Enkele De ervaringen in de Grote >nclusies Depressie opgedaan ge ven aanleiding tot het trekken van enkele con clusies. 1 Als aan het economi sche proces de vrije loop wordt gelaten, kunnen, wegens de inwerking van psychologische factoren op de investeringsactivi teit (anticipaties, specu laties, wantrouwen, liqui diteitsvoorkeur) scherpe schommelingen in de werkgelegenheid niet worden voorkomen. Der halve moet het volume van de investeringen on der controle worden ge bracht, zo nodig door af remming, zo nodig door stimulering, desnoods mede door inkrimping of opvoering van overheids investeringen. (Deze con clusie is het scherpst ge formuleerd door J. M. Keynes.) 2 Hoewel het volume van de agrarische pro- duktie, globaal genomen, op prijsstijgingen met uit breiding reageert, volgt inkrimping van deze pro- duktie niet automatisch op een daling van de prij zen in de landbouwsec tor, zoals wel in de indus trie het geval is. D.w.z. het vrije-prijsmechanis- me in de landbouw faalt in zijn taak het aanbod aan de vraag aan te pas sen als een toestand van overproduktie intreedt. Derhalve is ordering van de landbouwproduktie vereist om de gewenste stabiliteit in het agrari sche inkomen te waar borgen. 3 Een voortgezette da ling van het algemene prijsniveau (deflatie) werkt zo mogelijk nog ongunstiger op het eco nomisch proces dan een voortgezette prijsstijging (inflatie). Beide brengen ernstige verstoringen in de prijsverhoudingen, het produktiepatroon en de inkomensverdeling, maar een voortgezette deflatie ondermijnt de rentabili teit van het moderne be drijfsleven met zijn hoge vaste kostenstructuur, verzwaart alle debiteu renposities, tast het bank- en kredietwezen aan en heeft onvermijde lijk algemene verarming en grote werkloosheid ten gevolge. Derhalve moet het geld- (inclusief het krediet-)volume on der controle worden ge bracht, voor te grote ex pansie worden behoed, maar ook voor te grote contractie beschermd, en moet de geldswaarde zo veel mogelijk worden ge stabiliseerd. 4 De gezondheid van het particuliere bankwezen moet bij voortduring wor den gewaarborgd en de Centrale Bank moet be reid en in staat zijn om een run op het bankwe zen te accommoderen. 5 Het internationale mo netaire stelsel moet zo worden georganiseerd, dat het bevorderlijk is voor een vrij internatio naal betalingsverkeer, en een noch inflatoir, noch deflatoir internationaal kredietverkeer, zo moge lijk met stabiele, maar anders met onder inter nationale controle gestel de zwevende wisselkoer sen. Het mag echter geen keurslijf vormen, waarin nationale economieën worden verhinderd, zo nodig door devaluatie of revaluatie, een hoge graad van werkgelegen heid te bereiken met een internationaal aangepast prijsniveau. 6 Protectionisme is niet de geëigende uitweg uit een depressie, maar slaat om zich heen en verer gert slechts de algemene toestand door inkrimping van het internationale handelsverkeer en be lemmering van het eco nomisch herstel. 7 Wanneer het arbeids aanbod de vraag over treft en onvrijwillige werkloosheid optreedt, die niet door sociale ver zekering wordt gedekt, dient de overheid aan de werklozen financiële bij stand te verlenen volgens door de gemeenschap als redelijk erkende normen. Dit is niet alleen een eis van sociale rechtvaardig heid, maar het bevordert ook de stabiliteit van de economie. De meeste van deze conclusies zijn thans in de belang rijkste landen gemeengoed geworden, en hoewel de toepassing ervan nog verre van perfect kan worden ge noemd, en ook andere dan conjuncturele gevaren de gestadige groei en de stabiliteit van de wereldecono mie bedreigen, toch lijkt er voldoende economisch in zicht te zijn gegroeid en voldoende