koopwoningsubsidiëring bereikt
doel niet
wlW'
De hoofddoelstelling van het volkshuisvestingsbeleid is volgens het Struc
tuurschema Volkshuisvesting:
'het bevorderen van een optimale woonsituatie vooralle ingezetenen'.
Voor een deel van de bevolking bestaat deze optimale woonsituatie uit het
bezit van een eigen woning.
Onze belangstelling nu gaat in het bijzonder uit naar de vraag of de overheid
er, via het geven van subsidies bij de aankoop van een nieuwe woning, in
geslaagd is het eigen woningbezit te bevorderen. Dit blijkt in de tweede
helft van de jaren zeventig niet het geval te zijn geweest.
De doelmatigheid van de
subsidiëring
De subsidiëring van koopwoningen
wordt doelmatig geacht wanneer het ei
gen woningbezit erdoor wordt bevor
derd. Het al dan niet doelmatig zijn wil
len we afmeten aan twee van de ge
noemde hoofddoelstelling afgeleide en
eveneens in het Structuurschema weer
gegeven subdoelstellingen te weten:
bevorderd moet worden dat woon
voorzieningen kunnen worden aange
boden tegen aanvaardbare prijzen;
woonlasten moeten in een aan-
vaardbare verhouding tot het inko-
zlO men staan of worden gebracht.
De prijzen en woonlasten moeten naar
onze mening met name aanvaardbaar
zijn voor de lagere inkomens. Diverse
kabinetten, waaronder ook het huidige,
hebben immer de bevordering van het
eigen woningbezit van deze inkomens
groep altijd hoog in het vaandel ge
schreven.
Wanneer is een prijs echter aanvaard
baar? We zijn van mening dat een prijs
of woonlast zich op een aanvaardbaar
niveau beweegt wanneer een premie
koopwoning door met name de lagere
inkomensgroep relatief gemakkelijker
dan wel even gemakkelijk kan worden
gekocht als voorheen.
Aan de genoemde subdoelstellingen
kan achter moeilijk rechtstreeks worden
Drs. W. van Heerdt
Studiedienst
afgemeten of de subsidiëring doelmatig
is geweest. Daarom maken we hier ge
bruik van een kleine omweg. Deze be
staat hieruit dat we allereerst de bruto
en netto stichtingskosten van een pre
miekoopwoning op elkaar delen.
Het verschil tussen beide stichtingskos-