wij plannen., u toch ook? directeur baarle-nassau: Hoewel het jaarlijkse beleidsplan van de gezamenlijke aangesloten banken goed deels is vastgesteld, is het goed er nog eens even aandacht aan te besteden. In bij gaand artikel schetst directeur G. A. C. van de Lindeloof van de Rabobank Baarie- Nassau zijn positieve ervaringen daarmee. De na-oorlogse geschiedenis van het bankwezen is gekenmerkt door een slag vaardig beleid, gericht op vernieuwing en expansie. Deze trend zal met een ze kere afzwakking nog wel even worden voortgezet. I mmers voor de jaren tachtig kunnen wij waarschijnlijk geen even sterke voortgang van bancaire groei en bloei verwachten. Het sociaal-economisch perspectief biedt in de naaste toe komst voor het bankwezen zeer waarschijnlijk minder mogelijkheden voor op vallende produktvernieuwingen. De nadruk komt veel meer te liggen op behoud van marktaandelen en behoud van een gezond particulier bedrijf. Om het bovenstaande te bereiken is het dienstig een meerjarenvisie op te stel len, dat wil zeggen een planmatige be nadering. Aan deze visie wordt vorm ge geven in een Beleidsplan dat als zoda nig een uitstekend hulpmiddel is voor de leiding van een bank zowel op natio naal als op lokaal niveau. Door de Rabo- bankorganisatie is dit dan ook tijdig on derkend. Immers reeds 3 a 4 jaren gele den heeft de Structuurcommissie voor stellen met betrekking tot beleidsplan ning gedaan. In haar rapport van 1976 heeft deze commissie gewezen op de wenselijkheid en de noodzaak dat bin nen de Rabobankorganisatie een ge meenschappelijk beleid geformuleerd zou worden. Als eerste aanzet werd een proeve van een Beleidsplan toegevoegd. Deze proe ve is door de organisatie zeer kritisch beoordeeld en als nuttig ervaren. Dit heeft geleid tot de jaarlijkse beleids planningcyclus. Via een uitvoerige over legsituatie komt jaarlijks het Beleidsplan tot stand. Hierin wordt na intensief ge meenschappelijk overleg in belang van de gehele Rabobankorganisatie, het door haar te voeren beleid voor de ko mende vier jaren geformuleerd. Het Be leidsplan beslaat een periode van vijf jaar, het jaar van opstellen en de daarop volgende vier jaar. Jaarlijks vindt voor de nieuwe vijf-jaarperiode een herzie ning plaats. Beleidsplan van de gezamenlijke aangesloten banken Het Beleidsplan van de gezamenlijke aangesloten banken verstrekt uitsteken de informatie. Deze informatie is inge deeld naar commerciële, financiële, automatiserings, personele en organisa torische aspecten. Misschien dat de toekomstige sociaal-maatschappelijke tendensen nog wat meer aandacht zou den kunnen krijgen. Naar onze mening liggen er op sociaal-maatschappelijk terrein voor het bankwezen nog vele adviserende mogelijkheden in het ver schiet. Vooral voor het coöperatieve bankwezen, ten behoeve van leden en cliënten, zullen deze mogelijkheden, geïntegreerd in de lokale situatie, van grote waarde kunnen zijn. De architectuur van het Beleidsplan van G. A. C. van de Lindeloof directeur Rabobank Baarle-Nassau de gezamenlijke aangesloten banken kan als volgt omschreven worden: 1 Een beleidsvisie: globale aanduiding van de financiële doelstellingen op mid dellange termijn. 2 Een meerjarenraming, aanduiding van de verwachte ontwikkeling van on der meer de middelen, uitzettingen en de vermogenspositie van de organisatie bij ongewijzigd beleid. 3 Een jaarplan, aanduiding van de ge wenste ontwikkeling van middelen, uit zettingen, diensten en rentabiliteit voor het komend jaar. 4 Een leidraad voor de beleidsformule- ring door de individuele bank. Voor de plaatselijke Rabobank geeft dit Directeur Lindeloof bespreekt het beleidsplan met zijn medewerkers.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 34