37
PREMIE WONINGEN»»
lijke woorden en de beste wensen en
met goedkeuring van de vergadering de
toezegging dat zij als blijk van waarde
ring een foto zouden krijgen van de ge
zamenlijke leden van bestuur, raad van
toezicht en de kassier.
De economische barometer daalde en
daalde voortdurend zonder uitzicht te
bieden voor betere tijden, maar dit was
voor de buitengewone algemeene ver
gadering in 1937 geen beletsel om de
oud-kassier een jaarlijkse gratificatie
van f 250,- toe te kennen.
De heer Gorter werd opgevolgd door de
heer W. v. d. Laag als kassier, daarom
moest diens broer J. J. v. d. Laag als be
stuurslid aftreden. Zo luidden nu een
maal de voorschriften.
Oorlog
10 juni 1940. Oorlogsomstandigheden,
vervoersmoeilijkheden en daardoor een
vergadering die pas om 21 uur 15 kon
beginnen. Enkele, met name genoemde
leden vertrokken al vóór de opening van
de vergadering. Dat ongeduld vond
voorzitter, begrijpelijk, nogal spijtig. Om
de aanwezigen gerust te stellen beloof
de hij de vergadering zoveel mogelijk te
bekorten.
Die oorlogsomstandigheden maakten
het bestuur nóg actiever dan het al was.
In de bestuursvergadering zou onder
ogen worden gezien de wenselijkheid
om een plaatsvervangend kassier te be
noemen en reeds was voorzien in 'ee-
nige salarisvermeerdering voor den kas
sier'. Maar dat was al in 1941
Het verslag over 1941 zegt dat de Bank
een verlies leed van f362,0216. Dat is
een gevolg van een te klein verschil tus
sen debet- en creditrente maar ook en
bovenal van een te klein verschil van de
zeer zware belastingen en de meerdere
onkosten. (Ter herinnering: de Winstbe
lasting werd reeds spoedig opgevolgd
door o.a. Vennootschaps- en de Onder
nemingsbelasting.) Aan de, naar men
meende, enorm hoge tarieven zou men
moeten wennen I
De oorlog kwam maar niet tot een eind.
Niemand wist welke rampen nog te ver
wachten waren. Gelukkig kon men have
en goed verzekeren bij het Molestverze-
keringsfonds te Rotterdam mits men lid
was van een Boerenleenbank of een
Landbouwcoöperatie.
Voor de kassiers was het een goede
zaak dat de Centrele Bank (te Utrecht)
een begin maakte met het stellen van
normen voor hun salariëring. Dat werd
in 1943 ook hóóg tijd.
Gedurende enkele jaren kon geen alge
mene vergadering worden uitgeschre
ven. De bezetters waren blijkbaar zéér
bevreesd voor ondergrondse activiteiten
door de Amelanders.
gelden van f500 000,- (waarvoor eer
der al toestemming was verkregen) ach
tereenvolgens te brengen op zeshon
derd-, zevenhonderd- en achthonderd
duizend. Tijdens de geldsanering was
dat bedrag ook al overschreden, dus
veel veranderde daardoor niet. Het be
stuur moest maar zien wat het met die
enorme sommen kon doen.
De zittingsuren in Nes en Ballum wer
den geregeld en gelukkig konden belas
tingen worden voldaan uit geblokkeerde
tegoeden, (een gevolg van de 'geldsa-
neering' was dat grote bedragen slechts
konden worden aangewend voor be
paald aangewezen doeleinden).
Maar heel erg jammer was het dat de
jongere generatie er niet of nauwelijks
toe te bewegen was 'om lid van onze
coöperatieve vereeniging te worden', al
hoewel nu toch alle bankzaken afgehan
deld kunnen worden en iedereen de in
lichtingen kan krijgen die hij vraagt.
'Waar toch de Bank in de oorlogsjaren
en daarna tot nu toe veel voor de leden
en spaarders heeft gepresteerd, mag
aan de andere zijde toch ook verwacht
worden dat de Amelander bevolking be
langstelling heeft voor de Bank,' zegt
Kassier en Tb. is het daar uiteraard ge
heel mee eens.
De vergadering van 28 juni 1949 stond
onder leiding van de heer Nijenhuis en
vond goed dat een naar Amerika ver
trokken lid van de ledenlijst werd afge
voerd.
Van de winst over 1948 ten bedrage van
f4556,- mocht f100,- worden ge
schonken aan de Reddingbootactie en
de heer Bolomey, die gedurende veertig
jaren voorzitter was geweest van de
raad van toezicht, werd gehuldigd met
hartelijke woorden en een fraaie sche
merlamp, waar hij, op zijn beurt, dank
baar voor was.
Deze notulen zijn ondertekend door de
waarnemend secretaris, de nieuwe kas
sier Y. de Wind.
Tegelijk met het sluiten van de vergade
ring, sluit Tb. dit verhaal om naar een
geheel andere kant van Friesland te
gaan, namelijk naar Appelscha.
In december 1947 vernamen vergader
den dat de Centrale Bank het goed vond
het bedrag van de aan te nemen spaar-