marginaal gesleutel aan reisverkeersbalans Toeristische nota staatssecretaris: De laatste tijd is er heel wat afgeschreven over de negatieve toeristenba lans. Afhankelijk van de gekozen invalshoek varieerden de beschouwingen van 'alarmerend' tot 'het valt wel mee, als we de cijfers maar niet geïso leerd bekijken'. Staatssecretaris Hazekamp van Economische Zaken heeft in een in juli verschenen nota de problemen geïnventariseerd en letterlijk en figuurlijk een duit in het zakje gedaan om het ongunstige tij te keren. Veel meer dan een aanmoedigingspremie is de door hem toegezegde verdubbe ling van het toeristisch overheidsbudget (van circa 25 miljoen naar 50 mil joen in de komende vijfjaar) echter niet. weer een uitsplitsing van onze totale goederen- en dienstenbalans. Deze is minder rooskleurig, hoewel we daar over, gezien ons traditionele tekort op de goederenbalans, niet al te somber moeten doen. Tegenover een totale ex port aan goederen en diensten voor een bedrag van 133,9 miljard staat een im portvan 134,5 miljard. Een nadelig saldo voor onze economie van 600 miljoen gulden. Maken we het hele beeld van de lopende rekening op onze betalingsbalans (goederen, dien sten en kapitaalopbrengsten) compleet, dan zien we dat er in 1978 voor 2,3 mil jard gulden meer uit het buitenland werd geïmporteerd dan wij voor onze export ontvingen. Staatssecretaris Hazekamp trekt hieruit vervolgens de conclusie dat dit nadelig saldo op de betalingsbalans voor een belangrijk deel moet worden toege schreven aan een tekort op de reisver keersbalans. In het licht van deze cijfers bezien is dat niet onjuist. Maar het is ook weer niet het eind van alle wijsheid. den. Voor de goede orde moet daarbij gezegd worden, dat een deel van dit stijgende tekort op rekening van de in flatie geschreven moet worden. Tot 1977 liep de toeneming van het tekort nog gelijk op met de stijging van de goederen- en dienstenimport, waartoe de Nederlandse vakantie-uitgaven in het buitenland gerekend worden. Daarna stegen die uitgaven aanmerkelijk harder dan de bedragen die we voor deze im port op tafel moeten leggen. In 1978 ontvingen we van buitenlandse toeris ten, die een bezoek brachten aan ons land, ongeveer 2,7 miljard gulden. Ter wijl de Nederlanders op vakantie in het buitenland circa 7,4 miljard uitgaven. Een nadelig saldo derhalve van zo'n 4,7 miljard gulden. Dit cijfer is in de afgelopen maanden echter een volstrekt eigen leven gaan leiden. En daarmee begon ook de opti sche vertekening waaraan menigeen de legitimatie ontleende om de Nederland se vakantieganger op het hart te druk ken meer heil in eigen land te zoeken en de obers aan te sporen minder narrig te zijn. Het heeft echter weinig zin de reis verkeersbalans, voor zover deze al be staat, zo geïsoleerd te bekijken. Deze is immers onderdeel van de veel omvang rijkere dienstenbalans die aangeeft hoe veel we met z'n allen betalen voor bui tenlandse dienstverlening aan ons land en hoeveel we op onze beurt weer ver dienen aan de levering van Nederlandse diensten aan het buitenland. Het saldo van die balans is behoorlijk positief, na melijk 7 miljard gulden. Wij exporteren voor 24,5 miljard gulden aan diensten en importeren voor 17,5 miljard. Ten slotte is de dienstenbalans Want met evenveel gemak kan men be weren dat het betalingsbalanstekort waar we tot ieders schrik pas sinds kort mee geconfronteerd worden, na jaren lang forse overschotten te hebben ge had, voor een even belangrijk deel het gevolg is van het feit dat de Nederlan ders hun geld maar blijven uitgeven aan een ongebreidelde import van duurza me verbruiksgoederen, zoals auto's, uit het buitenland. Of dat de Nederlandse exportindustrie niet vindingrijk genoeg is om meer produkten over de grens af te zetten. Het is jammer dat staatsse cretaris Hazekamp daar niet bij stilstaat. Het is ook jammer dat er niet heel even- op een rijtje zetten. Waar het om gaat is dat de reisverkeersbalans van ons land de laatste jaren in snel tempo steeds negatiever is geworden. Dat is al begon nen in 1967 met een tekort van 288 mil joen gulden. In 1975 wordt voor het eerst de één miljard gulden overschre- Deze bijdrage aan de discussie is, na alles wat er al over is gezegd, niet be doeld om één van de al genoemde uit gangspunten te onderstrepen. Elke te genvallende economische ontwikkeling moet serieus bekeken worden, opdat er passende maatregelen genomen kun nen worden. Men hoeft deze kwestie niet te bagatelliseren. Maar men hoeft zich ook niet mee te laten slepen door diegenen die de tegenvallende reisver keersbalans van ons land de laatste maanden buiten proporties hebben op geblazen. Laten we enkele zaken nog eens even

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 26