juridische aspecten van investeringen bij pachtbedrijven •r'T, De land- en tuinbouw heeft in de laatste decennia een belangrijke structuurwijziging ondergaan. Er heeft een evolutie plaatsgevonden van arbeidsintensieve bedrijven naar gemechaniseerde, kapitaalin tensieve bedrijven. Nieuwe techni sche en economische ontwikkelin gen noodzaken de agrarische on dernemer zijn bedrijf voortdurend aan te passen en te verbeteren. Wanneer de investeringen plaats vinden op pachtbedrijven is het zaak dat de ondernemer zich reali seert hoe zijn juridische positie is. In dit artikel wordt op een aantal juri dische aspecten van investeringen bij pachtbedrijven ingegaan mede in verband met de gedeeltelijke finan ciering van de investering met vreemd vermogen. De pachtovereenkomst Een pachtovereenkomst is volgens de Pachtwet elke overeenkomst in welke vorm en onder welke benaming ook aangegaan, waarbij een partij zich ver bindt aan een andere partij tegen vol doening van een tegenprestatie een hoeve of los land in gebruik te verstrek ken ter uitoefening van de landbouw. Het gebruiksrecht van de pachter is niet onbeperkt. In de eerste plaats moet hij het gepachte gebruiken voor de uitoefe ning van de landbouw. Verder zal het gebruik in overeenstemming moeten zijn met de aard en bestemming van het gepachte. Een warenhuis op pachtgrond mag niet zonder meer worden gebruikt als stallingsruimte voor caravans. Ten slotte kunnen partijen uitdrukkelijk of stilzwijgend verdere beperkingen in het gebruik overeenkomen. Verandering en verbetering van het gepachte Wanneer een pachter tot een ander ge bruik van het gepachte wil overgaan, dan is dat niet zonder meer geoorloofd. De pachter is niet bevoegd om eigen machtig de bestemming, inrichting of gedaante van het gepachte geheel of gedeeltelijk te veranderen. Hij mag dus niet overgaan tot het stichten van op- Mr. W. H. S. A. Filott Juridische Zaken stallen op de pachtgrond ook al ge schiedt dat geheel voor zijn rekening. Daarvoor heeft hij de voorafgaande schriftelijke toestemming nodig van de verpachter. Wanneer de verpachter weigert toestemming te verlenen voor een door de pachter voorgenomen ver andering, dan kan de pachter de grond kamer op grond van artikel 30 van de Pachtwet machtiging vragen om de ge wenste verandering aan te brengen. Een verandering zal veelal tevens een verbetering van het gepachte inhouden. In de praktijk komt het nogal eens voor dat een pachter een ligboxenstal of wa renhuis wil bouwen om zijn bedrijf ren dabeler te maken. De financiering van dergelijke patersinvesteringen met vreemd kapitaal kan problemen opleve ren. De door de pachter aangebrachte verbeteringen worden door natrekking immers eigendom van de verpachter. De pachter kan zijn financier geen zake lijke zekerheid verschaffen middels hy potheek op het gebouwde. Financieringsproblematiek Voor dit financieringsprobleem zijn in de praktijk een aantal oplossingen gevon den, welke de pachter in staat stelt de financier een bepaalde zekerheid te ver schaffen met betrekking tot de door de pachter gestichte opstallen. Vooreerst is er de mogelijkheid dat de verpachter de grond, waarop de opstal len gesticht worden aan de pachter in eigendom overdraagt of aan de pachter het zakelijk recht van opstal of erfpacht op het betreffende perceel verleent. De pachter kan dan aan zijn financier zeker heid verschaffen in de vorm van hypo theek op de eigendom, het opstalrecht of het recht van erfpacht. De waarde van een dergelijk eigendomsrecht of be perkt zakelijk recht - en daarmee dus ook de waarde van het hypotheekrecht - is sterk afhankelijk van de bedrijfssi tuatie, de ligging van de opstallen en de voorwaarden, waaronder het opstal recht of recht van erfpacht zijn uitgege ven. Ook komt het voor dat de verpachter aan de pachter toestemming verleent om de door de pachter aangebrachte veranderingen bij het einde van de pacht weer af te breken. De pachter kan dan dit afbraakrecht aan zijn financier cederen. Zo'n afbraakrecht zal slechts waarde hebben indien en voorzover de verwijderde materialen te gelde ge maakt kunnen worden. Voorts kan de verpachter zich bereid verklaren aan de pachter bij het einde van de pacht van de nieuwe pachter een vergoeding te vragen voor de door de oude pachter gedane investeringen en deze vergoe ding aan de oude pachter af te staan Over investeringen op gepachte grond moeten goede afspraken gemaakt wor den tussen pachter en verpachter. dan wel bij het einde van de pacht zelf die vergoeding te betalen aan de pach ter. Een dergelijk vergoedingsrecht kan de pachter aan zijn financier cederen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 34