wob
wob
GELUKWENS VOOR AMSTERDAM
De Rabobank Amsterdam viert feest. In
deze maand is het 75 jaar geleden dat in
Diemen de grondslag werd gelegd voor
wat nu de hoofdstedelijke Rabobank is:
28 kantoren, 230 personeelsleden en
een balanstotaal van 500 miljoen gul
den. Dat is geen kleinigheid. Het is de
moeite waard om daar even bij stil te
staan.
Laten we nog eens even in de historie
duiken: op 4 oktober 1904 werd door
'eenige doodgewone veehouders' in
Diemen een eigen Boerenleenbank op
gericht. In het eerste jaar werd 3400
gulden ingelegd (gespaard) en 2000
gulden uitgeleend. Vijftien jaar later be
reikte de Diemense bank die zich bij de
Utrechtse centrale had aangesloten een
balanstotaal van ruim één miljoen gul
den. De twee miljoen werd pas na de
Tweede Wereldoorlog bereikt. De geld-
zuivering van Lieftinck waardoor ieder
een zijn papiergeld bij de banken moest
inleveren en er het befaamde tientje
voor terugkreeg maakte dat ook de Die
mense Boerenleenbank een vaste band
kreeg met een groter publiek. In 1966
besloten de Diemense bank, die inmid
dels was omgedoopt tot Raiffeisenbank
en de Raiffeisenbank Sloterdijk in elkaar
op te gaan. In 1968 kreeg dit zijn beslag
in de naam Raiffeisenbank Amsterdam.
Toen begon de 'verovering' van de tot
dan nog 'witte vlek Amsterdam'. Elk jaar
zouden voortaan zo'n vier tot vijf nieu
we kantoren in Amsterdam worden ge
opend. Na de fusie van 'Utrecht' en
'Eindhoven' besloten ook de Raiffeisen
bank Amsterdam en de ongeveer even
grote ('Eindhovense') Boerenleenbank
als Rabobank Amsterdam verder te
gaan. Sindsdien is het expansieve beleid
van onze Amsterdammers krachtig
voortgezet, hetgeen uit de in het begin
genoemde cijfers mag blijken. De
stormachtige gang van zaken van de
Rabobank Amsterdam, met name de
laatste 10 tot 15 jaar, is een goed voor
beeld van de slagvaardigheid waarmee
onze hele organisatie zich een leidende
positie in de bancaire wereld van ons
land heeft verworven. Zo is er bijvoor
beeld in te herkennen de hele ontwikke
ling van onze voornamelijk op de agrari
sche wereld gerichte plattelandsbanken
naar de 'bank voor iedereen', die tegen
woordig het gezicht van onze organisa
tie bepaalt. Een ontwikkeling die parallel
liep met de door ons ingezette 'verove
ring' van de grote en grotere steden,
waar onze banken inmiddels net als in
Amsterdam niet meer uit het straat
beeld weg te denken zijn.
Terug naar de hoofdstedelijke bank.
Wat deze de afgelopen jaren in onze
oude, maar van binnen steeds weer jon
ge hoofdstad heeft bereikt is een bewijs
van de vitaliteit waarin ook de coöpera
tieve banken zich steeds weer mogen
verheugen. Een vitaliteit die kennelijk
ook de Amsterdammers heeft aange
sproken, welke in zo groten getale hun
vertrouwen in de Rabobank hebben ge
steld. Zonder hen was dit alles immers
niet mogelijk geweest. We kunnen ons
voorstellen dat deze korte beschouwing
vooral degenen daar zal aanspreken die
zelf een werkzaam aandeel hebben ge
had in de snelle opkomst van de Rabo
bank Amsterdam. De meeste van haar
cliënten zullen zich misschien minder
bewust zijn van de hier geschetste ont
wikkeling. Voor hen bestaat de Rabo
bank Amsterdam 75 jaar en is deze net
zo 'Mokums' als het Lieverdje op het
Spui. Wij wensen de Rabobank Amster
dam, haar bestuur, haar leden en cliën
ten en haar personeel van harte toe dat
de komende jaren net zo voorspoedig
zullen verlopen als de afgelopen vijfen
zeventig.
ZILVERVLOOT
Sparen is een deugd. Dat is geen
afgezaagde kreet. Ook al lijkt dat soms
zo in een tijd waarin het lenen juist zo'n
hoge vlucht heeft genomen. Wie spaart,
die heeft wat. En wie wat heeft, die is
minder afhankelijk van andere mensen.
