Consumenten kring Lidmaatschap gaat. Niemand onzer betwijfelt, dat ons buitenlands bedrijf vanuit de centrale bank moet worden ontwikkeld. Deze heeft de contacten, beschikt over de know how en is de aangewezene om dit beleid te voeren. U weet, dat de centra le bank in dit opzicht zeer actief is. Al die activiteiten, ook het eventuele ves tigen van kantoren in het buitenland, hebben echter een decentraal motief. Ons oog daarbij is namelijk niet gericht op meer groei of meer winst voor de centrale bank of voor de organisatie. Groei en winst onderschatten wij niet, mógen wij niet onderschatten, maar ook in ons buitenlands bedrijf zijn wij dienstbaar aan onze taakuitoefening ten behoeve van de belangen en behoeften van de cliënten van de centrale bank en de aangesloten banken. De energie, die wij in ons buitenlands bedrijf ontplooi en, stoelt uiteindelijk op de ontwikkelin gen, die de samenleving vertoont: het grensoverschrijdende verkeer, export en import, wordt voor ons bedrijfsleven steeds belangrijker. Aan ons de taak om onze bedrijfscliënten gezamenlijk over die grenzen bij te staan. De maatschappelijke verwevenheid van een organisatie is niet altijd gemakke lijk. Wij maken deel uit van de maat^ schappij, maar zullen ook kritisch moe ten blijven staan tegenover de soms on genuanceerde en elkaar soms tegen sprekende wensen, die daaruit opko men. Het vereist bovendien een open heid van informatie en een open oor voor ontwikkelingen en opvattingen die vanuit de samenleving naar ons toeko men. Juist die omstandigheden spelen een belangrijke rol in onze beleidsplan ning. De eisen, die in alle redelijkheid aan een goed bankbedrijf gesteld moe ten worden, kunnen ook de manoeu vreerruimte beperken. Slechts even noem ik hier het onderwerp automatise ring. Losse, ongegronde kreten leggen wij naast ons neer, maar wij zullen ons onverminderd inspannen eventuele maatschappelijk ongewenste gevolgen te voorkomen. Voor uit consumentenkring geuite wen sen betreffende renteberekening en pu- blikatie van reële percentages menen wij een open oor getoond te hebben. Dat zal ook onze beleidslijn blijven, al zal men in consumentenkring zich, hoop ik, wel realiseren, dat een wens gemak kelijker geuit en zelfs gedeeld wordt, dan dat hij kan worden verwezenlijkt! Onderwerpen, waar ik mij zeer nauw bij betrokken voel, zijn die welke thans in studie zijn bij onze Structuurcommissie en bij de'Commissie Arbeidsverhoudin gen. Over het werk van de laatste meen ik hier te mogen zwijgen; haar studie

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 19