geld- en
kapitaalmarkt
In de maand oktober werd weer eens bevestigd dat
Nederland financieel-economisch in belangrijke mate
afhankelijk is van het buitenland. De, voor de Neder
landse geld- en kapitaalmarkt, belangrijkste ontwikke
lingen in het buitenland waren het herstel van de dollar
en de oplopende rentetarieven in de Verenigde Staten
en Duitsland.
De Amerikaanse dollar noteerde op de eerste dag van
oktober lager dan zij eerder dit jaar had gedaan. Op de
Amsterdamse wisselmarkt kwam een koers van f 1,93
tot stand, hetgeen slechts 6 cent meer was dan het
historische dieptepunt dat eind 1978 werd bereikt. In
de loop van de eerste helft van oktober kon 's werelds
belangrijkste valuta zich herstellen als gevolg van nieu
we maatregelen van de Amerikaanse monetaire autori
teiten. Deze maatregelen onderscheidden zich van die
welke de afgelopen jaren bij verschillende gelegenhe
den zijn genomen doordat ze deze keer niet zijn geba
seerd op de bestrijding van de symptomen. Deze keer
hebben de Amerikaanse monetaire autoriteiten een
aanzet gegeven tot de aanpak van de oorzaken van het
verminderde vertrouwen in de dollar. Deze oorzaak ligt
vooral in het hoge, en nog steeds oplopende, inflatie
cijfer. Om hierin verandering te brengen, verhoogde de
Federal Reserve Bank met ingang van 8 oktober het
disconto van 11 naar 12
Het meest opmerkelijke was echter dat daarnaast de
reserveverplichtingen voor het bankwezen fors werden
verhoogd, waardoor de groei van de kredietverlening
aan banden wordt gelegd. Blijkens uitlatingen van de
'Fed' moet ook in de toekomst rekening worden ge
houden met een actievere bemoeienis hunnerzijds met
het monetaire gebeuren.
De maatregelen aan de overzijde van de oceaan gingen
gepaard met een niet onbelangrijke rentestijging. De
zogenaamde 'prime rate' (het tarief dat in rekening
wordt gebracht aan eerste klas cliënten) liep met twee
punten op tot boven de 1 5
Genoemde ontwikkelingen hadden tot gevolg dat de
notering van de dollar in de loop van oktober verbeter
de en weer op een niveau van circa f2,- kwam.
Deels als gevolg van de ontwikkelingen in de Verenig
de Staten liepen ook de tarieven in Duitsland op. De
discrepantie tussen de marktrente en officiële tarieven
van de Duitse Bundesbank werd in de loop van oktober
van dien omvang dat de laatste daarin aanleiding zag
om de laatste met ingang van 1 november met een vol
punt te verhogen.
Het disconto en de 'Lombardsatz' kwamen hierdoor op
6 respectievelijk 7
Het is duidelijk dat in geschetste internationale context
ook de Nederlandse rentetarieven onder opwaartse
druk moesten komen; zowel op de geld- als op de kapi
taalmarkt.
Op de geldmarkt liepen de tarieven voor 3-maands in-
terbancaire deposito's op van 9,75 tot rond de 10,5
aan het einde van de maand. Het maandgemiddelde
liep op van 9,91 tot 10,21 De zeer ruime geld-
marktsteun van De Nederlandsche Bank kon hoog
stens verhinderen dat de tarieven verder opliepen.
De maanden oktober-november zijn seizoenmatig de
krapste maanden van het jaar omdat daarin zeer grote
belastingafdrachten verricht moeten worden. Met
name als gevolg van het ingrijpen van De Nederland
sche Bank ondervond het bankwezen hiervan weinig
hinder. De steun vond voornamelijk uit speciale bele
ningen (tot 23 oktober f2,3 miljard en vanaf deze da
tum tot 22 november zelfs f3,0 miljard). Daarnaast
werden ook dollarswaps gedaan en konden de banken
putten uit hun vergrote contingenten ten bedrage van
f 3,2 miljard.
De oplopende rente in het binnenland, maar vooral de
discontoverhoging in Duitsland, was voor De Neder
landsche Bank aanleiding om op de laatste dag van ok
tober een verhoging van haar tarieven aan te kondigen.
Drs. J. M. Buysse
Studiedienst
Het wisseldisconto werd met 0,5 punt verhoogd tot
8,5 De voorschotrente en het promessedisconto
gingen met 1 punt omhoog naar respectievelijk 9,5 en
10%. Met deze aanpassingen is het Nederlandse dis
conto op een historisch hoogtepunt gekomen.
De rente op de kapitaalmarkt, die na het succes van de
8,75 Staatslening van begin oktober mogelijkheden
leek te hebben om iets verder te dalen, liep in oktober
op van gemiddeld 8,70 tot 8,83 De internationale si
tuatie gevoegd bij de manier waarop de emissiekalen
der werd gehanteerd, waren daarvan de belangrijkste
oorzaken.
Op de emissiekalender werd weer het zogenaamde
dakpannensysteem gehanteerd, hetgeen opnieuw
goed was voor een aantal mislukte leningen. Het eer
ste slachtoffer van de maand was de NMB. Deze kwam
in het begin van de maand met een 9 lening die
f 150 tot f200 miljoen groot moest worden. Het om
vangrijke bedrag gevoegd bij de oplopende rente
maakten het klimaat voor deze lening al niet te gun
stig. Toen enige dagen voor de sluiting van de inschrij
ving ook nog een 9 lening van de Nederlandse Inves
teringsbank voor Ontwikkelingslanden werd aangekon
digd, was het lot van de NMB-lening beslecht. De Ne
derlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden,
die een Staatsgarantie heeft, verdrong de eerste lening
geheel, waarop de NMB niets anders restte dan haar
lening terug te trekken. Ook de leningen die daarna
werden geplaatst, werden geen onverdeeld succes. De
belangstelling voor de 9,25 lening van de Nederland
se Credietbank en de 9 lening van de Europese In
vesteringsbank was niet overweldigend. In de laatste
dagen van de maand kondigde de ABN haar derde obli
gatielening van dit jaar aan: f150 miljoen tegen
9,25 De snel oplopende rente gevoegd bij de dis
contoverhoging dwong deze bank ertoe om haar cou
pon enige dagen later met een kwart punt te verhogen.
Hoe de rente zich, na de zeer onrustige oktobermaand,
verder gaat ontwikkelen zal in belangrijke mate wor
den bepaald door de belangstelling voor de, in de eer
ste dagen van november aangekondigde, 9,25
Staatslening.