sel en een ernstige verstoring van het internationale handels- en betalings verkeer. In maart 1933 was van de beurswaarde van 350 Amerikaanse industriële aande len ten tijde van de hausse 80 percent verloren gegaan. De industriële groot- handelsprijzen van landbouwprodukten en andere grondstoffen waren ten op zichte van september 1929 met meer dan 50 percent en die van industriële goederen met 25 a 30 percent gedaald. Het volume van de wereldhandel was ineengeschrompeld tot 70 percent; zijn waarde tot 35 percent van het laatste kwartaal van 1929. De Verenigde Sta ten, Duitsland en Engeland telden te za nten 22 miljoen, de gehele wereld vol gens schatting omstreeks 30 miljoen werklozen. Dit, in zeer grote trekken, is het beeld van de ravage, die de Grote Depressie teweeg bracht. De verarming, de zorgen en het leed, die achter deze cijfers staan, kan de huidige generatie zich moeilijk voor stellen. Machteloosheid om het econo mische wereldgetij te keren overheerste in die jaren. Sociale voorzieningen, zoals wij nu kennen, ontbraken of waren, naar huidige maatstaven gemeten, minimaal. Geen wonder, dat onder deze omstan digheden, zowel in het politieke als in het sociaal-economische denken, zich een versnelde evolutie voltrok, die ech ter een wijd spectrum vertoonde en in belangrijke mate nationaal was bepaald. Kenmerkend was een versterking van het nationalisme in vele landen, dat in Duitsland, waar de werkloosheid de grootste omvang bereikte, de vorm aan nam van het nationaal-socialisme, ter wijl aan de andere kant van het spec trum het communisme sterk in beteke nis won. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog houdt met deze reacties op de Grote Depressie nauw verband. Ook op de economische wetenschap en de economische politiek hebben de ervaringen van de Grote Depressie een revolutionerende invloed gehad. Ik kom hierop aan het slot van dit artikel nog terug. Over de verklaring van de catastrofale economische ontwikkeling in het begin van de 30er jaren zijn veel diepgaande studies gemaakt en is een omvangrijke literatuur verschenen. Ondanks verschil len in accent op de samenwerkende factoren, die tot deze ontwikkeling heb ben geleid, bestaat er over de voor naamste oorzaken, die de Grote De pressie hebben teweeg gebracht, een grote mate van overeenstemming. Laat mij op deze oorzaken iets nader in gaan. De Grote Depressie in de Verenigde Staten Aan de beurscrisis, die in het najaar van 1929 begon, lagen voor die tijd typisch Amerikaanse toestanden ten grondslag: een wijdverspreide en over matige kredietexpansie in de vooraf gaande haussejaren in de vormen van commercieel, hypothecair en consu menten (afbetalings)krediet, opge schroefde winstverwachtingen mede veroorzaakt door gewaagde financiële manipulaties vooral in de superstructuur van een aantal grote ondernemingen, en een grootscheepse speculatie in effecten, waaraan naar schatting 1 Vï miljoen Amerikanen uit alle kringen der bevolking deelnamen, voor een groot deel mede met geleend geld. Deze spe culatie nam, naarmate de hausse lan ger duurde, koortsachtige vormen aan. De schaarse waarschuwende stemmen, dat dit niet langer zo zou kun nen doorgaan, werden aanvankelijk als paniekverwekkend weggehoond, maar toen, na de déconfiture van het Londen- se financiële Hatry concern, de stem ming in New York omsloeg en twijfel en winstnemingen de overhand kregen, stortten de koersen omlaag en wer den velen, die met geleend geld had den gespeculeerd, tot liquidatie van hun effectenbezit gedwongen. Na enkele maanden van snelle val, trad in begin 1930 een licht herstel van de koersindex op, maar in april van dat jaar, toen de economische conjunctuur on miskenbare tekenen van verzwakking vertoonde 'viel de bodem uit de markt' en vervolgens zette de daling zich voort tot het bittere einde, dat omstreeks midden 1932 werd bereikt. Ik herinner mij nog zeer levendig, hoe kort na mijn komst in de Verenigde Staten op een van de eerste dagen na 1930 vele Ame rikanen uit universitaire en zakenkringen met wie ik in aanraking kwam, hoog op gaven van de verrijking, die hun dank zij hun beursspeculatie in de schoot was gevallen, maar ook duidelijk hun te leurstelling en bezorgdheid toonden over de verliezen, die zij reeds hadden geleden en de ernstige bedreiging van wat er van hun spaargeld over was, res pectievelijk over hun oplopende schul den. Optimisme had voor pessimisme plaatsgemaakt. Nog harder, omdat een veel groter deel van de Amerikaanse bevolking erdoor werd getroffen, kwam de daling van de prijzen der voornaamste landbouw produkten aan, die terzelfdertijd cata strofale vormen aannam (zie staat van enkele groothandelsprijzen). Gedurende de 20er jaren had het Amerikaanse landbouwbedrijf een industriële revolu tie doorgemaakt in de vorm van een mechanisatie op grote schaal. Aanvan kelijk waren de grondprijzen sterk ge stegen en dit was de basis geweest voor een grote vermeerdering van het hypothecair krediet, hetgeen het moge lijk maakte de kosten van de modernise ring, maar ook veel, minder produktieve uitgaven, te financieren. Als gevolg van de toegenomen produktie - ook in an dere landen was, als reactie op de schaarste die tijdens en kort na de Eer ste Wereldoorlog was ontstaan, de pro duktie sterk uitgebreid - had omstreeks 1936') 1,02 1,05 0,12 0,88 0,23 1925 het aanbod van landbouwproduk ten de vraag ingehaald en de prijzen (ook de grondprijzen) begonnen toen reeds te dalen. Een uitzonderlijke grote oogst in 1929 versnelde deze prijsval en het duurde tot 1933 voor hier een kentering intrad. Gedurende dit proces geraakten vele boeren in ernstige betalingsmoeilijkhe den en verminderde vanzelfsprekend de koopkracht van de gehele plattelands bevolking. In de industriële sector bereikte de op gaande conjunctuur omstreeks midden 1929 haar hoogtepunt. De industriële produktiecapaciteit was in de vooraf gaande jaren, mede dank zij verbeterin gen in de techniek en de introductie van nieuwe produkten, geweldig uitgebreid, vooral in de produktiemiddelenindustrie en die van duurzame gebruiksgoederen, Groothandelsprijzen van enkele landbouwprodukten in de VS (S) 1925 1929 1930 1931 1932 1933') 1935 TARWE, bushel 1,43 1,03 0,67 0,40 0,38 0,75 0,83 MAIS, bushel 0,70 0,80 0,60 0,32 0,31 0,52 0,65 KATOEN, pond 0,23 0,19 0,13 0,08 0,06 0,08 0,12 WOL, pond 1,40 0,98 0,76 0,62 0,48 0,66 0,72 TABAK, pond 0,17 0,18 0,13 0,08 0,10 0,13 0,18 In mei 1933 voerde de Amerikaanse regering produktiebeperkende maatregelen in voor de vermelde produkten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 13