wob
wob
wob
kan worden gegeven, maar eveneens
dat aan de cliënten naast de reeds be
staande mogelijkheden, een nieuw be
leggingsinstrument wordt geboden,
waaraan naar ons is gebleken, wel be
hoefte bestaat.
Het karakter en de taakstelling van de
Rabohypotheekbank brengen mede, dat
we nu nog aan de proefbanken, en bij
gebleken succes aan een aanzienlijk
grotere groep, de medewerking voor
deze activiteiten durven vragen.
VROUWEN IN DE ORGANISATIE
De Rabobank is een open organisatie,
voor iedereen! Deze stelling van de
voorzitter van onze Raad van Beheer, de
heer Mertens, op de Algemene Verga
dering van 7 juni zal niemand willen be
strijden. Geheel in de lijn van onze tradi
tionele opvattingen in deze ligt het stre
ven van onze aangesloten banken en de
centrale bank om de onderscheiden be-
heerscolleges samen te stellen uit ver
tegenwoordigers van zoveel mogelijk
groepen in onze breedgeschakeerde sa
menleving. We zijn daarom blij dat er
opnieuw tekenen zijn die er op wijzen
dat er steeds meer gedaan wordt om de
ondervertegenwoordiging in de statu
taire colleges van onze organisatie van
een zeer belangrijke groep, de vrouwen,
op te heffen. Dat kan niet van de ene
dag op de ander, dat is begrijpelijk.
Maar er kan misschien wel nog wat
meer vaart achter gezet worden. Er is
een groot stuwmeer aan bestuurlijk ta
lent bij de vrouwen, waar onze organi
satie ongetwijfeld haar voordeel mee
zou kunnen doen.
Mevrouw ir. N. Köster-Constandse, die
op 7 juni door de Algemene Vergadering
is benoemd in de Raad van Toezicht van
de centrale bank en in de Raad van
Commissarissen van de Rabohypo
theekbank, wijst daar elders in dit num
mer zeer terecht op. Kort voor deze be
noeming kon de Rabobank Noordoost
polder zich overigens ook verheugen in
de benoeming van een vrouw in de
Raad van Toezicht. Het is mevrouw I.
Elshof-Brummelhuis. Geldt voor de cen
trale bank dat zij nu voor het eerst een
vrouw telt in een bestuursfunctie, voor
de aangesloten banken is dit verheu
gende verschijnsel niet nieuw. Al vóór
de benoeming van mevrouw Elshof in
de Noordoostpolder namen vrouwen in
de volgende banken plaats achter de
groene tafels.
Het zijn: M. Vlamings-Steenhoven
(Raad van Toezicht Dinteloord), C. Bo-
vée-van der Kar (Raad van Toezicht Hal
steren), W. E. T. Behet-Kerstens (presi
dente Raad van Toezicht Beers-Gassel),
S. J. Venema-Cupido (secretaresse Be
stuur, Vlieland) en mr. M. F. Sterk-van
der Straten, notaris (secretaresse Raad
van Toezicht, Rotterdam-Westmaas).
Vrouwelijke kassiers en directeuren
hebben de aangesloten banken al vaker
mogen begroeten. Onlangs nog werd
mej. G. S. Maters op betrekkelijk jeug
dige leeftijd reeds benoemd tot directri
ce van de Rabobank Ochten.
We hebben al gezegd: er is een groot
stuwmeer aan vrouwelijk bestuurlijk ta
lent. We hopen daarom dat het beschei
den lijstje met vrouwen in beheersfunc
ties en directiefuncties in onze organisa
tie snel in omvang zal toenemen. De
aan het begin aangehaalde stelling van
de heer Mertens verplicht ons- centrale
bank en aangesloten banken - te blijven
speuren naar kundige vrouwen.
DE BRONZEN HERTOGIN VAN OSS
Het gebeurde in Oss. De Rabobank
aldaar vierde haar 75-jarig jubileum en
bood de gemeente Oss twee bronzen
beeldjes van Hertogin Johanna van Bra
bant aan, één 50 cm en één 150 cm
hoog. De burgemeester schreef een
voorwoordje in een huis aan huis ver
spreide brochure van de Rabobank,
want 'zo'n jubileum is een niet-alle-
daags gebeuren' waar je met 'begrip
voor de situatie en sportiviteit' aandacht
aan besteedt. Tot zover alles heel nor
maal, zou je zeggen.
Een gemeenteraadslid voor de nieuwe
Socialistische Partij dacht er anders
over. Dat voorwoord was volgens hem
regelrecht reclame maken voor een
commercieel bedrijf, dat alleen werkt
met het doel om zoveel mogelijk winst
te maken. Alleen gouden beelden zou
den in overeenstemming met die win
sten geweest zijn! En wat voor belang
hebben de gewone Ossenaren erbij dat
het een Rabobank goed gaat en dat die
veel winst maakt. De Rabobank zou ook
een ideëel uitgangspunt hebben? Waar
blijkt dat dan uit in de praktijk?
Zo te horen een paar pittige vraagjes.
Maar de burgemeester wist er wel raad
mee. Hij citeerde eerst uit de statuten
van de coöperatieve Rabobank Oss: 'De
bank heeft niet het oogmerk winst te
maken, anders dan noodzakelijk is voor
de vorming van een krachtige reserve,
waarnaar bij voortduring wordt ge
streefd'. Ergo, het is pertinent onjuist de
Rabobank te zien als een commercieel
bedrijf, dat alleen werkt met het doel
zoveel mogelijk winst te maken; de
bank kent bijvoorbeeld geen aandeel
houders. Praktisch alle geld komt uit de
gemeente Oss en wordt ook weer bin
nen de gemeente Oss gebruikt. Het
voordelig saldo wordt toegevoegd aan
de algemene reserve. Een deel daarvan
kan worden besteed voor doeleinden,
die de bank van plaatselijk of algemeen
belang acht. In de praktijk gebeurt dit
ook. Vele duizenden guldens worden
jaarlijks besteed ter ondersteuning van
recreatieve, sociale en maatschappe
lijke activiteiten in de gemeente. Ook
verenigingen in Oss zullen dit tot hun
genoegen beamen. En wat het ideële
betreft: 75 jaar geleden werd de Rabo
bank als een vereniging opgericht,
waarbij boeren en burgers, die het goed
ging, hun gelden brachten om zodoende
zwakkeren, die in de begintijd van de
bank vooral in de boerenstand gezocht
moesten worden, te helpen en zodoen
de te beschermen tegen woekerrentes
die toen nog werden gevraagd. De
ideële motieven bestaan, uiteraard aan
gepast aan de huidige omstandigheden,
nog steeds.
'Ik meen dan ook,' aldus de burgemees
ter, terecht te hebben gesteld, dat het
floreren van de Rabobank goed is voor
de gehele Osse gemeenschap, waarbij
ik ook mag attenderen op het belang
van de bank voor de werkgelegenheid in
Oss, juist in de sector, waar zo'n be
hoefte is, te weten de dienstensector.'
Aan dit antwoord van de burgemeester
van Oss hebben wij niets toe te voegen.
Hij liet het juiste licht vallen op de aard
van de bank en op haar verbondenheid
met de plaatselijke gemeenschap.
Wat voor Oss geldt, vinden wij vanzelf
sprekend voor onze banken in alle ge
meenten in ons land, waar zij zijn geves
tigd. Zo vanzelfsprekend, dat we er mis
schien soms te weinig naar buiten over
spreken. Of de burgemeester zijn kriti
sche raadslid heeft overtuigd, weten wij
niet, maar wij moeten in ieder geval dui
delijk blijven tonen wie en wat we als