wob
In deze beide verslagen werden enige
lichtpunten betreffende onze economie
gesignaleerd. Ook de uitkomsten van de
laatste conjunctuurtesten van het CBS
gaven een belangrijke verbetering te
zien.
De lichtpunten waren met name de
gunstige ontwikkeling van de industriële
produktie, de min of meer stabilisatie
van de inflatie in het afgelopen halfjaar
en de verwachte sterke groei van de ex
port. Met name de verrassende export-
groei, die in het eerste kwartaal van
1979 in volume ruim 7 bedroeg, werd
door de OESO gesignaleerd.
Volgens de varianten van het Centraal
Planbureau zou dit onder meer een toe
name van het produktievolume van de
bedrijven betekenen, en extra investe-
ringsgroei tot gevolg kunnen hebben en
tot een vermindering van de conjunctu
rele werkloosheid moeten leiden. Voor
waar geen ongunstige ontwikkeling. Per
saldo zou er een economische groei van
3 uit kunnen rollen, hetgeen over
eenkomt met de recente OESO-progno-
se, waar echter geen rekening is gehou
den met de olieprijsstijgingen.
Een tegenvaller, die echter zeer zeker
meegenomen moet worden. Hoewel dit
voor ons land minder ongunstig is dan
voor onze meeste handelspartners, kan
dit in de tweede helft van dit jaar een
toename van de inflatie, een afname
van de exportgroei en een vermindering
van de groei van de produktie van be
drijven tot gevolg hebben. Toch mag
verwacht worden dat de consequenties
van de olieprijsverhoging pas in 1980
meer op de voorgrond zullen treden.
De conclusie zal dan ook voorlopig mo
gen zijn, dat de economische groei voor
ons land in 1979 2,5 a 3 zal bedragen,
de inflatie 4 a 4,5 groot zal zijn en het
tekort op de lopende rekening van de
betalingsbalans circa f 1,5 miljard zal
bedragen. De aanvankelijke scepsis ten
opzichte van het Centraal Plan 1980
blijkt uiteindelijk toch enigszins mis
plaatst geweest te zijn.
ZELFS DE KOEKOEK WEET HET
BETER
De burger met vakantie, het parlement
op reces, ministers nemen waar voor el
kaar. Dit is de zomertijd. Maar als je
weer terug bent van weggeweest valt je
altijd op hoeveel oude, soms bijna ver
geten klanken weer op je afkomen. Het
lijkt of ondergeschoven onderwerpen uit
het verleden jouw vakantie aangrijpen
om weer in de top van de te behandelen
stukken te belanden. Deze zomer- hij is
nog niet afgelopen kwamen de ener
giebeperking, de grondpolitiek, de infla-
tieneutrale belastingheffing van het
plan-Hofstra met tal van andere achter
gebleven vragen weer behoorlijk boven
drijven in de actualiteit.
Zo ook de 'Postbank-kwestie', het wets-
De vakantieperiode is voor de meesten
onder ons weer voorbij. Het werk is be
gonnen en tegen het einde van augus
tus begint het nieuwe vergaderseizoen.
Het bankbedrijf loopt uiteraard door, de
valutamarkten en dus ook de rentebe
wegingen trekken zich niets aan van de
'vakantierust'. We hebben weer heel
wat beweging gezien. Vooral op de
geldmarkten: verhoging van de opslag
rente, door de handelsbanken, én verho
ging van het promessedisconto door De
Nederlandsche Bank, vrijwel gelijktijdig
op de telex. Zoiets komt weinig voor in
Nederland en is dan ook een teken van
een nerveuze markt.
Wij hebben niet meegedaan met de eer
ste verhoging. Na 10 dagen werd de
eerste maatregel door de handelsban
ken teruggenomen.
Achteraf zou je kunnen zeggen dat we
het goed 'gezien' hadden.
