Niet dramatiseren
Ruggegraat
wij onze produktie met maar liefst 40%
zien stijgen (EEG gemiddelde 15 Wij
noemen dit specialisatie. Onze buurlan
den geven er vaak andere kwalificaties
aan. Zo worden wij aangekeken op onze
veebezetting en hoog krachtvoerge-
bruik. En zijn duidelijk krachten die er op
uit zijn de lasten van het melkoverschot
vooral op de schouders van de efficiënte
melkveehouder te leggen.
Ik aanvaard de gedachte dat in een
structurele overschotsituatie als b.v. in
de zuivel een terughoudend prijsbeleid
noodzakelijk is. Ik aanvaard tevens de
gedachte dat in ernstige overschotsitua
tie een beroep moet worden gedaan op
een stuk eigen verantwoordelijkheid van
ook een boerenbelang dit te onderken
nen.
De huidige moeilijkheden binnen het
gemeenschappelijk landbouwbeleid vin
den slechts ten dele hun grond in het
gemeenschappelijk landbouwbeleid
zelf.
Landbouw is een onderdeel van de alge
mene economie en ondervindt als zoda
nig de negatieve effecten van het ge
brek aan economische en monetaire sa
menhang.
Naast de overschotten wordt het groot
ste euvel dan ook gevormd door het be
staan van monetaire compenserende
bedragen (mcb's). Deze mcb's- in feite
heffingen c.q. restituties in het grens-
inwerkingtreding van het EMS aange
trokken.
Het Franse mcb bedraagt nog slechts
5 en men mag van de nieuwe Britse
regering verwachten dat deze wat roya
ler zal zijn met betrekking tot devalua
ties van het groene Britse pond.
Het grootste probleem zal in de komen
de jaren gevormd worden door het posi
tieve mcb in de Bondsrepubliek. Afbraak
hiervan betekent immers een prijsverla
ging in DM en zelfs voor de Duitse om
standigheden is 10 een flink traject.
De Duitse landbouw kan m.i. echter
best een veer laten. De landbouw in de
Bondsrepubliek is met het huidige mcb
de landbouwondernemer. Dit stuk eigen
verantwoordelijkheid moet echter wel
dragelijk zijn en gelijk verdeeld. Het effi
ciënte landbouwbedrijf moet uitgangs
punt van ons markt- en prijsbeleid blij
ven. Men kan niet de klok tien jaar te
rugzetten. Men kan evenmin eigen land
bouwers een strafheffing voor efficiency
en goed ondernemersschap opleggen.
Tot dusverre het zuivelprobleem.
Wij moeten er ons voor hoeden alle za
ken te dramatiseren en ingeval van goe
de oogsten aanstonds te spreken van
'bergen en meren'. Uiteindelijk is het in
de landbouw doorgaans gemakkelijker
een tijdelijk teveel te 'managen' dan een
duidelijk tekort.
Wij moeten echter wél duidelijk besef
fen dat werkelijke overschotten het aan
zien van het landbouwbeleid schaden
en de basis ervan ondermijnen. Het is
overschrijdend verkeer - zijn indertijd
ingesteld om de opgetreden koersver
schillen te neutraliseren.
Zij vormen als het ware een noodzake
lijk kwaad om de gemeenschappelijke
markt bij elkaar te houden.
Door hun vaak kunstmatig karakter roe
pen zij echter tevens grote praktische en
politieke problemen op.
Als zodanig leggen zij een hypotheek op
de besluitvorming binnen het gemeen
schappelijk landbouwbeleid.
De verwikkelingen rond de inwerking
treding van het Europees Monetair Sy
steem en de prijsvaststelling voor de
campagne 1979/80 zijn er een levend
bewijs van.
Meer economische en monetaire stabi
liteit zijn dan ook essentieel voor het rei
len en zeilen van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid. Het EMS is een hoop
vol begin. Voor het eerst in lange tijd
begint er enig inzicht te bestaan op een
afbouw van de bestaand mcb's. Zowel
het pond sterling als de lire zijn sinds de
plus de nog uit 1969 daterende BTW-
compensatie ruim bedeeld.
Om maar een voorbeeld te noemen:
De sterke groei van de West-Duitse ex
port van zuivelprodukten verklaar ik
veeleer uit de 'compensatie' dan uit
specialisatie.
Handhaving van de huidige situatie be
tekent in de komende jaren een rem op
de besluitvorming en een druk op de
prijzen in RE. Zou het niet beter zijn deze
hypotheek af te lossen en de afbouw
van het Duitse mcb in één of twee fasen
'af te kopen'?
Ik heb slechts enkele hoofdproblemen
van het EEG-landbouwbeleid aange
stipt. Er zijn uiteraard heel wat meer
landbouwperikelen, die echter meer
conjunctureel van aard zijn en oplosbaar
door accentverschuiving in het beleid.
Bij de aanpak van het probleem van het
marktevenwicht moeten wij overigens