ondernemingsraden handeling van klachten; (x) I een regeling met betrekking tot de po sitie van jongeren in de onderneming, (x) Een medebeslissingsrecht is niet aan wezig indien en voorzover de betrokken aangelegenheid reeds is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst. Ten aanzien van de uitoefening van het medebeslissingsrecht geldt ook hier weer dat wederzijds geen besluiten worden genomen alvorens het onder werp in een overlegvergadering aan hangig is gemaakt. Besluiten worden ook weer schriftelijk dan wel in een overlegvergadering bekend gemaakt. Weigert de ondernemingsraad de goed keuring dan kan de ondernemingslei ding de Bedrijfscommissie verzoeken het besluit goed te keuren. Weigert ook de Bedrijfscommissie dan kan nog in beroep worden gegaan bij de Minister van Sociale Zaken. In sommige gevallen kan daarnaast ook nog de Kantonrechter om een oordeel worden gevraagd. - Recht op informatie: in principe geldt - evenals onder de oude wet - dat de ondernemingsleiding verplicht is aan de ondernemingsraad en zijn commis sies alle informatie te verschaffen die deze redelijkerwijze nodig hebben voor hun taakuitoefening. In tegenstelling tot de oude wet kan de leiding daar echter niet meer onder uit met een beroep op 'zwaarwichtige belangen'. Hij kan ech ter bij de Bedrijfscommissie bezwaar aantekenen tegen het verstrekken van bepaalde informatie tegen de wijze waarop die moet worden gegeven. Bij het begin van een zittingsperiode dient aan de ondernemingsraad bepaal de basisinformatie te worden verschaft omtrent: - de rechtsvorm van de onderneming en de statuten - de bestuurders en de belangrijkste leidinggevende functionarissen; - de zeggenschapsverhoudingen (in concern verban d); belangrijke, vaste relaties van de on derneming, die van wezenlijke beteke nis zijn voor het voortbestaan van het bedrijf; - de organisatie van de onderneming. Daarnaast geeft de wet nog voorschrif ten over onderwerpen van financieel- economische en sociaal-organisatori sche aard die de werkgever periodiek - ongevraagd moet verstrekken. (De te verstrekken gegevens hebben zowel be trekking op heden en verleden als toe komst). Ten aanzien van de financieel- economische gegevens gaat het hierbij om: schriftelijke informatie tweemaal per jaar) over de verwachtingen ten aanzien van de werkzaamheden en de resulta ten van de onderneming in het komen de tijdvak; - het jaarverslag, - het meerjarenplan of de begroting met toelichting, dan wel een samenvat ting daarvan; - mondelinge of schriftelijke informatie tweemaal per jaar) van algemene aard over de werkzaamheden en de resulta ten van de onderneming in het verstre ken tijdvak. De sociaal-organisatorische informatie heeft betrekking op: - schriftelijke gegevens eenmaal per jaar) over de werkgelegenheid en het gevoerde sociale beleid, alsmede op - mondelinge of schriftelijke informatie over de verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van het personeelsbe stand in het komende jaar en het te voe ren sociale beleid. Ten slotte moet de ondernemingslei ding de ondernemingsraad op de hoog te stellen van eventuele plannen om een adviesopdracht op het terrein van het sociaal beleid te verstrekken aan des kundigen van buiten het bedrijf. Rechtsbescherming Onder de oude wet konden de onderne mingsraadsleden slechts ontslagen worden met toestemming van de Kan tonrechter. De nieuwe wet kent een nagenoeg ab soluut ontslagverbod voor onderne mingsraadsleden en leden van bepaalde ondernemingsraadscommissies. Zij kun nen alleen nog in bepaalde - in de wet omschreven - gevallen worden ontsla gen. Werknemers, die korter dan twee jaar geleden in de ondernemingsraad of in een ondernemingsraadscommissie zit ting hadden en ook zittende leden van een zogenaamde 'ad-hoc-commissie' kunnen in het algemeen alleen met toe stemming van de Kantonrechter wor den ontslagen. Conclusie De nieuwe wet overziende kan worden geconstateerd dat het hier gaat om een belangrijk stuk medezeggenschapswet- geving, dat zowel voor de onderne mingsraadsleden als voor de onderne mingsleiding een duidelijke taakverzwa ring betekent. Tevens valt echter niet aan de indruk te ontkomen dat de nieu we wet erg ingewikkeld is geworden, waardoor het gevaar groot is dat de overlegpartners verstrikt raken in de vele procedures en formaliteiten. Het zal voor hun functioneren dan ook van het grootste belang zijn dat de noodzaak tot overleg niet uit het oog wordt verloren en dat zowel de ondernemingsleiding als de ondernemingsraadsleden voort durend eikaars rechten en verantwoor delijkheden blijven respecteren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 36