'de kern is samenwerking'
Drs. M. L. de Heer aanvaardt nieuwe functie in het Landbouwschap
'Rondblik in de Landbouw'; zo betitelde drs. M. L. de Heer in
januari 1972 zijn eerste artikel in het allereerste nummer van
ons blad.
Het was ons sindsdien steeds weer een voorrecht maand
voor maand de blik van deze schrijver te mogen volgen over
schier alles wat zich in en rond de land- en tuinbouw af
speelt.
In De Heer hadden wij de ideale 'vaste columnist', die zowel
de insider als de geïnteresseerde outsider telkens weer in
zicht bood in de toch allerminst gemakkelijke vraagstukken,
die zich op agrarisch gebied voordoen.
Voortaan zullen wij deze maandelijkse bijdragen van De
Heer moeten missen.De reden daarvoor zal met ons een
ieder billijken en respecteren. Met ingang van de volgende
maand aanvaardt De Heer zijn nieuwe functie: Algemeen
Secretaris van het Landbouwschap. Een functie met nieuwe
werkzaamheden en een nieuwe hoge verantwoordelijkheid
binnen het Nederlandse land-en tuinbouwbeleid. Zeer begrij
pelijk, dat hij daarom zijn schrijverstaak voor ons blad wilde
neerleggen. Wij verheugen ons over deze benoeming van
onze 'medewerker' en wensen hem daarmee ook op deze
plaats van harte geluk.
Het knappe van De Heer is voor ons al
tijd geweest, dat hij glashelder de actu
ele gebeurtenissen in de landbouw uit
eenzette op een wijze dat iedereen, de
boer en tuinder evengoed als de niet-
agrariër, het begreep. Zijn grote kennis
en ervaring met wat in 'Den Haag' en
vooral in 'Brussel' aan de hand was,
stelde hem als weinig anderen in staat
een weloverwogen overzicht van de
ontwikkelingen te geven. Zijn rubriek
was, zoals hij zelf bij zijn eerste artikel
schreef, 'een mengsel van een kroniek
en een commentaar'. De mogelijkheid
een commentaar te geven was hem
welkom, maar hij meende er 'op be
scheiden wijze gebruik van te moeten
maken'.
Deze opzet is De Heer voortreffelijk ge
lukt. Te midden van soms hevige dis
cussies, waartoe de ingewikkelde land
bouwproblematiek aanleiding kan ge
ven, slaagde De Heer er steeds in een
'helicopter-kijk' op het grote beleid te
geven. Rustig en zonder scherpte maar
wel scherp waarnemend wist hij vrijwel
altijd de details tot een groter beeld sa
men te voegen. En ook wanneer dat niet
mogelijk was, zagen we toch door zijn
schrijvershand iets van de trekken naar
voren komen die het toekomstige beeld
naar zijn mening zou kunnen vertonen.
Onze dank daarvoor!
Bij het scheiden van de markt hebben
wij in een gesprek De Heer om diens
mening gevraagd over een aantal pun
ten, die wij van belang achtten. Wij ge
ven onze vragen en zijn antwoorden be
knopt weer en realiseren ons dat je in
een zo'n gesprek onmogelijk alles kunt
behandelen. Een mening, die De Heer,
terugblikkend op zijn bijna achtjarige
schrijversarbeid voor ons blad, onge
twijfeld zal onderschrijven I
Kun je zeggen, dat het Landbouw
schap allengs meer het accent op 'be
langenbehartiging' van de boer en
tuinder is gaan leggen dan op de 'pu
bliekrechtelijke ordening?
Ik heb tussen die beide eigenlijk nooit
een tegenstelling gezien, want ook het
publiekrechtelijke was van oorsprong
bedoeld als belangenbehartiging. Wel is
het zo, dat het geven van publiekrechte
lijke verordeningen niet meer zo'n bete
kenis heeft als vroeger, al doen we er
nog wel aan.
Wat we in de afgelopen tien jaar steeds
meer zijn gaan doen, is het naar voren
brengen van standpunten over het be
leid dat naar ons idee door de Neder
landse regering moet worden gevoerd.
En niet alleen daar, want we zijn het ook
in Europees verband gaan doen. Dat
moest ook beslist, want om over land
bouwpolitiek te praten zonder Europese
politiek is vrij zinloos. Zonder Europese
'arm' zou het Landbouwschap als belan-
genbehartigende organisatie ineenge
schrompeld zijn.
Er zijn binnen de land- en tuinbouw
nogal uiteenlopende belangen: grote
boeren, kleine boeren, melkhouderij,
akkerbouw enz. Is de belangenbehar
tiging moeilijk door 'botsende menin
gen'?
Een van de meest wezenlijke dingen van
het Landbouwschap is dat het zoveel te
gengestelde belangen kan verenigen.
Prof. Louwers wees daar eens op in een
rede te Rotterdam: een wonder, dat
men ondanks die enorme verschillen
toch bij elkaar gebleven is. Naar mijn
idee is het geheim, dat we hier bereid
zijn die tegenstellingen zoveel mogelijk