het zeer beknopt - nog even de schijn werper te richten op de man die de stoot gaf tot het oprichten van banken volgens het Raiffeisenprincipe, op Frie- drich Wilhelm Raiffeisen. Even terug naar vader Raiffeisen Men dient dan te weten dat in het begin van de negentiende eeuw de economi sche toestand in zijn geheel, maar de toestand van de 'landbouw' in het bij zonder steeds miserabeler werd. Stren ge winters, slechte zomers, misoogsten, steeds sterkere stijging van prijzen voor voedselprodukten, een vraag die het aanbod voortdurend in hoge mate over trof, profiterende tussenhandel en Spaargelden konden worden gedepo neerd in de 'kas' door hen die nog iets bezaten, om gelden te kunnen uitlenen aan hen die leningen nodig hadden. Er werden geen giften, geen 'aalmoezen' verleend. Het uitgeleende geld moest beslist worden terugbetaald, maar woe keraars werden buiten de deur gehou den. Het was een systeem: 'Met elkaar, vóór elkaar'. Raiffeisen heeft, vooral in het begin een zware tegenstand moeten overwinnen voordat hij de macht van de geldschie ters kon inperken. Hij was niet bepaald mild in zijn oordeel over deze parasie ten, die hij zag als wolven in schaaps vacht. Raiffeisens' denkbeeld dat de boeren, in onderlinge hulpverlening, onder meer door het kunnen verkrijgen van leningen tegen zeer matige rente en aanneme lijke voorwaarden en ook door geeste lijke steun, die moest helpen hun wan hoop te overwinnen, hun eigenwaarde en hun maatschappelijke waarde kon den herwinnen, heeft ruimschoots wor tel geschoten in vele landen in en buiten Europa. Reeds op 1 december 1849 werd Raif feisens pogingen beloond door het op richten van de eerste 'Boerenleenbank' onder de naam 'Flammenfelder Vereni ging ter Ondersteuning van Onbemid delde Landbouwers'. De Waterpoort te Sneek is een overblijfsel van de oude vesting Sneek en dateert uit 1613. steeds dieper in de nesten rakende boe ren: dót is het beeld dat zich aan ons voordoet. De boeren moesten dikwijls hun laatste waardevolle bezittingen in onderpand geven voor hun door woekeraars 'ver leende' kredieten. Die woekeraars draai den de duimschroeven meedogenloos voortdurend strakker aan. Toevlucht zoeken in de steden hielp ook al niet. Ook daar heerste grote werk loosheid met dientengevolge zeer lage lonen. Het land van belofte Amerika leek voor velen uitkomst te geven. Velen emigreerden daar naar toe, opgepakt in de tussendekken van overbeladen zeil schepen. In het Westerwald, in de gemeente Flammersfeld, werkte burgemeester F. W. Raiffeisen, zéér begaan met de el lende en armoede van de plattelandsbe volking. Hij ontwierp een spaar- en kredietsy steem dat iedereen die hulp nodig had zich zijn volle waarde liet behouden. Hij beschreef de woekeraar als een man die het doet voorkomen alsof hij zijn arme medemensen door geldvoor- schotten uit de nood wil helpen. Heeft hij echter (door steeds zwaarder wor dende eisen) de boer volkomen afhan kelijk van hem gemaakt, dan vordert hij zonder enig medelijden zijn geld terug. Helaas moet gezegd worden dat woe keraars leefden in alle rangen, kringen en standen van de bevolking. De meest al nog onontwikkelde plattelanders za ten in hun net, voordat zij er zelf erg in hadden. Ontkomen was niet mogelijk, want zij werden niet geholpen, maar wél steeds dieper de armoede in ge jaagd. Gelukkig bestond ook veel mede gevoel met die stakkers, óók in de ste den, óók bij beter gesitueerden. Er wer den ettelijke pogingen gedaan om aan de verpaupering een eind te maken. Die pogingen mislukten bijna allen, omdat de verarmde boeren geholpen werden met giften, zonder dat zij zelf ertoe wer den gebracht om pogingen te doen om op eigen kracht uit het moeras te ko men. Terugblikker hoopt dat u het even zo be langrijk vindt als hijzelf, dat de naam 'Raiffeisen' nog steeds uit de dreigende vergetelheid wordt getrokken. Tb

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 39