wat ons wob POËZIE EN PROZA: DE SPAAR-DIRECT-REKENING Lichte toets en geen loodzwaar getil, maar wel eventjes pittig gekruid met een paar haast allegorische trekjes. Zo leze men de hieronder volgende ontboe zeming. Die is dan ook niet door de eer ste de beste onder ons geschreven, maar door een die precies weet waarom het gaat. Hij kent dat grote donkere bos, waar de herfstbladeren vallen en de no ten rollen. Ai 'zwaaiend met zijn hoed en stampend met zijn voet' laat hij en passant een paar van die noten zachtjes kraken Zijn verhaal: 'Al is uw kamer nog zo groot, geen problemen voor Beukenoot'. Dat motto is ontleend aan een televisie show waarnaar mijn kinderen met tra nen van 't lachen zitten te kijken, terwijl ik mij zet tot het schrijven van deze ko lom. De artiest Beukenoot (roept die naam gedachten op aan de spaarzaam heid van de eekhoorn?) heb ik naar mijn gevoel al eens eerder zien acteren, in een reclamespot, als beoefenaar van het thuisbankieren. Hij had het daar knap druk mee. Zo te zien kwam hij tijd te kort. Maar, ook toen, was het lachen geblazen; althans nauwelijks een se rieuze zaak. Terug naar ons motto. Beukenoot staat in dit verhaal voor de vergaarder van spaargeld. Hij heeft een slechte zomer achter de rug, alom nattigheid. De herfst bracht beter weer, maar het sei zoen was toch eigenlijk bedorven en de naderende winter maakt ongerust. Im mers, wat wil Beukenoot? Beukenoot wil af van het overwinteren, hij wil vaste grond onder de voeten, zekerheid, sta tus, groei, kortom een graantje meer van wat er in de wijde wereld zo aanlok kelijk lijkt. En aanlokkelijk zijn altijd de schatten van de ander. Dan gaat Beuke noot erop uit. Hij heeft een volle buidel te spenderen. Wie weet, is er links of rechts nog wel een bron aan te boren, een stroom af te tappen of - het mooi ste van al - een wat slordig bewaakte voorraadschuur te forceren. Geen schat- tiger kamer dan een schatkamer. En al is zo'n kamer nog zo groot, geen probleem voor Beukenoot. Een zinnebeeldig rondeel tot dusverre, maar wel volstrekt prozaïsch. Want wij hebben niet voor niets in onze beleids plannen voorzien dat de toevertrouwde middelen onze voornaamste zorg zou den zijn. Dat lag misschien ook nog een beetje in de lijn van het bijlopen van de groei van onze uitzettingen. Maar dan blijkt er iets anders gaande: een duide lijke beweging in de richting van een van onze voornaamste financierings bronnen voor het bestaande uitzettin genpatroon. Een vol procent méér rente wordt geboden voor dagelijks opvraag baar spaargeld, mits giraal bijeenge bracht en alleen giraal op te vragen. Giraal betekent: per formulier. En zo wordt het formulier in stelling gebracht tegen de Rabobank. Misschien omdat men dacht dat wij niet zo sterk zijn in formulieren - de kenner weet wel beter. Binnenshuis barsten wij van de formu lieren. En waarom zouden we dan ook geen formulier bij de hand hebben, wanneer we door de concurrentie wor den gedwongen om moeilijk te gaan doen met spaargeld dat de cliënt toch eigenlijk aan niemand anders wil toe vertrouwen dan aan ons? Zo'n formulier komt ons misschien zelfs nog wel beter uit; we kunnen het verwerken in onze eigen tijd, met minder kosten en dus te gen een wat hogere rente. Allemaal geen probleem. Maar of we ervan hou den? Rabobanken hebben liever met mensen te doen dan met formulieren. Dat zal nog wel heel lang zo blijven, alle automatisering ten spijt. Zo kwam onze Spaar-Direct-Rekening ter wereld. Ten gerieve van de spaar ders die haar handig vinden - en blik semsnel. Want als het gaat om dienst betoon, laten wij ons niet graag overbie- den. En als men verlangt onze tanden te zien, dan hebben we er nog wel een paar te missen. Aan een reus denkt men doorgaans als aan een wat slaperige oude kolos die al met een baard geboren werd. Maar soms jeukt er iets in zijn voeten. En niet alléén omdat hij zich geprikkeld voelt. Want hij kan dansen als een edelman. VOOR DE DERDE MAAL: 'CIJFERS EN TRENDS' Bescheiden noemen we het een brochure; een gewone service van de Rabobank. Maar ondertussen heeft de pas verschenen druk van 'Cijfers en Trends' toch maar het aanzien gekregen van een fors uit de kluiten gewassen magazine. De 62 bladzijden bevatten een schat aan informatie over dertig branches uit het midden- en kleinbedrijf. De vraag naar deze brochure is dit jaar nog groter dan de beide vorige jaren. Natuurlijk ook van de zijde van onze ei gen banken, maar opvallend is vooral de belangstelling van personen en instan ties die als ondernemer of adviseur met het midden- en kleinbedrijf te maken hebben. De brochure heeft zich kenne lijk een gezaghebbende plaats verwor ven en we hebben de indruk dat men deze jaarlijkse uitgave in steeds bredere kring niet meer wil missen. Gezien de gedane bestellingen wordt het een goe de gewoonte jaarlijks naar de nieuwe, geheel bijgewerkte druk van 'Cijfers en Trends' uit te zien. En inderdaad, bij ons weten vinden we nergens anders de ge gevens over vele bedrijfstakken zó actu eel en zó handzaam bij elkaar. Deze publikatie is in de eerste plaats be doeld voor hen, die uit hoofde van hun beroep met het adviseren van het be drijfsleven te maken hebben, hetzij als medewerkers van organisaties, hetzij als zelfstandige deskundigen. Onder de laatsten noemen wij met name de nota rissen, de accountants en de accoun tants-administratieconsulenten. Dezen vinden allen per branche, van 'Aardap pelen, groenten en fruit' tot 'Woning inrichting' toe, niet alleen de kerncijfers - van vestingen, omzet e.d. - vermeld maar ook de 'trends' aangegeven: een korte beschouwing over de kansen en knelpunten in de betreffende branche. Voor de individuele ondernemer is dit van belang omdat hij daardoor een goe de indruk krijgt hoe zijn eigen bedrijf het doet in vergelijking met de bedrijven van zijn vakgenoten. Speciaal ten aanzien van het beschou wend gedeelte hebben wij veel te dan ken aan de medewerking van een grote veelheid van instanties op het gebied van het midden- en kleinbedrijf. Wij noemen alleen het Economisch Instituut voor het Midden- en kleinbedrijf (EIM) bij name, maar in totaal worden in de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 4