uit onze historie Naar het land van de pompeblêden En nu naar Ameland! Het is nog niet zo heel erg lang geleden dat de Waddeneilanden niet be stonden, evenmin als de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden. Ten tijde van de Romeinen was onze kustlijn vrijwel ononderbroken, behalve dan door enkele riviermonden. Het Flevomeer (de latere Zuiderzee, nu grotendeels drooggelegd) was nog niet zeer uitgestrekt. De Friezen bewoonden het ge bied dat nu Friesland heet en bovendien bijna geheel Noord-Holland. Ten tijde van de kerstening van ons land was het beeld geheel anders en in de middeleeuwen had de zee - de altijd agressieve - Zuidwest- en Noord west-Nederland veroverd en veranderd in streken die uit meer water dan vaste grond bestonden. Voor de kusten van Friesland en Groningen hielden de landresten, die wij nu de Waddeneilanden noemen, stand tegen het ge weld van water en wind; vaste grond temidden van een wereld van water en slib. Een daarvan is Ameland. Verder dan Ameland leidt de speurtocht van Terugblikker niet naar het noorden. Wat geschiedenis Die tocht was zeer de moeite waard in alle opzichten, maar dat is voor vele Ne derlanders en vreemdelingen geen nieuws. Ameland heeft een zeer eigen historie. Het tijdschrift Nederlandse Historiën schrijft daarover: 'Ameland, in de 16e eeuw een wonderlijk miniatuurstaatje binnen de Republiek, geregeerd door de Cammingha's. Vanuit hun 'burcht' te Ballum regeerde dit geslacht gedurende enkele eeuwen over boeren, vissers en zeelieden van Ameland, met eigen rechtspleging, defensie en volksverte genwoordiging en een eigen buiten landse politiek. In 1654 werd zelfs een neutraliteitsverdrag gesloten met Crom- well, de Lord-Protector van Engeland Vroeger moesten vele boeren, gezien hun zeer kleine bedrijfjes, ook aanmon steren als zeelui. Naar een ruwe schat ting voeren per jaar tussen de 500 en 800 mannen ter walvisvaart. Een daar van, de latere commandeur Schut, was acht jaar jong toen hij voor de eerste maal met zijn vader moest uitvaren. Te- Boven: Graf van een commandeur van de walvisvaart op het kerkhof te Hollum. Onder: Slot Ballum, dat in 1829 werd afgebroken. keningen en schilderijen uit die tijd to nen ons heel erg duidelijk hoe zwaar de walvisvaarders het hadden. Er kwam een abrupt eind aan deze wel- vaartbrengende vaart toen de Engelsen in 1798 eenendertig van de tweeënder tig uitgevaren walvisvaarders in beslag namen. Er volgde een tijd van grote ar moede, waarvan een gedichtje zei: 'In een sterfhuis maten de erven de ducaten met een kwartmud uit. O, die tijd, rijk Buur en kon niet altijd duren de ducaton werd duit!' In 1872 kwam een dam tussen Ameland en het vasteland gereed. De zee ver woestte hem enkele jaren daarna. De veerdam vanuit Holwerd is gedeelte lijk gebouwd op resten van die dam waar nu geriefelijke schepen aanleggen die de verbinding onderhouden tussen het eiland en de vaste wal.' Oprichting Het notulenboek van de algemene ver gaderingen van de Coöp. Boerenleen bank op Ameland werd in 1906 ge maakt door de elektrische drukkerij en

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 39