Nobelprijswinnaar prof. Th. W. Schuiz. land- en tuinbouw zich vaak onvoldoende herkennen. Met maatregelen in het landbouwbeleid ligt dit anders. Deze zijn meer afgestemd op het specifieke karakter van de agrarische bedrijfstak. Doeleinden die in het al gemeen sociaal-economisch beleid worden nage streefd zouden wellicht effectiever via het landbouwin- strumentarium kunnen worden gerealiseerd. In het aanstaande gesprek tussen het Landbouwschap en Mi nister Albeda van Sociale Zaken is een punt het bevor deren van de werkgelegenheid in en ten behoeve van de land- en tuinbouw. Daarbij gaat het vooral om de rol van de bedrijfsverzorgingsdiensten. Met algemeen gel dende maatregelen zal op dit gebied weinig kunnen worden bereikt. Stimulansen vanuit het landbouwbeleid hebben bewe zen zeer effectief te werken voor deze diensten. Een ander voorbeeld is de bevordering van nieuwe ontwik kelingen in de bedrijven, aangeduid met de term inno vatie. De regering denkt aan financiële bijdragen aan research en onderzoek welke in de bedrijven zelf wordt verricht. Voor de landbouw sorteert zo'n maatregel weinig effect. Onderzoek in de landbouw vindt vooral plaats op instituten en proefboerderijen. Ook op dit ter rein zal het algemeen beleid vertaald moeten worden in een vorm die voor de land- en tuinbouw aanspreek baar is. Via het landbouwbeleid is dit goed mogelijk. De doeltreffendheid van het regeringsbeleid kan langs deze weg worden vergroot. Nobelprijs voor de landbouw Landbouw en landbouwbeleid zijn niet alleen voor ons land van grote betekenis. Tekenend voor de internatio nale erkenning van de rol die de landbouw voor de ont wikkeling van landen heeft is de verlening van de No- belrpijs voor de economie aan Theodore W. Schuiz, professor aan de universiteit van Chicago. Schuiz is jarenlang hoogleraar in de landbouwecono mie geweest. De laatste jaren houdt hij zich vooral be zig met de rol van de landbouw in de ontwikkelingslan den. Hij pleit voor meer aandacht ten behoeve van de landbouw in het ontwikkelingsproces van een land. Landbouwonderwijs en landbouwvoorlichting moeten daarbij een centrale rol spelen. Het geld daaraan be steedt, komt er volgens hem dubbel en dwars weer uit. Voor Nederlandse oren een vertrouwd geluid. Immers landbouwonderwijs, landbouwonderzoek en landbouwvoorlichting vormen ook hier de basis van het landbouwbeleid. Minister Van der Stee heeft de boodschap van Schuiz goed in zijn oren geknoopt. De bezuinigingen die de afgelopen jaren ook de land bouwbegroting hebben geteisterd hebben deze drie basis-instrumenten niet wezenlijk aangetast. Produceren in groter verband De betekenis van de Nederlandse land- en tuinbouw hangt echter niet alleen af van het beleid dat in ons ei gen land voor de landbouw wordt gevoerd. Meer dan enig land in de wereld, is onze landbouw afhankelijk van internationale ontwikkelingen. Met name geldt dit de Europese Gemeenschap. 75 van onze agrarische export is daarop gericht. De EEG biedt onze landbouw vrije toegang tot 250 miljoen consumenten; 30 miljoen daarvan worden dagelijks door de Nederlandse land en tuinbouw voorzien van basisvoedsel en in het week end van een bloemetje. Deze vrije markt functioneert dank zij het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Een beleid dat als uitgangspunt heeft een zekere bescher ming van de agrarische producenten tegen grillige ont wikkelingen op de wereldmarkt, produceren daar waar dit het voordeligst is en een gezamenlijke verantwoor delijkheid van de negen EG-landen voor de kosten van het landbouwbeleid. Met name de kosten van dit be leid staan de laatste tijd bloot aan zware kritiek. De kosten van het EEG-landbouwbeleid voor dit jaar belopen circa 25 miljard gulden. Een buitenstaander zou kunnen stellen dat dit nog geen 100 gulden per consument is ofwel een bescheiden verzekeringspre mie voor een gevarieerd en overvloedig voedselpakket tegen redelijke en stabiele prijzen. In de landbouw-po- litieke discussies worden deze kosten echter zeer hoog opgenomen. Met name van Engelse zijde bestaat grote tegenzin tegen een beleid dat dergelijke bedragen vergt. Ook in andere landen staan overheidsuitgaven in het brandpunt van de politieke discussie. Daarbij komt dat het eerste gekozen Europese parlement als een van de eerste agendapunten de begroting van de Europese Gemeenschap behandelt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 25