II n landbouwcommentaar heid tot maatregelen die op de agrari sche bedrijven zijn gericht. Wanneer het om afzet gaat, om produktiebeheersing, kun je vraagtekens zetten of dat juri disch wel zou kunnen. We moeten het er eerst over eens zijn of het kan en ook of het moet: in dat stadium bevindt zich eigenlijk de discussie. Ik voor mij heb de indruk, dat onze mensen als ze ervan overtuigd zijn dat er bijvoorbeeld ten aanzien van de afgrenzing van grote be drijven en dergelijke zaken iets drin gends geregeld moet worden, het niet van zo groot belang zullen vinden, of we dat nu zelf doen, dus via het Landbouw schap, of dat de overheid dat doet. De teneur is op het ogenblik wel, dat we liever zelf het eerste werk doen langs de weg van vrijwilligheid en overleg. Zo zijn we ook tot algemene voorwaarden voor landbouwcontracten gekomen, waar aan ieder zijn eigen contract kan toet sen. Een onderwerp, dat in zekere zin geregeld moest worden. Zou ons dit niet gelukt zijn, dan had de minister het moeten aanpakken en ja, dat hadden we voor onszelf niet als een succes ge zien. Maar overigens, als dan toch iets afgedwongen moet worden, kan de overheid dat misschien beter doen dan wij. Wel is zeker dat het Landbouw schap, zowel bij de totstandkoming als bij de uitvoering van een regeling sterk betrokken zal zijn. Het Landbouwschap moet volgens haar instellingsbesluit ook rekening houden met het 'algemeen belang'. Waarin komt dat tot uiting? Wanne.er wij een standpunt presenteren na onderlinge discussie, dan is dat naar onze mening afgestemd op het alge meen belang. Naar onze mening; een ander kan er anders over denken. Maar wij zullen nooit iets naar voren brengen waarvan wij vinden dat het eigenlijk te gen het algemeen belang ingaat. Nu zijn wij niet de hoedster van het al gemeen belang. Dat is de landelijke overheid, ministers en parlement. Op hun plek mogen en kunnen wij niet gaan zitten. Zij maken uit of ons stand punt in overeenstemming met het alge meen belang is. Die uitspraak accepte ren wij, al kunnen we er soms wel droe vig over zijn. Is algemeen belang gelijk aan consu mentenbelang, bijvoorbeeld het be lang van de huisvrouw bij een lage prijs voor melk, groenten, brood en vlees? Dat misverstand kom je nogal eens te gen. Maar consumentenbelang en alge meen belang zijn niet identiek. Het is wat anders als je over de gehele bevol king praat: die omvat alles, producenten en consumenten. Ook de landbouw met eigen producerende boeren en tuinders hoort daartoe. Dat is ook een algemeen belang. i WÊÊkinflfafc Drs. De Heer bij een werkbezoek aan Indonesië, waar onder meer de plantentuin in Bandoeng wordt bezocht. Ik meen, dat wij als Landbouwschap heel goed beseffen, dat we deel uitma ken van de maatschappij en ook dat je je als deel daarvan niet alles kunt ver oorloven. Wij trachten ons eigen belang te dienen en te verdedigen, vanuit het belang van het geheel en niet vanuit dat van andere deelbelangen, bijvoorbeeld de consument. Daardoor komt naar mijn mening onze maatschappelijke verantwoordelijkheid goed tot zijn recht. Voor de leek zal het vaak moeilijk te begrijpen zijn dat het Landbouwschap enerzijds erkent dat grote zuivelover- schotten ongewenst zijn en zich an derzijds sterk maakt in Brussel voor een hogere melkprijs, die de produktie wellicht weer zal stimuleren. Het zuivelprobleem baart ons bijzonder veel zorg. De Nederlandse melkveehou derij is erg afhankelijk van de zuivelpro- duktie. Ik zet er een vraagteken bij of er zo'n verband is tussen produktie en prij zen, dat als de prijzen de inflatietrend enigszins - dus niet eens volledig vol gen, dit tot vergroting van de melkpro- duktie zou leiden. Verband is er wel, maar alleen bij prijsveranderingen van behoorlijk formaat. Daalt de prijs met zo'n 20 dan zal de produktie dalen, stijgt hij met 20 dan zal hij zeker om hoog gaan. Als je echter over enkele procenten praat, zoals wij de laatste ja ren doen, dan is het effect op de pro duktie niet of nauwelijks merkbaar. Nee, de pijlen moeten zich niet op de prijzen, maar rechtstreeks op de produk tie richten. En dat kun je niet nationaal doen, dat kan alleen maar op Europees niveau. We zouden wat kunnen berei ken, door op vrijwillige basis de boeren contracten te laten afsluiten om de pro duktie te staken, of - dat is het nieuwe - te beperken tegen een bepaalde ver goeding. Voor de boer zou dat gewoon een economische propositie zijn. Minister Van der Stee heeft via een enquête de melkveehouders gepolst over drie mogelijkheden a geen melkprijsverhoging gedurende bijvoorbeeld vijfjaren; b automatische melkprijsverlaging bij grotere toename van de EEG- melkplas; c een normale prijs voor een bepaal de hoeveelheid en een vjeel lagere voor hetgeen daarboven geleverd wordt. Ik ben niet erg enthousiast over die en quête. De problemen zijn te ernstig om op te lossen door even uit drie mogelijk heden te laten kiezen. De uitslag van de enquête leverde voor ons ook geen nieuws op. De minister zelf weet heel goed, dat we het hier in Nederland toch niet in handen hebben. Het is een Euro pese zaak. Ik begrijp ook niet, dat naast de drie mogelijkheden ook niet nog een vierde genoemd is: contingentering van de produktie. Daarmee was de pro bleemstelling rond geweest. We kunnen hier wel plannetjes maken en uit moge lijkheden kiezen, maar je moet oppas sen: als je zo'n plannetje in Brussel op tafel legt, heb je kans dat het in een vorm terugkomt, die je doet schrikken van de uitkomst van je eigen oorspron kelijk idee. Over toedeling van de produktie (contin gentering) gaan wij het gesprek in Brus sel niet uit de weg. Zo'n gesprek komt toch, of wij willen of niet. We zijn er ook van overtuigd, net als de boeren al vóór die enquête, dat er wat moet gebeuren, maar we hangen ons geen bord voor de kop! We moeten precies weten hoe het eruit komt te zien. En daar kun je tot nu toe wat de Nederlandse zuivel betreft alleen maar heel somber over zijn. Hoe denkt u over de EEG-rentesubsi- dieregeling en de WIR? Die stimule ren de investeringen in de landbouw - als bank hebben we dit kunnen con stateren -, maar door open loopstal len, varkensstallen en dergelijke neemt ook de melk- en vleesproduktie weer toe De rentesubsidie dateert uit de tijd van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 18