van deze banken met niet-coöperatieve banken. Toekomst van de coöperatie De coöperatie is in nood geboren. Haar leden zijn in samenwerking tot welvaren gekomen. Is de specifieke taak van de coöperatie hiermee beëindigd en is zij een zuiver commercieel bedrijf gewor den als vele anderen? Wij menen, dat dit niet het geval is. Wel betreffen de coöperatieve karaktertrek ken voornamelijk de wijze van dienst verlening van onze organisatie: de sfeer, waarin wij zaken doen met leden en cliënten. In de diensten zelf bestaat nauwelijks nog verschil. Daardoor is het een thans herkenbare mentaliteit, an ders roept het 'uitdragen' slechts irrita tie op. Doel Rabobank De plaatselijke Rabobank is een coöpe ratieve vereniging. Het doel van deze vereniging is het behartigen van de be langen van haar leden. Zij doet dit door het verlenen van financiële en daaraan sterk verwante diensten. Het lidmaat schap geeft recht op continuïteit van bediening, mits bancabel verantwoord. De bank kan een lid niet onbediend la ten, omdat zij uit rentabiliteitsoverwe gingen meer brood zou zien in bedie- Uitwerking richtlijnen 1 Op passende en rendabele wijze voorzien in werkelijk bestaande be hoeften aan financiële diensten van leden en cliënten. De bovenstaande dienstverleningsdoel stelling is de rode draad door het markt optreden van de Rabobankorganisatie. Niet verkooppotentieel of winstmoge lijkheden, maar de werkelijke behoeften van leden en cliënten zijn uitgangspunt. Dit betekent, dat de Rabobank geen technieken zal toepassen die langs kunstmatige weg vraagverhogend kun nen werken, en terecht kritiek oproepen door hun tendentieus of zelfs agressief Drs. J. H. J. Aders Stafgroep Marktbeleid RICHTLIJNEN VOOR HET MARKTOPTREDEN VAN DE COÖPERATIEVE BANK onderscheid tussen coöperatieve ban ken en niet-coöperatieve banken niet al tijd direct waarneembaar voor de cliënt. Toch mag de invloed van abstracte sfeerelementen als de bedrijfsfilosofie op de door de afnemers ervaren kwali teit van het dienstbetoon niet worden onderschat. Het effect van deze ele menten moge moeilijk onder woorden te brengen zijn, het is wel degelijk aan wezig. Een voorbeeld: aan het eind van de zestiger jaren ontbrandde de concur rentiestrijd om de privérekeningen. Een privérekening is overal hetzelfde. Toch zijn de coöperatieve banken erin ge slaagd een groot relatiebestand op te bouwen. Waarom? Een ander voor beeld: marketingmanagers willen graag het effect van de door hen gebruikte marketinginstrumenten meten. Hiervoor zijn marktaandeelmodellen ontwikkeld. Tot nu toe is echter de verklarende waarde van de rekenmodellen zeer be perkt gebleken. Waarom? Een laatste voorbeeld: in de voedings- en genot middelensector bestaan sterke consu mentenvoorkeuren voor bepaalde mer ken, terwijl bij produkttesten de consu ment zijn eigen merk niet eens herkent. Waarom? Laten wij vooral voorzichtig zijn het met wegpraten van verschijnselen, alleen omdat hun effect niet meetbaar is. Bij het benadrukken van het coöperatie ve karakter van de organisatie is essen tieel, dat dit gebeurt vanuit een prakti sche en aan de tijd aangepaste be schouwingswijze. De waarde van de coöperatie anno 1978 zal in de praktijk bewezen moeten worden op basis van praktisch nut nu en 1 Op passende en rendabele wijze voorzien in werkelijk bestaande be hoeften aan financiële diensten van leden en cliënten. 2 Een kleinschalige wijze van dienstver lening nastreven, waardoor persoon lijke advisering van de cliënt binnen het plaatselijke werkgebied mogelijk wordt. 3 Handhaven van het marktevenwicht. 4 Voeren van een maatschappelijk ma nagement. 5 Onderkennen van sociale taken bui ten de landsgrenzen. 6 Bewaken van de democratische organisatievorm. 7 Motiveren van de medewerkers. 8 Voorlichting geven aan afnemers en medewerkers. elkaar verstaan, en elkaar nader komen. ning van een meer lucratieve buiten staander. De continuïteit in belangenbe hartiging houdt in, dat de bank achter haar leden blijft staan. Niet alleen in tijden van voorspoed, maar ook in moeilijker omstandigheden. Bij het realiseren van haar doelstelling beweegt de Rabobank zich op de markt voor financiële dienstverlening. Hierbij houdt zij zich aan een aantal richtlijnen. Op de keper beschouwd hebben niet alle richtlijnen een exclusief karakter, in die zin dat zij alleen zouden gelden voor coöperatieve organisaties. Nochtans leert de ervaring, dat ondernemingen met een op zich zelf staande rende mentsdoelstelling, waartoe dienstverle ning middel is, een ander bedrijfskli- maat kennen dan dat zou resulteren uit naleving van de acht richtlijnen. karakter. Het is beneden het niveau van een coöperatieve bank, bij de cliënt ge forceerd behoeften op te wekken om er vervolgens als de kippen bij te zijn om op lucratieve wijze in die behoeften te voorzien. Op grond hiervan leggen wij ons beper kingen op bij onze publiciteitsvoering en zien bijvoorbeeld af van 'hard selling'. Het betekent ook, dat wij de cliënt niet verder bedienen dan voor hem in zijn omstandigheden passend is (b.v. om overkreditering te voorkomen). Vanzelfsprekend zal de dienstverlening op rendabele wijze plaats moeten vin den. Rentabiliteit is een randvoorwaar de voor continuïteit. De rentabiliteits- eisen worden begrensd door de normen die gesteld worden aan de omvang van het weerstandsvermogen. Wanneer de als doel gestelde solvabiliteitsbuffer zal zijn bereikt, kan met het handhaven van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 17