Buitenlands bedrijf
het eerste
schaap
over
de dam
N. Koster-Constandse
zet waren. Ik wil hier uitdrukkelijk met
veel erkentelijkheid gewagen van het
voortreffelijke werk van onze districts
directeuren en hun medewerkers. Het
werd echter nodig het bestaande stra
mien te doorbreken. De komende regio
kantoren krijgen veel bredere taken en
bevoegdheden dan de districtskantoren.
Waar tot nu toe een bank zich tot het
hoofdkantoor van de centrale bank
pleegt te wenden voor overleg, advies,
goedkeuring of beslissing daar zal zij
straks veelal rechtstreeks bij het eigen
regiokantoor terecht kunnen. Omge
keerd wordt ook de weg van de centrale
bank naar de aangesloten banken kor
ter: door het regiokantoor zal de bege
leiding en ondersteuning van de banken
directer, sneller kunnen geschieden.
In de kern van de zaak gaat het hier
om: centrale bank en aangesloten
banken zullen door de regiokantoren
dichter bij elkaar komen.
Is dit centralisme of decentralisme?
Ik meen dat ik het dilemma centralis-
me-decentralisme als zodanig vol
strekt moet afwijzen. Het is een
schijndilemma, waarop wij ons niet
laten vangen.
Regionalisatie betekent dat er naar de
regio toe veel vanuit de centrale bank
gedecentraliseerd wordt en tegelijk
dat in de regio gecentraliseerd wordt.
Dat is een coöperatieve werkwijze
waar geen 'isme' aan te pas komt;
een werkwijze die op andere terreinen
onder ons door de jaren heen be
proefd is gebleken. Bij de concrete
toepassing zullen we natuurlijk in
goed overleg moeten bijsturen en
aanpassen.
Iets soortgelijks geldt voor het 'persoon
lijke banksysteem'. Ook daar een decen
traliseren in de dienstverlening naar de
plek waar de ontmoeting met de cliënt
plaatsvindt en tegelijk een centraliseren
van kennis, bevoegdheden en werk
zaamheden op die plek. De gedachte
hierachter is voor ons eigenlijk niets
nieuws, maar zij krijgt nu een eigentijd
se uitwerking. Een en ander is in een se
rieus proefstadium. Over de resultaten
tot dusver is nog weinig te vermelden
maar forceren staat zeker niet op ons
programma. Het zal geleidelijk groeien
en wij zullen vooral moeten voorkomen,
dat de persoonlijke bank alleen maar
toepasselijk geacht wordt op die ban
ken, die de daarvoor noodzakelijke reor
ganisaties achter de rug hebben. Dan
zouden wij onrecht doen aan al die ban
ken, die vanouds, van nature, al ver vóór
zij nog ooit van een 'personal banker'
gehoord hadden, de volle dosis per
soonlijke benadering in hun dienstverle
ning legden.
Nóg een voorbeeld van hoe de coöpera
tieve samenwerking haar eigen weg
Het werd niet hardop ge
zegd, maar wel (naar ik
hoop) gedacht, toen ik op
7 juni werd benoemd in
de Raad van Toezicht van
de Centrale Rabobank.
Hopelijk, want het ver
volg van dat gezegde
'dan volgen er meer' is
een van de goede zaken
waarvoor ik een lans wil
breken.
De taken van man en
vrouw in deze maat
schappij waren vroeger
duidelijker gescheiden
dan nu. Ook vrouwen we
ten dat tegenover rech
ten plichten staan en zij
zijn bereid hun deel van
de verantwoordelijkheid
voor het maatschappelijk
gebeuren op zich te ne
men. Dat deel ligt steeds
meer op het terrein bui
tenshuis terwijl boven
dien de agrarische bedrij
ven vaak man-vrouw be
drijven zijn geworden.
Het is niet voor niets dat
de Rabobank in het
maandblad van de Ne
derlandse bond van plat
telandsvrouwen een ad-
vertentie zet met een foto
van een boerin met de
bedrijfs/bank-papieren
voor zich, terwijl man en
zoon toekijken.
Het lidmaatschap van
een coöperatie is voor de
echtgenote van het be-
drijfshoofd volgens de
statuten nu nog niet mo
gelijk. Een wijziging daar
toe zou nodig zijn, bij
voorbeeld in de vorm
van: 'het bedrijf is lid en
wordt zowel door man
als vrouw volledig verte
genwoordigd'. Man en
vrouw kunnen dan sa
men overleggen wie, na
mens hen beiden, in ver
gaderingen stemgerech
tigd is. Via deze weg zou
den dan ook vrouwen ge
kozen kunnen worden in
de verschillende organen
van een coöperatie, zoals
bijvoorbeeld de leden
raad, de raad van toezicht
en het bestuur.
Er ligt veel vrouwelijk ta
lent, ook op bestuurlijk
gebied, braak. De maat
schappij kan er alleen
maar beter van worden
als die talenten worden
aangewend.
En waarom zouden de
Rabobanken dat ook niet
doen?
Mevrouw ir. N. Köster-
Constandse