depressie van de 30er jaren ons het verdrag van Ottawa, waarbij deze landen elkaar over en weer prefe rentiële rechten toekenden bij de invoer van goederen uit eikaars gebied. Hier door werden de exportmogelijkheden uit andere landen verkleind. Zo werd aan de vrije wereldhandel slag na slag toegebracht, en dit, gepaard met de ontreddering van het internationale betalingsverkeer, verhinderde een al gemeen en krachtig conjunctuurher stel toen de Grote Depressie haar dieptepunt bereikt had. Een poging om door internationaal over leg een uitweg uit de chaos te vinden, ondernomen op de Economische en Nog een plaatje uit de crisisjaren: een vuurpot op de Dam (1938). Monetaire Conferentie, die in juni 1933 bijeenkwam, faalde jammerlijk, voorna melijk op het twistpunt of aan herstel van stabiele internationale wisselkoer sen (de Verenigde Staten hadden inmid dels ook de dollar van het goud losge koppeld) dan wel aan binnenlandse prijs- en produktieherstel de voorkeur moest worden gegeven. Toen deze po ging was mislukt, ging ieder land verder zijn eigen weg, met dooreengenomen weinig bevredigende resultaten. De Grote Depressie in Nederland Ondanks het feit, dat de Nederlandse conjunctuur in 1929 geen tekenen van overspanning vertoonde, brachten de internationale omstandigheden in onze open en op vrijhandel gebaseerde eco nomie een depressie te weeg, die die per en langduriger is geweest dan in vele andere landen. De algemene en scherpe prijsval op de goederenmarkten deed zich onmiddellijk gevoelen; de landbouw, vooral de akkerbouw, die reeds sinds 1925 met dalende prijzen had te kampen, en de scheepvaart, on der invloed van de snelle ineenstorting van de vrachtenmarkt, leden aanvanke lijk het meest. De industrie, waar de prijsdaling zich wat geleidelijker voltrok, bood nog enige tijd weerstand, maar in 1931 en 1932 ging het ook daar snel bergafwaarts en voltrok zich een scher pe inkrimping van de produktie onder invloed van het verminderen van de koopkracht, het stagneren der binnen landse investeringen en een scherpe da ling van de uitvoer. De werkloosheid steeg onrustbarend. De bankcrisis in Centraal Europa werd door het Neder landse bankwezen goed doorstaan en had zelfs een invoer van vluchtkapitaal tengevolge. De val van het pond en an dere valuta's had echter desastreuze gevolgen voor onze concurrentiepositie en de zich overal uitbreidende invoerbe perkingen brachten aan onze uitvoer steeds nieuwe slagen toe. Ook de devie- zenopbrengsten uit Nederlands-lndië liepen snel terug en ons land kon niet nalaten de Indische regering met lenin gen bij te springen. In 1933 was het Ne derlandse indexcijfer van groothandels- prijzen (1926/30 100) tot 62,9 percent gedaald; voor grondstoffen tot 44,0 per cent en voor afgewerkte produkten tot 70,2 percent. De produktiewaarde van de industrie was gehalveerd en het pro ductievolume met 35 a 40 percent ver minderd. In- en uitvoer waren in waarde met ongeveer 60 percent gedaald, de uitvoer iets meer, de invoer iets minder. De werkloosheid schommelde in 1933 om de 325 000. De Nederlandse regering voerde in 1931 en 1932 een aantal crisismaatregelen in om aan landbouw en scheepvaart noodhulp te verlenen en voorzag zich op handelspolitiekgebied van bevoegd heden tot contingentering van in- en uitvoer, waarvan voor een toenemend aantal goederen gebruik werd gemaakt. Hierdoor werd het landbouwbedrijf voor financiële ondergang behoed en enkele industriële sectoren kregen verlichting, maar evenals in de meeste andere lan den ontbrak het aan een actieve con- junctuurpolitiek. Op de Londense Wereldconferentie in 1933 schaarde Nederland zich aan de zijde van de voorstanders van een her stel van de externe stabiliteit, d.w.z. van een terugkeer naar vaste, aan het goud gebonden wisselkoersen. De regering vestigde haar hoop en vertrouwen op interne aanpassing d.w.z. aanpassing van het binnenlandse kostenpeil aan de sterk gedaalde internationale prijzen, wat voor landen die niet hadden gede valueerd natuurlijk extra moeilijk was. Bescherming van de koers van de gul den, kostenverlaging en bezuiniging op de overheidsuitgaven werden nu nog duidelijker dan voorheen kenmer kend voor het beleid. Voor leniging van de ellende van de werkloosheid werden zeer beperkte middelen beschikbaar ge steld voor de uitvoering van produktieve •werken (werkverruiming) en iets meer voor de tewerkstelling van werklozen in werkverschaffingsprojecten. Maar een merkbaar effect op de omvang van de werkloosheid hebben deze maatregelen niet gehad. Anders dan in vele landen, waar, mede dank zij de overgang tot een conjunc- tuurstimulerend beleid, het dieptepunt van de Grote Depressie in 1933 werd bereikt, bleef het in Nederland in de vol gende jaren verder bergafwaarts gaan. Niet alleen konden wegens hun zwakke concurrentiepositie en de buitenlandse handelsbelemmeringen de exportbedrij ven zich niet herstellen, maar de werk loosheid breidde zich in toenemende mate uit tot bedrijfstakken, die zuiver nationaal waren georiënteerd - een blijk van voortschrijdende binnen landse verarming. In 1935 bereikte de werkloosheid een jaargemiddelde van 385 (XX); in 1936 van meer dan 400 000 met een (seizoens)top in januari van dat jaar van 475 000. De aanpassings- en bezuinigingspolitiek bracht steeds toe nemende interne spanningen teweeg en de Nederlandse conjunctuur verloor het contact met de conjunctuurontwikke ling in het buitenland. Dit duurde tot september 1936, toen de laatste goud bloklanden het hoofd in de schoot leg den (België had reeds in april 1935 de franc gedevalueerd) en Nederland door een scherpe speculatie tegen de gulden werd gedwongen om de strijd voor de 'gave gulden' eindelijk op te geven. Van de te hoog gewaarde valuta en de aanpassingspolitiek verlost, liet een ver betering van de Nederlandse economi sche toestand niet lang op zich wach ten. Maar de verzwakking, die zich in zovele jaren van achteruitgang voltrok ken had, was zodanig dat, toen de Tweede Wereldoorlog ontbrandde, het herstel in Nederland bij dat in vele ande re landen was achtergebleven. Als wij in september van dit jaar her denken, dat het 50 jaar geleden is, dat de Grote Depressie begon, mogen wij tevens in herinnering brengen, dat het 43 jaar geleden is dat de donkerste periode in de Nederlandse economi sche geschiedenis van deze eeuw - al thans in vredestijd - tot een einde kwam.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 16