erkent dat er op lange termijn wellicht overcapaciteit dreigt voor de Nederland se wegenbouw, omdat de bestaande produktiecapaciteit te groot is voor de vraag hier. Hij wilde ook wel, zij het zeer voorzichtig, een verband leggen tussen deze overcapaciteit en het zoeken van aansluiting door Nederlandse aanne mers op de Europese markt. Colloquium De heer W. E. Geerling, secretaris van de Vereniging van Nederlandse Aanne mers met belangen in het Buitenland (NABU) - evenals de NVWB aangeslo ten bij het AVBB - is daarin uitgespro kener. Hij gaf toe dat de overcapaciteit in de bouwindustrie in de Europese Ge meenschap al enige tijd een belangrijk discussiethema is. Dat is bijvoorbeeld gebleken tijdens een vorig jaar novem ber, onder auspiciën van de permanente commissie voor EG-zaken van de FIEC, in Luxemburg gehouden colloquium over het op touw zetten van een Euro pees infrastructuurprogramma. Spre kers op deze bijeenkomst waren onder andere premier Thorn van Luxemburg, vice-voorzitter Ortoli van de Europese Commissie en Le Portz, directeur van de Europese Investeringsbank. Het AVBB had als Nederlandse gasten voor deze bijeenkomst onder andere enkele direc tieleden van banken, onder wie mr. H. J. A. E. M. Klarenbeek, lid van onze hoofd directie, uitgenodigd. Immers, de finan ciering van Europese infrastructuur pro jecten in samenwerking met de Europe se Investeringsbank, zal grote fondsen vragen die goeddeels door de banken zullen moeten worden bijeengebracht. Niet gerust Hoewel de heer Geerling nu, maanden na het colloquium, nog steeds blij is met de aanzienlijke hoeveelheid goede wil die toen is getoond om de zaken in communautair verband aan te pakken - het beschikbaar stellen van de 'Ortoli- faciliteit' zag hij als een duidelijke aan moediging van de Europese Commissie - is hij er toch niet helemaal gerust op. Hij wijst er terecht op dat in al die jaren dat de Europese Gemeenschappen be staan al heel wat Europese gezindheid met de mond beleden is, terwijl het met de daden niet zo nauw werd genomen. Hoe pakt bijvoorbeeld het aanleggen van een Kanaaltunnel, als Europees pro ject, uit voor aannemers uit landen bui ten Frankrijk en Engeland? Zullen Fran sen en Engelsen er een onderonsje van maken? Of zullen ze toestaan dat ook bouwbedrijven uit andere EG-landen een graantje meepikken? Betalingsbalanseffect De lichte scepsis van de heer Geerling ten aanzien van concrete Europese sa menwerking bij grote projecten neemt overigens niet weg dat hij van harte in stemt met initiatieven om een krachtige lobby van aannemers en vervoerders bij de Europese Commissie en het Euro pees Parlement in stand te houden. Het colloquium in Luxemburg is er een be wijs van dat die lobby de komende tijd nog zal worden versterkt. De Nederlan ders zullen ongetwijfeld flink de trom roeren. Dat is ook nodig. Uit een rapport van het Nederlands Economisch Insti tuut (NEI) van november vorig jaar blijkt immers dat het effect van Nederlandse aannemingswerken in EG-landen op onze nationale betalingsbalans in ver houding tot het betalingsbalanseffect van buitenlandse aannemingswerken in niet EG-landen steeds kleiner wordt. Het totale betalingsbalanseffect van de buitenlandse werken van alle Neder landse aannemers bedroeg in 1977 1,262 miljard gulden. Daarvan heeft 228 miljoen gulden (of wel 18 betrekking op aannemingswerken in EG-landen en 1,034 miljard gulden (of wel 82%) op activiteiten buiten de EG. Het hier ge noemde totale betalingsbalanseffect van 1,262 miljard gulden is overigens aanzienlijk, zeker als men ervan uitgaat dat dit overeenkomt met 20 procent van het effect dat de export van aardgas op onze betalingsbalans heeft. 'Gezien de momenteel minder rooskleurige situatie van de betalingsbalans en de voorziene daling van de aardgasexport moet grote betekenis worden gehecht aan de bij drage van aannemingsbedrijven aan de betalingsbalans,' aldus het NEI-rapport. Nieuwe markten Het opvijzelen van het Nederlandse aan deel aan aannemingswerken op de Europese markt zou een belangrijke on dersteuning kunnen betekenen bij de opgave voor de Nederlandse aannemers om - juist nu in een aantal buitenlandse gebieden (het Midden-Oosten) verzadi gingsverschijnselen beginnen op te tre den - te zoeken naar nieuwe markten. Een tegenvaller in dit verband is dat Chi na de poorten toch nog niet zo wagen wijd blijkt te openen als door sommigen in een vlaag van al te groot optimisme werd verwacht. JD

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 14