de werktafel van de kabinetsformateur deponeren. Politieke partijen spelen er op in en kennen in hun verkiezingspro gram een consumentenparagraaf. Langs drie wegen ondervindt de onder neming de druk van het consumentis me: direct en via de kopers en de over heid. In het schema is dat nog eens weergegeven. De pijl (1) heeft betrek king op de informatie en adviezen, die de consumentenorganisaties regelmatig aan de consumenten verstrekken, het geen uitwerkt in het koopgedrag van de consumenten, pijl (1 a). Pijl (2) betreft de activiteiten van de consumentenorgani satie als sociaal-economische pressie groep, die resulteren in wetgeving, die het ondernemersgedrag reguleert, pijl (2a). Ten slotte is er nog de directe con frontatie tussen het bedrijfsleven en de consumentenorganisaties, waarnaar pijl (3) verwijst. Consumentisme en bankbedrijf Aanvankelijk heeft het consumentisme zich geconcentreerd op de industriële sector. Huishoudelijke apparaten en automobielen kregen veel aandacht in het vergelijkend warenonderzoek. De tertiaire sector is echter niet buiten schot gebleven, sinds een aantal jaren heeft het vergelijkend onderzoek ook betrekking op de dienstensector in het bedrijfsleven. Met de toenemende wel vaart is het bankbedrijf, aanvankelijk een aangelegenheid voor zakenlieden en vermogensbezitters, binnen het be reik van velen gekomen. Men opende een salarisrekening, sloot een hypo theekcontract en nam consumptief kre diet op. Ook voor verzekeringen en va kantiereizen wendden veel consumen ten zich tot het bankwezen. Enkele jaren terug, speurend in de Con sumentengids zie ik, dat in april 1976 de resultaten van een vergelijkend onder zoek naar de betaalrekeningen werden gepubliceerd. Het onderzoek had onder meer betrekking op de toezending van de bescheiden, de snelheid waarmee betalingsopdrachten werden uitge voerd, de gegevens die beide rekening houders bij een overschrijving kregen en de renteberekening. De banken kregen van de Consumentenbond de aanspo ring naar meer eenvoud te streven en de kostenbesparingen daarvan aan de re keninghouders ten goede te laten ko men. In het jaar 1977 kregen persoonlijke le ningen, hypotheekleningen, autoverze keringen en reisverzekeringen de aan dacht. Bij de persoonlijke leningen ging het de Consumentenbond vooral om de werkelijke rente per jaar. In de publika- tie over hypotheken werd de hypotheek met gemengde verzekering vergeleken met de annuïteitenhypotheek. Het on derzoek naar de autoverzekeringen werd in drie afleveringen gepubliceerd, respectievelijk over w.a., all risk en de tussenvormen. Al eerder, onder meer in 1973, had de Consumentenbond deze voor de consument lastige materie on derzocht. Bij het onderzoek naar de reis verzekeringen bleken de premies en de hoogten van de uitkeringen elkaar niet zo erg te ontlopen. De verschillen be troffen vooral de voorwaarden. In 1978 werden de particuliere ziekte kostenverzekeringen onderzocht. Hierbij bleek, dat de verzekeraars aan hetzelfde gezin voor min of meer hetzelfde ver goedingspakket premies vragen, die vaak honderden of duizenden guldens per jaar verschillen. Het geldwezen, de 'nervus rerum' van onze economie, wordt blootgelegd en de machtspositie van de grootste ban ken kan dat niet tegenhouden. Klassieke bankmagnaten zal het mateloos irrite ren, de moderne bankier zal het ver moedelijk al hebben aanvaard. Hij zal het consumentisme in zijn aandachts veld moeten opnemen. In de acties van de consumentenorganisaties zijn de be langen uitgekristalliseerd van de ver bruikers, die in onze welvarende samen leving dagelijks geldzaken doen en die hij doelbewust naar zijn inmiddels tot fi nanciële