geld- en kapitaalmarkt Zoals de laatste tijd gebruikelijk moet ook ditmaal het overzicht van de ontwikkelingen op de geld- en kapi taalmarkt worden begonnen met een nadere beschou wing over de valutaire gebeurtenissen. De in het vorige overzicht gesignaleerde sterkte van de dollar, welke in Amsterdam begin juni nog f2,10 no teerde, sloeg in de tweede helft van juni om. Nadat eerst de nieuwe olieprijsverhogingen en later de ener gieredevoeringen van president Carter ervoor gezorgd hadden dat de dollar een minder geliefd object werd, leidde de collectieve ontslagaanvrage van het gehele Amerikaanse kabinet ertoe dat de dollarprijs weer ver sneld omlaag ging. Zo noteerde deze munt in de derde week van juli weer minder dan f2,-. Vervolgens trad er enig herstel op mede door de benoeming van P. Volcker tot president van de Amerikaanse centrale bank. Het afzwakken van de dollarkoers werd overigens nog geremd door zeer forse interventies, terwijl bovendien de rente in de Verenigde Staten verder omhoog ging. De koers van het pond sterling bewoog zich precies in omgekeerde richting. De sterke energiebalans en de conservatieve regering gaven de koers een zodanige steun dat deze van 25 juli tot 31 juli opliep van f4,38 tot f 4,60. Deze factoren hebben ertoe geleid dat een aantal En gelse kapitaalrestricties zijn afgeschaft. Zo kunnen sinds 19 juli Engelse bedrijven weer zonder beperkin gen in het buitenland investeren en kunnen weer bui tenlandse aandelen en obligaties worden gekocht zon der dat daarvoor een premie behoeft te worden be taald. Van deze afschaffing ging bijvoorbeeld ook een tweetal dagen een zeer positieve invloed uit op de Am sterdamse effectenbeurs. De ontwikkelingen binnen het EMS werden derhalve door de dollarzwakte in sterke mate beïnvloed door de autonome monetaire politiek welke de Westduitse autoriteiten voeren. Gezien de sterke positie van de Duitse mark kunnen ze dat ook. Om de inflatoire werking van de verhoogde grondstof- prijzen niet te veel te laten doorwerken, werd het dis conto verhoogd en de geldhoeveelheid beperkt. Het omhoog brengen van de Duitse rente bracht met zich mee dat de rente in de meeste andere EMS-landen ook omhoog ging. Dientengevolge brak op de geldmarkten de discomania in juli door in de vorm van discontoma- nia. Van medio juni ging het disconto in Duitsland van 5,5 naar 6 in België van 9 naar 11 en in Ne derland van 8 naar 9 Hoewel de Duitse mark ten opzichte van de gulden niet de maximaal toegestane afwijking bereikte, heeft De Nederlandsche Bank toch op beperkte schaal geïnter venieerd. De rente voor 3-maands interbancaire deposito's ging van medio juni tot ultimo juli van 8,7 naar 9,6 ter wijl zij in de tussenliggende periode heeft gefluctueerd tussen 8,4 en 10,1 Gemiddeld kwam zij in juni op 8,68 en in juli op 9,64 De belangrijkste factoren die het gebeuren op de geldmarkt in deze periode be paalden, zijn in het bovenstaande reeds beschreven: valutaire onrust, interventies, discontoverhogingen en door dat alles een grote onzekerheid. Deze werd nog geaccentueerd door een zeer kortstondige verhoging van de opslagrente door het bankwezen. De ruimte op de geldmarkt werd in sterke mate beïn vloed door de uitkeringen van het Rijk. Aangezien er niet voldoende geld in kas was, moest herhaaldelijk een beroep worden gedaan op de speciale faciliteit bij DNB ter grootte van f 1400 miljoen waarvoor her Rijk in krappe periodes kan beschikken. Voor zover bekend, behoefde geen gebruik te worden gemaakt van het in het voorjaar met De Nederlandsche Bank afgesloten fi nancieringsarrangement. De tekorten van de banken bleven in de beschouwde periode groot (gemiddeld f2,2 miljard). Gedurende de eerste zeven maanden van 1979 hebben de banken nog niet per saldo credit gestaan; het gemiddelde te kort komt zelfs uit op f 2,9 miljard tegen f 1,7 miljard in de overeenkomstige periode van 1978. Deze ontwikke drs. B. J. Kruimel Studiedienst ling wijst op een voortgaande structurele verkrapping van de geldmarkt, welke het bankwezen zelf slechts in beperkte mate kan redresseren. Op de kapitaalmarkt steeg de rente van medio juni tot medio juli met 0,2 Met name de kapitaalmarktex port bevorderende maatregelen van de Engelse rege ring leidden ertoe dat op 19 en 20 juli de rente weer even hard daalde, waarna enige stabilisatie optrad. Gemiddeld kwam de rente op 9,07 in juni en op 9,10 in juli. Op de emissiemarkt zagen een beperkt aantal nieuwe leningen het licht. In de tweede helft van juni waren dat een f 15 miljoen grote ziekenhuislening en een f 100 miljoen lening van het verzekeringsconcern Ennia (9,25 Het tegelijk met de lening vaststellen van de uitgiftekoers (100 was in de gegeven marktomstan digheden een voldoende waarborg om de lening te la ten mislukken. In juli kwam eerst weer een ziekenhuis en vervolgens de bank Pierson, Heldring en Pierson aan de beurt. Deze bank trok op de inschrijfdag haar aangekondigde 9,5 lening terug omdat op die dag het disconto met een half punt werd verhoogd. Een week later werd de lening opnieuw aangekondigd maar nu met een emis- siekoers van 99% in plaats van 100%. Ondanks het feit dat op de nieuwe inschrijfdag het disconto op nieuw werd verhoogd, werd deze 10,5 jarige lening toch een succes. Eind juli kon de ABN een kapitaalobligatielening met eenzelfde looptijd plaatsen welke een rente had van 9,75 De omvang van deze lening (f 100 miljoen) stak schril af bij de vorige (overigens niet achtergestelde) lening van deze bank (f 250 miljoen). Op de laatste dag van de maand werd de vijfde Staatslening van 1979 aange kondigd. Deze lening kwam in voorwaarden (9 10,5 jaar) overeen met de Staatslening van eind mei, zodat wij na ruim twee maanden weer naar hetzelfde rente niveau zijn teruggekeerd. Op de onderhandse kapitaalmarkt deden zich dezelfde rente-ontwikkelingen voor. De activiteiten op deze markt waren overigens nogal beperkt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 40