ondernemingen dan de doorsnee-con
sument. Wanneer dat waar zou zijn
komt de consumentenbeweging ook
hierin overeen met de vakbeweging.
Vooral in de aanvangsperiode van de
vakbeweging waren het idealisten die
de arbeiders activeerden, hen bewust
maakten van hun miserabele positie en
de weg wezen om eraan te ontsnappen.
Aanvankelijk was er veel inertie onder
de arbeidersmassa. In de literatuur over
de beginperiode van de Duitse vakbe
weging is sprake van 'die verdammte
Bedürfnislosigkeit der Arbeiter'. Ook
vandaag nog geeft de vakbeweging lei
ding aan het emancipatieproces door
medezeggenschapseisen te stellen
waar de achterban niet zo erg warm
voor loopt.
Iets overeenkomstigs speelt zich af in
de relatie tussen consumentenorganisa
ties en consumenten en ik zie niet in dat
dat laakbaar zou zijn. Natuurlijk, het be
stuur van een organisatie behoort niet
te opereren tegen de wil van de leden
in, kan dat ook niet, want de organisatie
zou snel leeg lopen. Het is echter toege
staan en m.i. ook wenselijk dat het be
stuur leiding geeft aan het bewustwor
dingsproces en vooropgaat in een be
leid waarmee het in alle eerlijkheid be
oogt de positie van de achterban te ver
beteren.
Men zou kunnen spreken van de opvoe
dende taak van de consumentenorgani
saties, niet in de zin van bevoogding
maar eerder raadgevend en stimule
rend. Die taak is niet beperkt tot de le-
dengroep van de organisaties. Uit on
derzoek is gebleken dat de leden van de
Consumentenbond (bijna 500 000) een
informatie- en marktelite vormen met
een opleiding, inkomen en beroep die
hoger zijn dan het gemiddelde. Deze
hebben over het algemeen al de neiging
tot rationeel consumentengedrag en
zijn daarom lid geworden van de Consu
mentenbond.
De consumentenorganisaties (in Neder
land naast de Consumentenbond het
Konsumentenkontakt) willen zich echter
ook richten tot een breder publiek, m.n.
tot de lagere inkomensgroepen, om hen
te helpen bij een weloverwogen beste
ding van het inkomen. Met het oog hier
op heeft de SER-commissie voor consu
mentenaangelegenheden drie jaar gele
den al aan de regering geadviseerd om
extra zendtijd beschikbaar te stellen
voor specifieke consumentenvoorlich
ting op radio en t.v. De weerstanden
daartegen zijn nog niet overwonnen.
Evenwicht tussen marktpartijen
De consumentenorganisatie is evenals
de vakbond een verschijningsvorm van
'countervailing power'. Onmiskenbaar
hangt de opkomst van de consumen
tenbeweging ook samen met het con
centratieproces in het bedrijfsleven dat
heeft geleid tot de vorming van grote
ondernemingseenheden. Grote onder
nemingseenheden nemen dominante
posities in in het economisch leven. On
gelijkwaardigheid van posities van pro
ducent en consument, van verkoper en
koper, is in het verleden wel meer voor
gekomen, maar de verschillen zijn nu
groter dan ooit tevoren.
Tegenover de mammoetonderneming
staat de consument met gemengde ge
voelens als argwaan en ontzag. Arg
waan koesteren we gewoonlijk tegen
over elke machtspositie omdat die onze
vrijheid kan beperken. Ontzag roept de
mammoetonderneming op door zijn
informatie-afhankelijkheid. De produkt-
informatie komt voornamelijk van de
producenten zelf, is dus aan belangen
gebonden en eenzijdig. Vooral op dit
punt is de consumentenorganisatie nu
de consument te hulp gekomen. Een
centrale activiteit van de consumenten
organisaties is het vergelijkend waren
onderzoek. Van een bepaald gebruiks-
of verbruiksgoed worden de op een be
paald moment aangeboden merken en
varianten op allerlei eigenschappen
grondig getest.
Uit dergelijke onderzoeken komen over
zichten voort waarmee de merken en
varianten gemakkelijk kunnen worden
vergeleken op punten als prestatiever-
technologische virtuositeit en organisa
tiekracht. In die onderneming worden
nieuwe produkten ontwikkeld, worden
de nieuwste vindingen van de weten
schap toegepast. Men beschikt er over
de vaardigheid en de fondsen om door
verkooppromotie de consument over te
halen tot het kopen van een aantal za
ken waarvan hij enkele jaren eerder nog
nooit had gehoord en waarom hij ook
niet had gevraagd.
Van consumentensouvereiniteit, cen
traal begrip uit de theorie van de organi
satie van de markteconomie, is geen
sprake meer, de wil van de consument
is niet bepalend voor wat gemaakt
wordt en wat niet. Zijn keuzevrijheid is
daarentegen toegenomen. Het assorti
ment waaruit kan worden gekozen is
groter dan ooit tevoren. In zijn keuzege
drag wordt hij echter belemmerd door
Eén van de manieren om het
consumentenbelang te dienen ligt in het
vergelijkend warenonderzoek. Op de
foto: medewerksters van het instituut
voor Reinigingstechniek van het TNO
bezig met het uitproberen van
wasresu/taten van diverse
wasmachines.
mogen, prijs, duurzaamheid, energiever
bruik, bedieningsgemak, etc.
Vergelijkend warenonderzoek helpt de
consument om het voor hem optimale
produkt te vinden. Het relatieve aanbie
ders-informatie-monopolie wordt door
broken. Vergelijkend warenonderzoek
levert een bijdrage aan de werking van
het marktmechanisme. Producenten