We maken het allemaal wel mee dat we
door onvoorziene omstandigheden plot
seling uitgaven moeten maken waar we
eigenlijk niet op gerekend hadden. Het
geeft dan een geruststellend gevoel
wanneer we weten dat er nog ergens
een reserve is waar we uit kunnen put
ten. Maar we hoeven uiteraard niet al
leen te sparen voor het onvoorziene.
Sparen is ook een deugd als we van
maand tot maand iets opzij leggen om
later iets moois te kunnen kopen. En of
dat nou een brommer is of een uitzet,
een vakantiereis of een nieuw vloer
kleed, het zal heel wat mensen een vol
daan gevoel geven als ze dat met eigen
spaargeld kunnen kopen.
Sparen moet, net als tal van andere za
ken waarbij enig geduld moet worden
betracht, geleerd worden. Het moet een
gewoonte worden waarmee we van
jongsaf vertrouwd gemaakt zijn. Daar
om ook wordt er door de banken en de
overheid zoveel gedaan om het sparen
op jeugdige leeftijd aantrekkelijk te ma
ken. Ons Kinderspaarplan, de 'Grijp-
Vijf'-regeling en de landelijke Zilvervloot
zijn daar voorbeelden van.
Onlangs, op 12 september, werd door
onze banken op dat gebied een aardige
mijlpaal bereikt. Op die dag werd op de
Rabobank Nijkerk de 500 000ste Zilver-
vlootspaarrekening bij onze organisatie
in de boeken bijgeschreven. Dat heug
lijke feit is niet onopgemerkt voorbijge
gaan. Men heeft er in de kranten over
kunnen lezen. Het geheel krijgt voor ons
extra betekenis als men weet dat het to
tale aantal Zilvervlootspaarders rond de
900 000 schommelt. Wij nemen dus
ruim de helft van dit totaal voor onze re
kening. Maar cijfers over marktaandelen
en mijlpalen zijn geen doel in zichzelf.
Daar hoef je geen feestje voor te maken.
De belangrijkste reden waarom onze
organisatie aan deze mijlpaal zoveel
aandacht heeft geschonken is het feit,
dat we voor de volle honderd procent
achter de gedachte staan dat het sparen
op jeugdige leeftijd bevorderd moet
worden. Onze banken getroosten zich in
dit opzicht elk jaar veel inspanningen en
we zijn dan ook blij met het compliment
dat minister Albeda van Sociale Zaken
onze organisatie daarover maakte. Al
beda, onder meer belast met de uitvoe
ring van de Jeugdspaarwet waaronder
de Zilvervloot valt, was speciaal naar
Nijkerk gekomen om met zijn aanwezig
heid de feestelijkheden op te luisteren
en het belang van het Zilvervlootsparen
te benadrukken.
Waarom het sparen voor de spaarders
zelf een deugd kan zijn hebben we al
uitgelegd. Maar er zit nog meer aan
vast. Macro-economisch bezien vormen
alle spaartegoeden te zamen de belang
rijkste financieringsbron van de nationa
le bedrijvigheid. Als wij het sparen pro
pageren doen we dat ook vanuit het be
sef dat wij de spaarmiddelen van onze
leden en cliënten nodig hebben om te
kunnen blijven voldoen aan de groeien
de vraag naar financieringsmiddelen.
Steeds meer mensen willen een eigen
huis. Winkeliers willen hun zaak uitbrei
den of moderniseren. Andere bedrijven
willen een nieuw produkt op de markt
brengen en ga zo maar doorDaar is
geld voor nodig.
En aangezien de eigen besparingen
meestal niet toereikend zijn, wordt er
een beroep gedaan op de banken. Zou
den de spaarmiddelen sterk afnemen,
dan zouden veel van deze plannen niet
door kunnen gaan. Dat is niet alleen
voor de betrokkenen vervelend, maar
ook voor diegenen die hun brood ver
dienen met het uitvoeren van deze plan
nen. Onze taak is het onder meer om
binnen de grenzen van wat maatschap
pelijk verantwoord en economisch mo
gelijk is de belangen van de kredietvra
gers en van hen die ons hun middelen
hebben toevertrouwd tegen elkaar af te
wegen en zo een evenwichtige bijdrage
te leveren aan de werkgelegenheid. Tot
die taak behoort ook dat we nauwlet
tend het reservoir aan spaarmiddelen in
de gaten moeten houden. Het is tegen
die achtergrond dat plaatsvervangend
voorzitter Duisenberg van onze Hoofd
directie in Nijkerk van de gelegenheid
gebruik maakte om zijn verontrusting te
uiten over het dalen van de spaarquote
in ons land en een pleidooi hield voor
het opvoeren van de gezinsbesparingen.