misbruik gegarandeerde betaalmiddelen strafrechtelijke aspecten... Met het toenemend gebruik van gegarandeerde betaalmiddelen (girobe taalkaarten, euro- en betaalcheques) wordt de kans op frauduleus gebruik groter. Dit misbruik kan plaatsvinden zowel door de rechtmatige houder van deze betaalmiddelen als door derden. De vraag kan gesteld worden of dit - en zo ja in welke vorm - onder de huidige stafwetgeving strafbaar is. Ter beantwoording van deze vraag dient onderzocht te worden op welke wijze misbruik gemaakt kan worden van gegarandeerde betaalmiddelen en welke delictomschrijving in het Wetboek van Strafrecht op het gepleegde feit mogelijk van toepassing is. Rechtmatige houder De rechtmatige houder van gegaran deerde betaalmiddelen, d.w.z. de reke ninghouder of een gemachtigde, kan deze gebruiken om goederen of dien sten te betalen of contanten op te ne men, terwijl hij weet dat daardoor een ongeoorloofde debetstand op de betref fende rekening ontstaat. Is hier sprake van een strafbaar feit, met name oplich ting? Daarvoor is nodig dat de gebeur tenis voldoet aan alle bestanddelen van de delictsomschrijving van oplichting (art. 326 Werboek van Strafrecht), te weten: a Door hetzij het aannemen van een valse naam, hetzij een valse hoedanigheid, hetzij listige kunstgrepen, hetzij een samenweefsel van verdicht sels, b iemand bewegen tot de afgifte van enig goed, c met het oogmerk van wederrechte lijke bevoordeling. Het oplichtingsmiddel dat in deze geval len in aanmerking komt is het aanne men van een valse hoedanigheid, name lijk de hoedanigheid van rekeninghou der met voldoende saldo. Daarmee tracht de rekeninghouder in strijd met het recht voordeel te verkrijgen door een ander er toe te bewegen hem geld, goederen of diensten te verstrekken tot afgifte van goederen of geld. Bewijslevering De bewijslevering van oplichting in ge vallen van misbruik door de rekening houder zelf is echter een moeilijker Mr. W. H. G. A. Filott medewerker Juridische Zaken in het februarinummer van ons maandblad verdiepten onze juristen mr. W. H. G. A. Filott en mr. H. G. J. van Woezik zich in de vraag wat fraude is en hoe dit euvel in het bankbedrijf voorkomen en beperkt kan worden, in bijgaand artikel gaat mr. Filott nader in op de strafrechtelijke aspecten van één van de vormen van fraude: het misbruik maken van gegarandeerde betaalmiddelen. zaak. In de rechtspraak terzake is geen duidelijke lijn te ontdekken. Het Ge rechtshof te Amsterdam heeft in 1970 een cliënt van de Gemeentegiro van Amsterdam, die vrijwel dagelijks met gegarandeerde girobiljetten bedragen incasseerde bij het Grenswisselkantoor, terwijl zijn saldo onvoldoende was, vrij gesproken van oplichting. Het Hof oor deelde dat het voor het personeel van het Grenswisselkantoor bij de uitbeta ling niet van belang was of de verdachte de hoedanigheid van rekeninghouder met voldoende saldo had aangenomen. Van belang voor de bereidheid van het personeel om tot uitbetaling over te gaan, werd geoordeeld de garantie dat er terugbetaald zou worden door de Ge meentegiro. In 1972 heeft de Hoge Raad het verzil veren van kascheques bij de Post cheque- en Girodienst door een reke ninghouder, zonder dat er voldoende saldo op diens rekening aanwezig was, wel gekwalificeerd als het aannemen van een valse hoedanigheid. Op grond daarvan werd oplichting bewezen ge acht. Bepalend voor de strafbaarheid waren de volgende speciale omstandig heden. De dader had reeds kort na het openen van de rekening de kascheques verzilverd, terwijl op zijn rekening geen saldo aanwezig was. En voorts had hij bij het openen van de rekening een ver klaring getekend steeds voor voldoende saldo zorg te zullen dragen. In 1976 heeft de Hoge Raad zich geschaard ach ter een opvatting van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het Hof had geoor deeld dat niet bewezen was dat een lo ketambtenaar bewogen was tot afgifte van geld, doordat verdachte bij het ver zilveren van kascheques de valse hoe danigheid van rekeninghouder met vol doende saldo had aangenomen. In 1978 daarentegen bevestigde de Hoge Raad een arrest van het Amsterdamse Ge rechtshof, waarbij iemand wegens het uitschrijven van ongedekte kascheques werd veroordeeld. Als voorzichtige conclusie mag gesteld worden, dat het gebruik van gegaran deerde betaalmiddelen door de recht matige houder, terwijl hij weet dat de stand van zijn rekening zulks niet toe staat, bij de huidige wetgeving onder spciale omstandigheden het strafbare feit van oplichting oplevert. Derden Misbruik van gegarandeerde betaalmid delen kan ook geschieden door mensen die deze op onrechtmatige wijze hebben verkregen, of onder zich houden. Gega randeerde betaalmiddelen kunnen hetzij door ontvreemding, hetzij door verlies uit de macht van de rechtmatige houder raken. Ontvreemding zal meestal het strafbare feit van diefstal opleveren (art.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 20