#11 1 JJUL'JifiJUin 33 '•ior WLi stjpvwi i rv_ vs «j 1 De Rabobank Baarle-Nassau van buiten gezien. Beleidsplan globale richtlijnen voor het uitstippelen van een meerjarenbeleid voor de eigen bank. Uiteraard zal het Beleidsplan van de individuele bank meer toegespitst zijn op de lokale situa tie. De bedrijfsleiding zal voor de plan periode doelstellingen formuleren en deze uitwerken in haalbare streefcijfers. Dit betekent dat de doelstellingen ver taald dienen te worden in een cijferma tig meerjarenplan. Door het bestendig opstellen van Be leidsplannen, zowel voor de gehele organisatie als voor iedere Rabobank af zonderlijk, wordt derhalve een bestuurs instrument gehanteerd van hoog ni veau. Het cijfermatig deel van de meerjaren plannen zou eigenlijk met behulp van de computer opgesteld moeten kunnen worden ter vervanging van de tijdroven de rekenpartijen. Op zeer bescheiden schaal schijnt deze geautomatiseerde rekenmethode reeds mogelijk te zijn. De beleidsplanning van de individuele aangesloten bank In het Beleidsplan van de gezamenlijke aangesloten banken is als laatste hoofd stuk 'Plan' opgenomen. Dit laatste hoofdstuk verschaft de aan gesloten banken een uitgangspunt voor het vaststellen van het eigen beleid. Hiervoor worden grote lijnen aangege ven. Iedere aangesloten bank heeft de vrijheid om dit plan op haar eigen wijze naar haar plaatselijke omstandigheden te vertalen. Een aantal veronderstelde omgevings factoren, organisatiekenmerken en marktmogelijkheden zijn niet altijd in even sterke mate van toepassing op elke bank, omdat de plaatselijke situatie veelal afwijkt van de landelijke. Het plan is richtinggevend en wil nooit bindend zijn voor een individuele aange sloten bank. Dit is ook volkomen juist daar de vrij heid voor de mens en ook voor de Rabo- bankmensen de beste waarborg is voor passende creativiteit. En voor het ma ken van plannen vooruit denken) is creativiteit nu eenmaal noodzakelijk. Deze creativiteit komt bovendien het beste tot uitdrukking in niet te grote eenheden; de lokale bank die haar eigen beleid in belangrijke mate bepaalt en toch die voordelen heeft van het deel zijn van het grotere geheel. De vertaling van het Beleidsplan naar de plaatselijke situatie is niet de gemakke lijkste taak voor de lokale bankleiding. Ter ondersteuning daarvan is dan ook aan het Beleidsplan toegevoegd een 'leidraad voor de beleidsformulering per aangesloten bank'. De bedoeling van deze leidraad is nu dat elke bank zich kritisch afvraagt of per beleidsonderdeel voor haar een zelfde beleid aan de orde is. Zo niet, welk beleid is dan wel aan de orde? Na invulling van de leidraad worden de (globale) doelstellingen door de lokale bank nader uitgewerkt. Dit gebeurt eerst in het marketingplan en onmiddel lijk daarna in de begroting. De doelstellingen, het marketingplan en de begroting zullen nauw op elkaar af gestemd moeten zijn. Wie op deze wijze een bank wil bestu ren, op landelijk of lokaal niveau, moet gericht en taakstellend te werk gaan. Wanneer het personeel in een zo vroeg mogelijk stadium wordt ingeschakeld voor deelname aan de opstelling van het Beleidsplan, zal het meestal gemoti veerd trachten de mede onderschreven streefgetallen te verwezenlijken. Dit in belang van alle belanghebbenden van de bank; de leden, de cliënten en het personeel. Ontwikkeling van de beleidsplan ning bij de Rabobank Baarle-Nassau Hoe bij de bank Baarle-Nassau op het gehele planninggebeuren is ingespeeld, is als volgt weer te geven: Begin 1975 stelden wij voor het eerst een bescheiden, primitief Beleidsplan op. Dit Beleidsplan was een blauwdruk met slechts pretenties voor het boekjaar 1975. Met dit plan hadden wij van begin af aan echter wel de intentie door doel gericht te werken iets te bereiken, wat al enigszins taakstellend omschreven was. Voor het boekjaar 1976 konden wij reeds dankbaar gebruik maken van de proeve van een Beleidsplan, een bijlage ingesloten bij het tweede rapport van de Structuurcommissie. In dat jaar begon nen wij aan de meerjarenplanning. Ons plan 1976 omvatte de periode 1976/1980. In 1977 konden wij het eer ste echte Beleidsplan hanteren. Ons plan 1976 werd op onderdelen bijge steld en voor de periode 1977/1980 van kracht verklaard. En voor de jaren 1978 en 1979 kregen wij al de beschikking over professionelere, uitgebalanceerde- re beleidsplannen van de gezamenlijke aangesloten banken. Door het aangereikte Beleidsplan per jaargang zeer kritisch af te wegen als hanteerbaar instrument voor de eigen beleidsplanning, uiteraard binnen het kader van de zorgvuldig onderzochte lo f/et interieur straalt een moderne, frisse aanpak uit. I Jnvlan L l»*u ren kwart iljiH-a aanpor

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 35