politieke inzetbe- reidheid zich te hebben ontwikkeld, om de verwachting te rechtvaardigen dat een calamiteit als de Grote De pressie van de 30er jaren zich niet zat herhalen. Europese debiteurlanden waren in be langrijke mate op de been geholpen door toestroming van buitenlands, spe ciaal Amerikaans kapitaal. Reeds voor het eind van de hausse kwam hierin een ^entering, eerst wegens de financie ringsbehoeften van de beursspeculatie en na de beurscrisis door een verdere vermindering van de buitenlandse kre dietverlening Reeds voor het eind van 1929 kwamen hierdoor een aantal Europese financieringsinstellingen in moeilijkheden, waardoor het vertrou wen geschokt werd. Ook de Duitse herstelbetalingsverplichtingen moesten worden herzien. Spoedig daarop begon nen aanzienlijke kredietonttrekkingen, waardoor de Oesterreichische Creditan- stalt, een van de grootste Oostenrijkse banken, in déconfiture geraakte (mei 1931). Dit veroorzaakte een run op de banken, die zich verspreidde over Cen traal- en Zuidoost-Europa. Te zamen met de ingetreden scherpe prijsdaling werkte de kredietcontrac tie verlammend op het bedrijfsleven en in 1932 steeg de Duitse werkloos heid tot over de 6 miljoen. Ook Engeland werd ernstig door de de pressie getroffen. Toen Engeland, na een jarenlange onderbreking, in 1925 terugkeerde tot het stelsel van de gou den standaard was de koers van het pond sterling, ondanks de verzwakking van de Engelse economie, op het oude peil hersteld en dat bleek te hoog te zijn, hetgeen de concurrentiepositie van het land ondermijnde. Toen de prijsdaling op Engelands voornaamste buitenland se afzetmarkten begon, kregen vooral de exportindustrieën het zwaar te ver duren. Ook hier nam, toen de depressie zich over de wereld verspreidde, de werkloosheid aanzienlijk toe, om in 1932 bijna 3 miljoen te bereiken. Mede door verminderde inkomsten uit buiten landse beleggingen en het internationa le dienstenverkeer, kwam het pond on der sterke druk te staan, en toen als re actie op de bevriezing van vorderingen op Duitsland, kapitaalonttrekkingen en speculatieve kapitaalbewegingen zich tegen Engeland keerde en grote bedra gen aan goud moesten worden afge staan, besloot Engeland op 21 septem ber 1931 de verdere goudafgifte te sta ken, waardoor het pond ging 'zweven'. Dit voorbeeld werd door de Scandinavi sche landen, de Britse dominions (be halve Zuid-Afrika) en een aantal andere landen, w.o.Japan, gevolgd. Hiermede begon de disintegratie van het internationale monetaire stelsel, hetgeen voor het wereldhandels- en kapitaalverkeer zeer schadelijke ge volgen had. De verspreiding van het protectio nisme en de Londense Conferentie Reeds in de zomer van 1930 hadden de Verenigde Staten hun protectionistisch tarief van invoerrechten verscherpt en Engeland, lange tijd de kampioen van de vrijhandel, voerde kort na de val van het pond ook een beschermend tarief in. Veel andere landen namen hun toe vlucht tot directe invoerbeperkingen, zoals invoercontingentering en/of devie- zenrantsoenering. Op 30 januari 1933 kwam in Duitsland Hitier aan het bewind, die systematisch een politiek van economische autarchie (nationale zelfgenoegzaamheid) in prak tijk bracht. Weliswaar slaagde hij daar door, te zamen met de uitvoering van grote publieke werken en een omvang rijk bewapeningsprogramma, de werk loosheid in Duitsland te overwinnen, maar de autarchische politiek verhin derde enige merkbare opleving van de Duitse buitenlandse handel, die gedu rende de eerste depressiejaren reeds sterk geslonken was, toen de binnen landse produktie zich herstelde. Enge land sloot in 1932 met de Britse domini-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 15