supermarket uitgegroeid be drijf heeft willen trekken. De verantwoordelijke onderneming De tijd is voorbij, waarin de onderne ming bijna uitsluitend werd gewaar deerd op zijn omzetcijfers, winstpercen tage en investeringsactiviteiten. Uiter aard blijven deze bedrijfseconomische gegevens belangrijke indicatoren voor de gezondheid van een onderneming. Daarnaast gelden criteria van sociaal beleid en van maatschappelijke integra tie. Een onderneming, die de arbeids omstandigheden van het personeel ver waarloost en die niet inspeelt op maat schappelijke ontwikkelingen, heeft een negatief gekleurd imago. Een duidelijk waarneembare tendens in de huidige maatschappelijke ontwikke ling is de zorg om de kwaliteit van de consumptie in onze maatschappij van de overvloed. In het produktieproces hebben we rationaliteit en efficiency tot grote hoogte opgevoerd, terwijl het consumptiegedrag van velen impulsief, verkwistend en ondoordacht is. Men zou kunnen zeggen, dat bij het huidige hoge niveau van materiële welstand het besef doordringt, dat we meer te win nen hebben bij verstandiger consume ren dan bij nog meer produceren, zeker nu de grenzen aan de produktiegroei steeds meer voelbaar en waarneembaar zijn. De onderneming, die op de hier bedoel de tendenzen inspeelt, zal gemakkelijker zijn functievervulling aanpassen aan de eisen van de tijd. De onderneming, die dat weigert, dreigt een 'Fremdkörper' te worden in onze samenleving. De grote ondernemingen kunnen in het proces vooropgaan. Zij zijn daartoe meestal het best geëquipeerd en ze kunnen bij een sterkere economische basis het best de kosten dragen, die een en ander met zich brengt. Inspelen op het consumentisme bete kent uiteraard niet, dat voortdurend wordt gebogen voor de wensen en soms wel eens grillen van de consu mentenorganisaties. Het kan ook bete kenen, dat tegenstoom wordt gegeven tegen eisen, die niet verenigbaar zijn met een positief rendement en daarmee de continuïteit van de onderneming. Men kan echter niet meer volstaan met een afwerende houding. Men zal moe ten verantwoorden, waarom de eisen van het consumentisme niet verenig baar zijn met de bedrijfseconomische voorwaarden. Bij de besluitvorming in de onderne ming zal men er verstandig aan doen steeds de belangen van de finale consu ment mede in aanmerking te nemen. Men zou als het ware kunnen anticipe ren op de mogelijke reacties van het consumentisme. In de grotere onderne ming kan dit aanleiding zijn om een 'consumer officer' aan te stellen. Andere vormen van aansluiting op het consumentisme kunnen beter op het ni veau van de bedrijfstak worden gere geld. Men zou op dat niveau met de be- drijfsgenoten een code kunnen ontwik kelen, die richtinggevend is voor de wij ze waarop de bedrijfstak rekening houdt met de belangen van de consument. Annex aan een dergelijke code kan een klachtenbureau worden ingesteld of een ombudsman worden aangewezen. Het consumentisme biedt de zoveelste uitdaging voor de onderneming. Het is mijn overtuiging, dat de onderneming die daar vaardig op inspeelt, er uiteinde lijk wel bij zal varen. Literatuur - Consumentisme. Een onderzoek naar de consument in een veranderende sa menleving. Uitgevoerd door i.P.M. en Inter/View. Amsterdam, 1974. - J. van Acker en R. Duyck: Consumen tisme en sociaal verantwoorde marke ting. Deventer, 1977. - Consumer Interests and Manufactu- ring Considerations: a Dialogue be- tween Industry, Government and Socie ty. Verslag van het 11e Internationale T.N.O.-congres, februari, 1978. - J. M. F. Box: Konsument en informa tie. De rol van vergelijkend warenonder zoek, diss. Tilburg, 1979.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 13