een nationale en een europese verkenning I Al ruim 5 jaar lang heeft de wereldeconomie met forse tegenwind te kampen. Het schip van de Nederlandse economie is minder bestand gebleken tegen zwaar weer dan verscheidene andere schepen; dit ondanks het feit dat het Nederlandse schip tot dusver heeft kunnen varen in de luwte van de aardgasbel. De oud-minister van Financiën, de heer Duisenberg, heeft enige tijd geleden gezegd, dat we in dit land aan maatschappelijke kleurenblindheid lijken te lijden. We verkeren immers in een situatie, waarin alle signalen op rood staan. Meer dan 200 000 werklozen, een omslag in de betalingsbalans van f 10 miljard in nauwelijks twee jaar tijds, een financieringstekort van de overheid waar alle rek uit lijkt te zijn, dit alles zou doen verwachten dat wij nuchtere Nederlanders zoals dat heet, de handen ineen zouden slaan om het veie dat na de oorlog is bereikt, ook te behouden. Helaas wordt die nuchterheid nog steeds overschaduwd door emoties en polarisatie. Afschuiven Vrijwel iedereen is ervan overtuigd dat er drastisch bijgestuurd moet worden, maar als het op het wenden van het roer aankomt lijkt iedere maatschappe lijke of politieke groepering weer een andere kant uit te trekken om een koers te varen die de eigen belangen ontziet en anderen laat voorgaan in het ombui gen. Ik wil niet zeggen dat er niets be reikt is. Bijsturen is geen gemakkelijke zaak, maar de vraag rijst toch, of we ons bij het bijsturen niet meer tijd gunnen dan de economische omstandigheden toelaten. Wie een beroep doet op de re delijkheid loopt het risico voor ouder wets versleten te worden; ik neem dat risico maar. De problemen waarvoor we nu in de jaren '80 staan zullen eerder groter dan kleiner zijn dan die in de ja ren '50 toen we allen in niet geringe eensgezindheid werkten aan de opbouw van ons land, aan het overwinnen van de armoe. Het overwinnen van die ar moe is niet meer prioriteit nummer één. Gelukkig niet meer. Het welvaartspeil van de Nederlander, of hij nu werkt of niet werkt, steekt heel gunstig af bij dat in vele andere industrielanden, om over dat in de rest van de wereld maar niet te spreken. Neen, prioriteit nummer één is nu hoe krijgen we meer mensen weer aan de slag met grosso modo behoud van het bereikte welvaartspeil. Dat is de ham vraag. En die vraag zal nimmer een be vredigend antwoord krijgen als we in Nederland doorgaan met het tamboere ren op de eigen trom. Wanneer som mige werknemersorganisaties de indruk wekken dat het inkorten van de werk week de werkloosheid een heel eind kan terugbrengen zonder dat de werk nemers daarvoor veel behoeven op te offeren dan is die stelling gebaseerd op drijfzand. De marge voor Nederland hierbij is nul komma nul. Zelfs een Euro pese aanpak van werktijdverkorting, zo als die nu gepropageerd gaat worden, bergt grote gevaren in zich als daarbij geen rekening wordt gehouden met de ontwikkeling in Japan en Amerika, de twee industriële giganten in de wereld, én met de verbluffende snelle opmars van nieuwe industriële naties, zoals Zuid-Korea, Taiwan, Singapore, Mexico en Brazilië, en hier op deze Rabobank- vergadering moet ik ook Hongkong, het land van de tijdpen, noemen. Wanneer West-Europa meent op dit terrein een geheel eigen weg te kunnen bewande len dan stevent het regelrecht af op pro tectie en isolationisme. Een ander ge vaar is dat de ondernemers onvoldoen de vindingrijkheid aan de dag leggen om in te spelen op het streven van de vakbeweging het aantal arbeidsplaatsen zoveel mogelijk te behouden en als het even kan uit te breiden, al dan niet met deeltijdarbeid. Dat stelt eisen niet alleen aan het financiële maar ook aan het organisatorische vermogen van de on dernemer. En ik kan mij niet altijd aan de indruk onttrekken dat ondernemers dat maar lastige complicaties vinden die zoveel mogelijk buiten de deur gehou den moeten worden. Ik weet het, er zijn ondernemingen waar het water tot de lippen is gestegen en die zich op dit terrein niets kunnen ver oorloven. Er zijn evenwel ook andere die best meer kunnen laten zien, dat onder nemen in de tweede helft van de twin tigste eeuw meer is dan een goed ren- Rede van mr. B. W. Biesheuvel voor onze Algemene Vergadering op 7 juni

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 10