Dit is uiteraard niet het geval. Wat we
wél hebben willen doen is de situatie op
de markt nog eens enkele weken aan
zien of aan wéér een extra verhoging
viel te ontkomen. Dat gebeurde. Een
volgende keer kan het best zijn dat we
hetzelfde doen, maar dan later toch
moeten volgen. Ook dan mag niet wor
den gezegd dat we het dan 'dus niet
goed gezien' zouden hebben.
We hebben gelukkig een aantal onaf
hankelijke marktpartijen die onderling
concurreren, soms scherp naar buiten
toe zichtbaar voor debet- en creditta-
rieven, soms minder op de tarieven en
meer op een toegespitst voorwaarden-
pakket. Dit is een juiste bankpolitiek.
Het grootste gevaar voor het Neder
landse bankwezen, zowel particulier als
coöperatief, zou hierin gelegen zijn als
dit niet, of onvoldoende, meer naar bui
ten zou komen.
Uiteraard zonder gezond bancair hande
len aan te tasten is dit ook een eerste
opdracht onzerzijds. Anders kunnen wij
onze pretentie, te handelen in opdracht
en vertrouwen van leden en spaarders,
ook wel vergeten. Deze opdracht is er
niet minder op geworden nu de kaart
van het Nederlandse bankwezen - voor
al gedurende de laatste vijftien jaar - zo
ingrijpend is gewijzigd. Het aantal onaf
hankelijke marktpartijen is aanzienlijk
verminderd. Door fusies en overnamen
beschikt Nederland nu nog slechts over
zeventien onafhankelijke marktpartijen,
tenminste, indien we de vestigingen van
buitenlandse banken niet zouden mee
rekenen. Deze grondige herverkaveling
is bepaald geen teken van gemakkelijk
bankieren, integendeel. En ook nu is de
concurrentie alert en scherp, getuige
ook het moeizame gevecht voor behoud
of verbetering van solvabiliteit in het
Nederlandse bankwezen.
Eind juli is ook weer het overzicht ver
schenen van de 'American Banker' over
de 500 grootste bankinstellingen in de
wereld. Daaruit blijkt dat de drie groot
ste banken praktisch behoren tot de 25
grootste. Eind 1977 stonden Rabobank,
ABN en Amro respectievelijk als 26e,
27e en 28e op de ranglijst. Eind 1978
was de volgorde 23, 26 en 24. De op
schuiving naar boven) van de Neder
landse banken is vooral ook positief
beïnvloed door de waardering van de
gulden tegenover de dollar. De onderlin
ge verschillen tussen deze drie zijn wat
betreft de toevertrouwde middelen of
balanstotaal miniem. Ik heb er dan ook
geen behoefte aan enig verschil daar
tussen te pretenderen. Er is wel een
groot verschil in structuur, buitenland
activiteiten of marktaandelen in diverse
sectoren. Deze rangordeverschillen heb
ben dan ook weinig betekenis. De enige
betekenis is gelegen bij het presenteren
van onze organisatie in het buitenland.
Daarnaast hebben we in Nederland als
volwaardige bank vooral de Nederland
sche Middenstandsbank, een bank, die
de laatste jaren snel groeit en op ruim
40 van het balanstotaal van de 'grote
drie' ligt; én een aantalprivébanken, zo
als Slavenburg, Nederlandse Crediet-
bank en Van Lanschot, ieder met hun ei
gen speciale marktpositie en deskundig
heden. De omvang van enkele buiten
landse bankinstellingen in Nederland
begint hun het karakter van Nederland
se bankinstellingen te geven.
De Spaarbankbond - een grote markt
partij - kampt nog sterk met zijn inwen
dige structuur en hoe het met de zgn.
'Thuisbank' gaat lopen, moeten we nog
maar afwachten.
Panta rhei, alles beweegt: bij het zwem
men in de branding moet je zien op de
toppen van de golven te blijven, anders,
vergeet het maar.
Lardinois