. Bijeenkomsten waar een heldere en constructieve dis cussie plaatsvindt over de onderne mingsfilosofie en -strategie behoren tot de gunstige uitzonderingen. Ook in vele jaarverslagen vindt de belegger niet dat gene waarop hij naar onze mening recht heeft. Terwijl de teksten over het ge voerde beleid, en dan met name de ove rigens zeer belangrijke werkgelegen heidsaspecten daarin, de neiging heb ben van jaar tot jaar omvangrijker te worden, moet de belegger het gewoon lijk stellen met een korte en dikwijls weinig zeggende paragraaf over de vooruitzichten van de onderneming waarvoor hij zijn vermogen beschikbaar heeft gesteld. Overigens verricht de Vereniging Effec tenbescherming in dit opzicht veel goed werk en doet op vele aandeelhouders vergaderingen door kritische vragen van zich spreken. Ten slotte blijkt de eerder genoemde apathie onzes inziens uit de geringe mo- bilitiet van de belegger. Uit recente on derzoekingen blijkt ook dat een groot deel van de aandelenportefeuilles nau welijks van aanzien verandert in tijden waarin de ontwikkelingen op velerlei gebied zich toch zeer snel voltrekken. Dat de belegger door deze geringe be weeglijkheid zijn vermogen in koop kracht gedurende een reeks van jaren heeft zien teruglopen mag dan ook, ge zien de abrupte groeivertraging in de wereldeconomie na de oliecrisis in 1974, geen verwondering wekken. Naar onze mening kan de belegger zich tegen deze geleidelijke koopkrachtuitholling slechts beschermen door een slagvaar dig beleid. Hierbij zal hij verstandig doen steun te zoeken bij specialisten die hem nauwgezet en actief bijstaan in het ne men van zijn beleggingsbeslissingen. Binnen de Centrale Bank zijn bij het di rectoraat Effecten afdelingen, zoals Ver mogensbeheer en Beleggingsadvise- vervolg op pagina 40

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 37