watersport en
hengelsport
nationale recreatiebalans versterken
De komende jaren dreigt een ware veldslag te ontstaan over beheer en
inrichting van het vaderlandse 'waterland'. IMiet alleen de watersport, maar
ook de sportvissers met 1V2 tot 2 miljoen aanhangers, klagen steen en been
over het snelgroeiende tekort aan accommodatie - dus ligplaatsen - voor
schepen, of boottrailerhellingen om de vis-, zeil- of motorboten te water te
laten. Een nieuw probleem vormen de vele tienduizenden plankzeilers, die
de afgelopen jaren aan de waterkant zijn verschenen. In vele toekomstige
recreatiegebieden is van een goede belangenafweging door milieu
voorvechters, natuurbeschermers of beroepsvissers, nog geen sprake.
Een sprekend voorbeeld vormt de
voorbereidende studie voor de
inrichting van de Oosterschelde. Als de
claims van de natuurbeschermers
volledig worden gehonoreerd, lijkt de
kans dat het enorme tekort aan
ligplaatsaccommodatie voor watersport
en bootvisserij op deze 35 000 hectare
visrijk water kan worden opgeheven
verkeken. Overigens zijn ook de
watersporters en sportvissers van
De schrijver van dit
artikel, Cor van Heugten,
is een bekend
hengelsportauteur en een
verwoed watersporter.
De discussie van de
afgelopen maanden over
onze negatieve
toeristenbalans is voor
hem de aanleiding
geweest in de pen te
klimmen. In dit verhaal
lucht hij zijn hart over de
naar zijn oordeel geringe
belangstelling die er bij
overheid en toeristische
organisaties bestaat voor
de sportvisserij, die
volgens hem de grootste
vorm van openlucht
recreatie is. Als de
accommodatie voor de
sportvissers verbeterd
wordt, zal dat volgens
Van Heugten een
positieve invloed hebben
op de nu tegenvallende
toeristische bestedingen
in ons land, zeker als ook
de sportvissers uit onze
mening, dat een deel van de kwetsbare
natuurgebieden van de Oosterschelde,
na aanleg van de stormvloedkering,
moet worden veiliggesteld.
Een enquête van het CBS heeft geleerd,
dat van de bijna 2 miljoen sportvissers
ongeveer 1 op de 5 in de naaste
toekomst graag een eigen visbootje zou
willen kopen. Dat betekent, dat er tot
C. van Heugten
buurlanden naar ons
viswater gelokt kunnen
worden.
De redactie van het
maandblad weet dat er in
sportviskringen
verschillend over de door
Van Heugten
aangehaalde materie
wordt gedacht. Toch leek
het haar in het belang
van de vissport goed een
bekende auteur op dit
gebied aan het woord te
laten. Het zal duidelijk
zijn dat de conclusies in
dit artikel geheel voor zijn
rekening komen.
het jaar 2000 gemiddeld per jaar meer
visbootjes dan zeilboten of
motorjachten zullen worden verkocht.
De watersportbonden leggen nu al
claims voor jachthavens rond de
Oosterschelde en andere deltagebieden,
die na 1985 beschikbaar komen. Maar
in de aanvragen voor een ligplaats staat
nergens vermeld, hoeveel
sportvisbootjes er dan een plekje onder
de zon moeten vinden. Het wordt hoog
tijd, dat er een 'Nationale Adviesraad
voor de sportvisserij, beroepsvisserij en
watersport' komt. De landelijke
sportorganisaties, diverse ministeries en
deskundigen van de ANWB kunnen dan
tot een veel betere belangenafweging
met goede adviezen aan de
rijksoverheid komen. Het natte
vingerwerk, dat nu rond een
inrichtingsplan voor de Oosterschelde
wordt gepleegd, is beslist een
(planologisch) lachertje.
De sterk gedaalde omzet van boten op
de laatste Hiswa wordt door de
botenbouwers aan het groeiend tekort
aan ligplaatsen in jachthavens en
sportvishavens geweten. Er komen
steeds meer botenbouwers die schepen
met ligplaatsen verkopen. Aan de
andere kant wordt de aanleg van
jachthavens gemakkelijk een
speculatie-object dat voor de gewone
man onbetaalbare liggelden tot gevolg
heeft. De sportvisserij (de grootste vorm
van openluchtrecreatie) is een zomer
en wintersport. Vooral aan zee, in de
Zeeuwse en Zuidhollandse delta, de
Noordhollandse kust en de Wadden
wordt 's winters (kabeljauw, schar,
schol, wijting enz.) vaak meer vis
gevangen dan in de zomer.
De aanleg van sportvishavens en
boottrailerhellingen lijkt dus een dubbel
rendabele investering voor de nationale
toeristenindustrie. In het totale
overheidsbeleid en bij de bevordering
van het vreemdelingenverkeer voelen
de 2 miljoen 'Broeders in Petrus' zich
vaak zwaar gediscrimineerd. De oorzaak
is wellicht dat de sportvisserijbelangen
in de praktijk vaak onder drie ministeries
ressorteren, dus vaak tussen wal en
schip vallen. Wellicht zou een beter
samenspel tussen de
hengelsportbonden en federaties met
de watersportorganisaties mogelijk zijn.
In een aantal gevallen zouden
gecombineerde jacht- en
sportvishavens, zoals nu in Stavenisse
en in zekere mate ook in de komende
recreatiehaven van Colijnsplaat, wellicht
uitkomst bieden.
Dit verhaal is geen pleidooi om bij
voorkeur de duizenden visbootjes een
ligplaats te bieden. Het is een pleidooi
voor een echte belangenafweging
tussen natuur, landschap en recreatie.