W/7 sr// /tn-Mf 7 landbouwcommentaar 'standaard bedrijfseenheden' of in een andere techni sche of economische grootheid. Dit alles kon echter niet voorkomen dat bij voortduring gevraagd werd: hoe groot is het middenbedrijf? Welnu, bij de heer Bauwens kan men het allemaal nalezen. Europese onverschilligheid De ministers van Landbouw hebben het in mei rustig aan gedaan. Toen het in april niet mogelijk bleek om een besluit te nemen over de landbouwprijzen, heeft men besloten eerst de uitslag van de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk en voor het Europees parle ment af te wachten. Het was vooral de toenmalige mi nister Silkin die in de Raad de voet dwars zette en het Engelse belang bij een laag prijsniveau voor landbouw- produkten op een agressieve wijze verdedigde. Hij kreeg partij van minister Van der Stee, die de Engelse socialist negentiende-eeuwse zienswijzen verweet, welke gericht zijn op een verpaupering van de boeren stand. Deze schermutseling vond plaats in een uiterst geheime vergadering maar de kranten konden het goed navertellen. Tijdens de verkiezingsstrijd in het Verenigd Koninkrijk kreeg de heer Silking niet meer de gelegenheid nog eens flink in de Raad op te treden. Zijn opvolger, de conservatief Walker, zal het allemaal wat vriendelijker doen, maar het is niet te verwachten dat zijn standpunt fundamenteel anders zal zijn. De rechtstreekse verkiezing van de leden van het Euro pese parlement was de tweede reden om de beslissing over de landbouwprijzen naar 16 juni door te schuiven. Bij deze verkiezingen ging het in de eerste plaats om de mate waarin de kiezers naar de stembus zouden gaan en pas in de tweede plaats op wie zij zouden stemmen. Hoewel elke verkiezing die niet uitgaat van een stemplicht, te maken heeft met het overwinnen van een zekere onverschilligheid, zijn deze eerste Euro pese verkiezingen zelf het onderwerp van een politieke discussie geweest. Niet dat het wegblijven door een groot deel van de kiezers vooral een bewuste politieke keuze is geweest, maar wel dat er argumenten zijn ge bruikt als: het heeft geen zin te stemmen voor een ver tegenwoordiging die toch niets te vertellen heeft. Het gaat daarbij om de vraag van de kip en het ei: het par lement heeft niets te vertellen omdat het niemand ver tegenwoordigt en het behoeft niemand te vertegen woordigen want het heeft toch niets te vertellen. Er gens zal met de democratisering een begin moeten worden gemaakt en dat is nu gebeurd. Voor de landbouw is het politiek volwassen worden van de Europese Gemeenschap van grote betekenis. Men kan niet verwachten dat de Gemeenschap meer taken krijgt, wanneer niet normale democratische pro cedures worden gevolgd. En wanneer niet meer zaken op economisch en monetair gebied gezamenlijk wor den gedaan, is de kans groot dat de landbouwintegra- tie terugglijdt en uiteenvalt in afzonderlijke nationale beslissingen. Daarom zijn de verkiezingen van belang, al is het slechts een stap op een lange, lange weg naar volledige Europese politieke integratie. Hoewel ik niet eens behoor tot de zeven kts-uitverko- renen, heb ik tijdens de algemene vergadering in de Irenehal toch ai met veel bewondering en ook een wat angstig hart staan toekijken bij de demonstratie met kik. ik heb zoals vele bezoekers mijn allereerste volau tomatische kashandeling laten verrichten en automa tisch verstrekte rabobankfiorijnen in ontvangst mogen nemen. ik stond erbij en ik keek er naar en vlak naast me liet ie mand een kopje koffie uit zijn handen vallen. Niet op de apparatuur, die tegen veie zaken is beveiligd, maar een forse sloot koffie niet zal kunnen verdragen. Dat wordt weer denkwerk voor cievere jongens, want het bedie nend personeel zal in de toekomst wei genoegen moe ten nemen met een machineveilige koffiepii. ik wilde niet met u praten over automatisering, dat doen er bij ons ai zo velen. Het is literatuur, waarvoor ik heden uw aandacht vraag. Dat komt zo. ik leerde vroeg lezen, maar de boeken thuis vormden niet het meest ideale vervoer voor een naar schoonheid en avontuur dorstend kinderhart. De figuurlijk en letterlijk zware werken der mannenbroeders van links en rechts vorm den handzaam spelmateriaal bij het fortenbouwen, doch bleven voor mij inhoudelijk boven de maat. Gelukkig woonde aan de overkant een gezin, waar ik mocht lenen, alhoewel de bibliotheek er slechts be stond uit een viertal werken, dat een plaatsje had ge vonden op het plankje met de verzekeringskaarten en het busje met de gasmunten. Het waren Het Neder- landsche Gezinsboek, Het Boek voor de Jeugd, De Avonturen van Bartje Kokliko en Kees, de Jongen. De keuze was erg beperkt, want het eerste boek bleef bui ten mijn bereik, omdat het 'niets was voor kleine jon gens'. Het tweede, dat danig uit de band lag, verloor na enige malen herlezen zijn aantrekkingskracht en dat zal met het derde ook wei zo zijn geweest, want ik herin ner me alleen de titel en de schrijver. Het vierde boek was anders. Dat was het boek van Kees, de Jongen met nog een tweede verhaal in de zelfde band, dat voor mij onbelangrijk bleef. Nee, het ging om Kees Bakels, een jongen naar mijn hart, die ook een hekel had aan boodschappen doen en ver maakte kieren dragen. Zo een, die verliefd was op het leven en op Bosa. Een doodgewone jongen, die een in tens verlangen koesterde naar een driehoekige postze gel en de zwembadpas had uitgevonden. Maar het was vooral de jongen, die fantaseerde, die wegdroomde waar-ie stond en soms zeif geloofde wat- ie had bedacht. Een doodgewone jongen net ais ik. Hij bevestigde mijn eigen bestaan en was het houvast in mijn leven, want wat gedrukt stond was toen nog alle maal waar en Kees bestond dus. Van Kees leerde ik, dat fantaseren best kon en mocht, maar dat je er andere mensen niet teveel mee moest lastig vallen. Vandaar dat onder de huid van wat later een degelijk bankdirecteurtje zou worden, iets is blijven doorleven van de fantasie van toen, zodat hij heden nog stukjes schrijven kan. Het is Theo Thijssen, de geestelijke va der van Kees, die bij mij voorgoed de verbeelding aan de macht hielp. En dus mag er tussen ai die deftige li teraire herdenkingsteksten, die er ongetwijfeld rondom zijn eeuwfeest worden geschreven, toch ook wei een kort dankwoord staan van Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 36