.'jr
Bankgeheim in gevaar?
Het betalen van 'zegelgeld' ging niet be
paald van harte. Bij andere banken, zo
als de Boaz-bank (reeds lang ter ziele)
gebeurt dat ook niet. Voorzitter tracht
op het gemopper wel te antwoorden
maar komt er ook niet duidelijk uit. In ie
der geval zegt de Zegelwet dat bij stor
ting of terugbetaling boven f 10,een
zegel van tien cents is verschuldigd.
Misschien, denkt uw Terugblikker, zijn
de mutaties bij de andere banken wel
heel klein geweest of probeerden zij de
klanten van de Boerenleenbank op deze
wijze weg te trekken. Wie weet
En dan dat kostbare bankgeheim I
Op de vergadering van 1922 beklaagde
zich een lid erover dat dit niet zorgvuldig
genoeg bewaard bleef. Gelukkig trof
nóch kassier nóch iemand van bestuur
ders enige blaam. Klager of klaagster
kwam namelijk de verplichtingen jegens
de bank niet na zodat 'de deurwaarder
er bij te pas kwam'. Dat is niet geheim
te houden. Zodoende
In 1923 was een buitengewone algeme
ne vergadering nodig. Het bestuur was
van mening dat kassier na afloop van
zijn 'ambtstermijn' rustig kon blijven zit
ten. Dat was niet naar de zin van de se
cure centrale bank: hij moet opnieuw
door de leden gekozen worden. Dat ge
beurde, tot aller tevredenheid, met alge
mene stemmen.
De malaise van de twintiger jaren over
spoelde ook ons land. De banken ont
vingen veel aanvragen tot voorschotten
maar veel te weinig spaargelden.
In 1924 op de vergadering in café Visser
te Uitwellingera moest helaas medege
deeld worden dat een lid failliet was
verklaard. Tóch bestaat onze bank nog;
dat geeft reden tot dankbaarheid.
Een werkelijk belangrijke vraag luidde:
'Worden borgen die naar Amerika ver
trekken van hun borgstelling ontheven?'
Dat niet, maar 'het zal zeer moeilijk
gaan om tegen iemand in Amerika in
Een voor de streek karakteristieke
boerderij in Oppenhuizen.
rechten op te treden'. Jammer is het
ook dat een lid het moet betreuren dat
bestuursleden mensen zijn.
Tot goed begrip; daar heeft hij niets op
tegen maar ze zouden als zodanig wel
eens financiële geheimen kunnen verra
den!
Crisis
In 1932 heerst de crisis nog onvermin
derd. Dat werd ook door de voorzitter
geconstateerd die ook mededeelde dat
reeds vele banken zijn gesprongen - in
Amerika zelfs meer dan tweeduizend in
1931 - maar dat van 'onze' banken nog
niet één is verdwenen.
Er was niet aan te ontkomen dat de re
gering maatregelen moest nemen om te
redden wat er te redden viel. Ook de
agrariërs moesten zich beperkingen op
leggen. Om dat te regelen en af te dwin
gen werden verschillende 'Crisiscentra
les' gevormd. Voorzitter mopperde in
1934 dan ook 'De boer heeft geen vrij
bedrijf meer. Door de verschillende Cri
siscentrales wordt alles aan banden ge
legd'. Hopelijk heeft hij de noodzaak
daarvan wel ingezien.
Op de vergadering van 1936 in café
Schraa waren wel vijfendertig leden
aanwezig. De bank had een reserve van
f8 965,-. 'Als we een goed jaar hebben
dan is de reserve de tienduizend te bo
ven'. Het was echter maar zeer betrek
kelijk in deze malaisetijd, waarin de
waarde van het geld beslist geen onver
anderlijk gegeven was. Voorzitter was
toch zo optimistisch dat hij wel graag
een eigen bankgebouw zou zien met
een kassierswoning daarbij. Een nuch-
terdenkend lid bracht naar voren dat als
kassier slechts f650,- salaris zou ont
vangen en daarvan ook nog huur zou
moeten betalen, men er beter aan deed
een rentenier deze functie te geven.
Datzelfde lid vond het ook niet coöpera
tief, dat het bestuur een kassier be
noemt, want 'onder sollicitanten waren
ook wel personen die zelf een flink lo
caal en huis hadden of wilden inrichten.
Dan kon het alles zónder kosten'. U be
grijpt inmiddels dat kassier Wind zijn
functie had neergelegd.
Misschien wordt het salaris wel zo, dat
men een kassier midden in het dorp kan
krijgen, 'maar dat dit niet in de lijn licht
der Centrale Bank, die altijd maar weer
zegt dat we moeten reserveeren en er
niet in zou toestemmen dat we een ey-
gen gebouw zouden stichten. En laten
we voorkómen om een kassier te be
noemen die over het water woont of op
het eind der dorpen. Er mag ook wel
eens gelet worden op de zitplaats welke
dinsdags gehouden word en niet vol
doende in orde is', aldus de notulen.
Daar wil bestuur wel wat aan doen,
maar moet die zitting wél of niet voort
gezet worden?
Het bestuur heeft er zelfs nog niet over
gedacht om de bank bij de girodienst
aan te sluiten. Dat zou wel wenselijk zijn
voor de zakenlui, want de giro verdient
aanbeveling in verband met de geldzen
dingen naar en van de centrale bank.
Dat was toen nog een ingewikkeld en
letterlijk zwaarwichtig karwei wanneer
het guldens, rijksdaalders en kleingeld
betrof.
De ex-kassier heeft nog niet (we zijn in
1937) officieel om uittreding gevraagd.
Als goed cijferman realiseerde hij zich
dat hem dat f 100,- uittreegeld zou kos
ten, behalve als hij zou vertrekken tot
buiten het werkgebied van de bank.
In maart 1940 kon voorzitter nog zeg
gen dat de grootste moeilijkheden bij
het uitbreken van de oorlog waren over
wonnen, dat het vertrouwen van de le
den en spaarders niet heeft geleden en
dat over 1939 nog een aardige winst is
gemaakt en bijna negenhonderd gulden.
Maar op 12 december 1940 moest de
voorzitter er in café Feenstra ten over
vloede op wijzen dat de oorlogsfakkel
ook over ons land is losgebarsten. Hij
'gedenkt daarbij inzonderheid aan hen
die helaas tevergeefs, hun leven lieten
voor een rechtvaardige zaak'.
Hier eindigen de notulen die Terugblik
ker ter inzage kreeg. U herinnert zich
dat Oppenhuizen en Scharnegoutum
vanaf 1954 samengingen.
Het wordt nu tijd om een en ander te
gaan zeggen over de Friese terpen,
voordat wij andere banken in dit terpen
gebied onder de loep nemen.
Tb.