internationale cursus krijgt mogelijk vervolg De eerste door de centrale bank en het Internationaal Agrarisch Centrum (IAC) georganiseerde internationale cursus over landbouwkrediet en coöperatief bankwezen is een succes geweest en zal vrijwel zeker een ver volg krijgen. Dat was de verwachting tijdens de sluitingsceremonie op 1 november in het lAC-gebouw te Wageningen. Ir. P. J. Lardinois, voorzitter van onze hoofddirectie, zei het zo: 'We wachten nog op een definitieve conclusie van de cursusleiding, aan wie we de beslissing willen overlaten. Als het antwoord ja is, dan beloof ik u dezelfde medewerking als dit jaar.' Intussen zijn organisatoren en cursuslei ders op basis van globale indrukken - een minutieuze evaluatie zal binnenkort worden afgerond - al van mening dat het initiatief moet worden voortgezet. Dr. D. Wind, adviseur van de hoofddi rectie en belast met de leiding van de cursus, is bereid de suggestie van één van de cursisten voor een permanent cursussecretariaat bij de centrale bank verder uit te werken. Hij heeft daarvoor het groene licht van de hoofddirectie. Belangrijke aanvulling Het belang van de cursus werd ook on derschreven door drs. J. de Koning, mi nister van ontwikkelingssamenwerking. Hij maakte duidelijk dat het initiatief van de centrale bank een belangrijke aan vulling is op het ontwikkelingsbeleid van de Nederlandse regering. De uitrei king door hem van de diploma's aan de 18 cursisten uit ontwikkelingslanden van Bangla Desh tot Zambia was een symbolische onderstreping van die er kenning. 'Ontwikkeling van het platteland in de derde wereld, gebaseerd op verbetering van de landbouw daar, is een belangrij ke doelstelling van het Nederlandse be leid voor ontwikkelingssamenwerking. En we weten allemaal dat het land bouwkrediet daarbij een sleutelrol speelt,' zei De Koning. Dienstencentra De minister schetste een aantal wijzen waarop het landbouwkrediet voor de kleine boeren in de derde wereld bevor derd zou kunnen worden. Zelf verwacht hij veel van speciaal met dat doel op te richten dienstencentra in de ontwikke lingslanden. 'Verbetering van het land bouwkrediet is een zaak die alleen stap voor stap ondernomen kan worden. Ik beschouw deze cursus als een eerste stap, die hopelijk in de nabije toekomst kan worden herhaald. Een volgende stap zou het opzetten kunnen zijn van de door mij al genoemde dienstencentra met name in die landen, waarmee Ne derland in het kader van de ontwikke lingssamenwerking bijzondere relaties onderhoudt. Behalve met het opbouwen van een gezond kredietsysteem, zouden deze centra zich ook moeten bezighou den met de opleiding van kredietadvi seurs ter plaatse en met het verlenen van technische bijstand aan de boeren.' Een derde stap, aldus De Koning, zou de verschaffing van basiskapitaal kunnen zijn voor boeren uit bepaalde streken van een ontwikkelingsland, ter financie ring van zaden, meststoffen en insectici den. 'Een positief antwoord van de landbou wers in de derde wereld op dit soort korte termijnleningen, zou de weg kun nen effenen naar lange termijnkredie ten, aldus De Koning. 'Mijn suggestie voor een servicecen trum met 3 tot 4 buitenlandse experts, die voor een paar jaar worden uitgezon den,' aldus De Koning ten slotte, 'kan als bilateraal project worden uitgevoerd. Het ontvangende land moet echter met voorstellen voor een project het initia tief nemen. Een voorstel dient vervol gens via de geëigende kanalen op mijn departement terecht komen. Als dat ge beurt, ben ik bereid een dergelijk project te steunen, vooropgezet dat richtingge vend vakmanschap op dat gebied in Ne derland beschikbaar is. Ik vertrouw er echter op dat dergelijk vakmanschap binnen Nederland gevonden kan wor den, binnen het ministerie van land bouw en in nauwe samenwerking met een grote organisatie als de Centrale Rabobank.' 'Aanloopkapitaal' Ir. Lardinois sloot zich daarbij aan. Hij hield de cursisten de activiteiten voor Minister drs. J. de Koning deelt diploma's uit aan de cursisten. die op het gebied van ontwikkelingssa menwerking bij onze organisatie al on dernomen worden, bijvoorbeeld in het kader van de Stichting Steun door Ra- bobanken. 'Deze stichting verschaft 'aanloopkapi taal' voor bepaalde projecten in landen als die van u op een strikt niet-commer- ciële basis. Ik denk dat het nuttig zou zijn als de SSR, en wij bij de centrale bank, samen zouden onderzoeken wat de rol van dit 'aanloopkapitaal' zou kun nen zijn bij de ondersteuning van dienstverlenende activiteiten op land bouwgebied waaraan de minister zo juist refereerde. Ik zou graag hier en nu willen zeggen dat als het betrokken ont-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 27