Regel is dat metafinancieringen op be-
heerstechnische gronden (relatiebeheer,
administratie) ten minste één miljoen
gulden moeten bedragen.
Provisiedeling
De opbrengsten ten gevolge van metafi
nancieringen kunnen voor de aangeslo
ten banken bijzonder interessant wor
den. Bepaald is dat de omzetprovisie
steeds geheel ten goede zal komen aan
de aangesloten bank die het rekenin-
genverkeer verzorgt, terwijl de tarieven
en provisies voor andere dienstverlenin
gen steeds in onderling overleg worden
vastgesteld. Volgens Boons en Waagen
is het in de praktijk zo dat de provisie
deling bij het geldverkeer met het bui
tenland zal plaatsvinden op fifty-fifty-
basis.
Voor de ondersteuning van de contac
ten met cliënt-relaties welke zaken
doen met het buitenland is de activiteit
Commerciële Ontwikkeling Buitenland
opgenomen in de activiteit Metazaken.
Hoe interessant metafinanciering voor
een aangesloten bank kan zijn blijkt wel
uit het volgende voorbeeld. Een grote
zuivelexporteur (omzet 200 miljoen) in
een kleine plaats in Zuid-Holland had
een rekening-courant-krediet nodig van
10 miljoen gulden. Hij stapte naar de
plaatselijke Rabobank en verkreeg het
benodigde bedrag, nadat de centrale
bank door metafinanciering een flinke
duit in het zakje had gedaan. Gevolg:
Het bedrijf floreert en de plaatselijke
bank in niet mindere mate, aangezien
het hele provisiebedrijf door de relatie
met deze zuivelexporteur volop aan zijn
trekken komt. Boons en Waagen bena
drukken met klem dat de ontwikkeling
van het metabedrijf door de centrale
bank beslist niet mag worden uitgelegd
als een manier om zaken aan de aange
sloten banken te onttrekken. 'Het gaat
er juist om dat ze door metafinanciering
bepaalde interessante zaken kunnen
doen, waarbij ze anders verstek zouden
moeten laten gaan. Het metabedrijf is
een service-instrument voor de aange
sloten bank. Uitgangspunt moet bij alles
blijven dat men lokaal doet, wat men lo
kaal kan doen.'
JD
De bank als bijzonder bedrijf
In de vroege ochtend van een zomerzaterdag koersen wij landinwaarts voor
een nog door de natuur verstilde verkenningstocht langs burchten en kaste
len.
'Simon den Danser' heeft een aanvaring gehad met een pallet en ligt tijdelijk
op de wal. Ik heb een motorzeiler te pakken gekregen.
Mijn enige gast is dit keer zo'n stuurman die graag vanaf de wallekant de
'ships that pass in the noon' observeert, maar er een bijzonder genoegen in
schept om de oevers te zien passeren. De positie vanaf een schip biedt im
mers altijd een wat ruimer perspectief.
Hij is werkzaam in een groot voedingsmiddelenbedrijf.
Geen wonder dat ons gesprek zich alras richt op de verschillen die er bestaan
tussen een bank en zo'n gewoon bedrijf. Is het immers niet zo dat banken te
midden van het gehele bedrijfsleven een bijzondere, zo niet unieke positie in
nemen? Geld vormt voor industriële produktiehuishoudingen in feite 'slechts'
een dienstig tussenvoegsel, terwijl voor banken het geld behalve produkt ook
produktiemiddel is.
Anders dan een gewoon bedrijf vindt bij een bank eigenlijk geen fysieke
transformatie plaats van produktiemiddelen in produkten, maar alleen een
transformatie naar tijd en plaats. Van creditgelden worden debetgelden ge
maakt en andersom. Het geld blijft geld, het wordt alleen in andere vaten ge
goten.
Van debet en credit heeft mijn gast weieens gehoord, al geeft hij toe er moei
te mee te hebben dat een krediet debet wordt verantwoord.
Het is hem wel opgevallen, dat vrijwel de gehele produktie van een bankbe
drijf op de balans tot uitdrukking wordt gebracht, zowel links als rechts.
Zoiets is volgens hem bij een 'gewoon' bedrijf ondenkbaar.
Van geen ander bedrijf als een bank kan een zo goed inzicht in de bedrijvig
heid worden verkregen, juist door het onthullende karakter van de balans.
Niet voor niets wordt deze financiële staat veelal als de beste maatstaf voor
aard en omvang van een bank gezien. Banken voeren zelfs een beleid met be
trekking tot (onderdelen van) hun balans. Zo kun je in bankkringen horen
spreken over balansmanagement en - hoe tegenstrijdig dat ook moge klin
ken - een actief passiefbeleid.
Mijn gast vat de draad van ons betoog op en stelt onder meer vast dat de ren
tabiliteit van het bedrijfsleven de laatste tijd nogal te wensen overlaat. Ik stel
hiertegenover dat het bankwezen in dat opzicht niet hoeft te klagen, maar
voeg daar aan toe dat met name banken zich ook om een tweetal andere fi
nanciële maatstaven moeten bekommeren, namelijk liquiditeit en solvabili
teit.
'Vandaar dat banken hun actiefzijde van de balans inrichten in volgorde van
afnemende graad van liquiditeit,' zo oppert nu mijn gast. Veel belangrijker is
echter dat de groeimogelijkheden van een bank geconditioneerd worden door
haar solvabiliteitspositie. Voor gewone bedrijven geldt in principe 'the sky is
the limit'. Banken evenwel dienen hun vertrouwenspositie veilig te stellen en
moeten daarom selectief zijn bij de keuze van hun uitzettingen aan gewone
bedrijven
De door deze aangewende financiële middelen worden immers - door de
bank genomen - door de bank gegeven! Hun schuldenlast mag eigenlijk nim
mer dubieus zijn.
De bedrijfsman ziet in waarom behoedzaamheid in de bedrijfsvoering gebo
den is.
'Want,' stelt hij, 'uiteindelijk werken wij, weliswaar via een veredeld transfor
matorhuis - want zo karakteriseert hij nu een bank - met middelen toever
trouwd door de burgers van ons land.'
Ik meer mijn schip af met het oog op het noenmaal. Zo te zien is de menu
kaart van het burchtrestaurant samengesteld in volgorde van afnemende li
quiditeit. Tijdens de noen passeren de schepen
C. G. Compaen