Financiële regelingen
op het gebied van de
exportbevordering
1 exportfinancierings
arrangement (efa). Dit
arrangement houdt in dat
exporteurs voor
kapitaalgoederen
financiering kunnen
verkrijgen tegen een
lagere rente dan het
normale commerciële
percentage. Nadere
informatie omtrent de
vereisten welke aan een
dergelijke te financieren
transactie gesteld
worden, zijn te verkrijgen
bij de eigen bank;
2 kredietverzekering.
De Nederlandse
exporteur kan het risico
dat hij niet, niet geheel of
niet op tijd betaald wordt,
verzekeren. Inlichtingen
kunnen verkregen
worden bij de
Nederlandse
Credietverzekering
Maatschappij N.V.;
3 koersrisicodekking.
Indien de koopprijs wordt
betaald in een vreemde
valuta loopt de
Nederlandse exporteur
een koersrisico voor
zover hij de vreemde
valuta om wil zetten in
guldens. Normaal
gesproken kan dit risico
gedekt worden op de
valutatermijnmarkt. Is de
looptijd van de transactie
echter zo lang dat dit niet
kan, dan kan het
koersrisico in principe
worden verzekerd bij de
Nederlandse
Credietverzekering
Maatschappij N.V. Het
moet dan gaan om kapi
taalgoederentransacties
met een looptijd van ten
minste 2 jaar. Verdere
inlichtingen zijn ook weer
te verkrijgen bij de
Nederlandse
Credietverzekering
Maatschappij;
4 matchingfonds. Uit
dit fonds kan een
suppletie worden
verkregen op de
financieringskosten. Dan
moet wel duidelijk zijn
dat de kansen voor een
Nederlandse exporteur
uitgeschakeld worden
doordat buitenlandse
exporteurs
concurrentieverstorende
aanbiedingen kunnen
doen, welke liggen op het
terrein van de
financiering. Bedoeling is
dus buitenlandse
concurrentievervalsende
maatregelen te
compenseren en niet om
zelf
concurrentievervalsing te
doen. In de regel zal het
transacties moeten
betreffen met een
looptijd langer dan 2 jaar.
Aanvragen kunnen
worden gedaan bij het
Ministerie van
Economische Zaken;
5 subsidiëring van
gebundelde
exportinitiatieven.
Bedrijven die in
samenwerkingsverband
nieuwe buitenlandse
markten willen
openbreken, kunnen op
grond van deze regeling
een subsidie aanvragen
bij het Ministerie van
Economische Zaken. De
samenwerking dient ten
minste drie van elkaar
onafhankelijke bedrijven
te betreffen;
6 garantie
voorbereidingskosten
turn-key
aanbiedingen. Bij turn-
key aanbiedingen gaat
het om contracten tot het
ontwerpen en
construeren van
complete en bedrijfsklare
projecten. De
voorbereidingskosten
voor dergelijke projecten
zijn doorgaans erg hoog,
terwijl de kans altijd
aanwezig is, de
uiteindelijke order niet te
krijgen. Derhalve is er
een garantie in het leven
geroepen waarbij,
uitsluitend bij het niet
verkrijgen van de
opdracht, 50 van de
gemaakte kosten voor
rekening van de Staat
wordt genomen.
Aanvragen moeten
gericht worden aan het
Ministerie van
Economische Zaken;
7 achtergestelde
lening. Een dergelijke
lening onder
Staatsgarantie is bedoeld
om het
vermogensbeslag,
veroorzaakt door
exportactiviteiten, voor in
wezen gezonde
ondernemingen te
verlichten. Aanvragen
dienen via de eigen bank
gericht te worden aan de
Nationale
Investeringsbank N.V.;
8 jaarbeurzen,
technische werken en
symposia. De
organisatie berust over
het algemeen bij het
Nederlandse Centrum
voor Handelsbevordering
of bij het Ministerie van
Landbouw en Visserij.
Door dit laatste
ministerie als ook door
Economische Zaken
kunnen subsidies
verstrekt worden.
starrige misverstand wordt voorname
lijk veroorzaakt doordat de loonkosten
stijgingen in de verschillende landen
worden gemeten in één valuta, bijvoor
beeld in guldens. Het beeld wat dan
ontstaat, wordt echter sterk vertekend
door koersmutaties tusen de verschil
lende valuta's. Deze vertekening wordt
in bijgaande grafiek vermeden. Het ter-
reinverlies dat Nederland geboekt heeft
ten opzichte van deze landen kan dan
ook voor een groot gedeelte verklaard
worden door het feit dat het Nederland
se exportpakket te weinig gericht is op
die goederen waar nog wel groeimoge
lijkheden aanwezig waren en zijn. Dit is
met name het geval voor investerings
goederen en duurzame consumptiegoe
deren. Voor deze produkten bestaat er
ook een uitgebreide concurrentie vanuit
het buitenland op de binnenlandse
markt. Zowel vanuit een oogpunt van
exportbevordering als importvervanging
is een stimulering van deze sector van
groot belang.
Naast uitbreiding van het goederenpak
ket zal ook uitgebreide aandacht nodig
zijn voor de geografische spreiding van
de Nederlandse exporten. Op dit mo
ment gaat het overgrote deel van onze
export, namelijk zo'n 70 naar de lan
den van de EEG. Een versteviging van
onze positie op niet-traditionele mark
ten is voor een uitbouw van de export
positie zonder meer noodzakelijk. Een
permanente Holland Expo zou hierbij
één van de mogelijkheden zijn. Alert
heid op het ontstaan van nieuwe mark
ten en nieuwe mogelijkheden is daarbij
onmisbaar. Het is beslist niet noodzake
lijk dat onze exportsector verwordt tot
het jongste kind van Jan en Jannetje.
Hetzelfde geldt voor de importvervan-
gende sector.
Ten einde de export te bevorderen, be
staan er een aantal financiële regelin
gen waarop de Nederlandse exporteur
een beroep kan doen. Een zo goed mo
gelijk gebruik van deze regelingen zal de
concurrentiekracht zeker ten goede
kunnen komen.
Conclusie
Een wezenlijke oplossing van de beta-
lingsbalansproblematiek kan slechts
schuilen in een verbetering van de con
currentiekracht van het bedrijfsleven.
Hiervoor is nodig een stabiele gulden,
een matige loonkostenontwikkeling,
meer aandacht voor de binnenlandse
produktie van duurzame consumptie
goederen en investeringsgoederen, het
tot ontwikkeling brengen van niet-tradi
tionele afzetgebieden en een inspringen
op nieuwe mogelijkheden. Daarbij past
een goed en zo omvangrijk mogelijk ge
bruik van financiële, op exportbevorde
ring gerichte, maatregelen.