geld- en
kapitaalmarkt
niet handhaven maar voor Nederland had dit geen in
terventieverplichtingen tot gevolg. Opvallend was het
verloop van de dollarkoers. De situatie rond de olieprij
zen leidde ditmaal tot een stijgende koers, ondanks het
feit dat de Amerikaanse betalingsbalans de gevolgen
daarvan zal ondervinden. Het zo langzamerhand op
energiegebied self supporting Engeland zag de waarde
van haar munt in één maand met ruim 4 stijgen.
De geldmarktrente kon in het verloop van de verslag
periode wat dalen. De oorzaken hiervoor waren met
name grote Rijksuitkeringen, terwijl ook De Nederland-
sche Bank met speciale beleningen (a 714 in de
markt bleef. Zo werd voor de periode 15 maart-26
maart een nieuwe belening afgesloten (f 1 111 mil
joen) die slechts f 76 miljoen kleiner was dan de voor
gaande. Gezien de marktomstandigheden leek deze
De in geheel Europa oplopende temperaturen in de
maand maart deden de situatie rond het Europese Mo
netaire Systeem (EMS) snel ontdooien, zodat dit op 13
maart van kracht kon worden. Besloten werd dat de
deelnemers aan het EMS (West-Duitsland, Frankrijk,
Italië, België, Nederland, Luxemburg, Denemarken en
Ierland) zullen interveniëren als de koersen van hun
munten onderling meer dan 2,25 (bij Italië 6 van
de vastgestelde spilkoersen gaan afwijken. Dit deel van
de overeenkomst komt in wezen neer op een aange
past slangarrangement. Daarbij is overigens bepaald
dat de interventies meer dan in het verleden in eikaars
valuta's zullen plaatsvinden en minder in de dollar.
Daarnaast is bepaald dat de autoriteiten van de ver
schillende landen geacht worden maatregelen te ne
men als de koers van hun munt uitgedrukt in ECU (in
het Nederlands: Europese valuta-eenheid) een bepaal
de waarde over- en onderschrijdt. De ECU is een reken
eenheid, welke is gedefinieerd als het gewogen gemid
delde van de valuta's van de verschillende in de EEG
deelnemende landen. Zo zit de Duitse mark hier op het
moment voor 33 in en de Nederlandse gulden voor
10,6%. Als de waarde van de gulden 1,5% van de
ECU-waarde gaat afwijken, dan gaat de alarmbel rinke
len en wordt van de Nederlandse autoriteiten veron
dersteld dat zij actie gaan ondernemen. Er behoeft dan
niet te worden geïntervenieerd, maar er dient wel met
de partners in overleg te worden getreden. Voor de an
dere munten geldt er een andere grens, welke kan
worden berekend door 75 van de marge van 2,25
na aftrek van het gewicht in de valutamand te nemen.
Zo geldt bijvoorbeeld voor West-Duitsland dat een ge
wicht van 33 in de mand heeft een afwijking van
75% (100-33) x2,25 1,13%.
De ECU dient voorts als rekeneenheid voor de verreke
ning van interventies en verstrekte kredieten in het ka
der van het EMS, terwijl het tevens als betaalmiddel
tussen de verschillende centrale banken kan dienen.
Het EMS bevat naast het bovenbeschreven wisselkoers
arrangement nog drie andere elementen, namelijk een
kredietarrangement waardoor de mogelijkheden om de
koersen te handhaven werden vergroot; het Europese
Monetaire Fonds waarvan het de bedoeling is dat het
een soort centrale bank van de Europese Gemeen
schap gaat worden en een overeenkomst waarbij aan
Italië en Ierland is toegezegd dat zij voor de ontwikke
ling van hun achtergebleven streken ruimere kapitaal
hulp zullen krijgen.
Doordat meer landen aan het EMS deelnemen dan aan
de oude valutaslang is de kans op interventies groter
geworden. In de eerste weken na haar totstandkoming
viel dat echter mee. Weliswaar was de Belgische frank
zwak ten opzichte van de Deense kroon en kon het Ier
se pond de voorgenomen band met het Engelse pond
belening nogal aan de ruime kant, maar daardoor werd
het de Agent van het Ministerie van Financiën mogelijk
gemaakt voor de tweede maal in 1979 met een schat-
kistpapieremissie te komen. Tegen een rente van
6V4 werd f811 miljoen papier geplaatst. Hoewel de
rente 14 punt hoger was dan bij de voorgaande emissie
in januari blijft het te behalen rendement op dergelijk
papier gering.
Boeiend waren de ontwikkelingen op de weekstaat van
De Nederlandsche Bank. Zo ontving bijvoorbeeld het
Rijk op 15 maart ruim f700 miljoen winstuitkering van
De Nederlandsche Bank (tegen f550 miljoen in 1978)
en werd op 26 maart een nieuwe rekening 'ECU's'
geïntroduceerd. Deze rekening vloeit voort uit de deel
name van Nederland aan het EMS, waarbij is bepaald
dat de centrale banken van de verschillende landen
voor twee jaar 20 van hun goud en deviezen aan het
Europese Fonds voor Monetaire Samenwerking over
dragen. Hiertegenover worden ECU's ontvangen. De
rente op 3-maands interbancaire deposito's kwam in
maart op 7,43 tegen 7,51 in februari.
Op de openbare kapitaalmarkt ging de rente van
8,41 in februari naar 8,58 in maart. Gedurende de
laatstgenoemde maand werd een viertal leningen ge-
emitteerd. Na de in het vorige overzicht beschreven
Staatslening kwam de BNG met een 814 %-lening die
de ongebruikelijke en kortst mogelijke looptijd had van
gemiddeld vier jaar. Deze lening ter grootte van f 175
miljoen werd gunstig ontvangen, zodat het lijkt te ver
wachten dat leningen met een dergelijke korte looptijd
in de toekomst regelmatiger zullen worden uitgegeven.
Nog voor de inschrijvingsdatum van de BNG-lening
was bereikt, werd een 914 %-lening van de Republiek
Indonesië aangekondigd. Vervolgens kwam Bank Mees
Hope met een 8% %-lening met een gemiddelde
looptijd van acht jaar, waarvoor de belangstelling zo
danig groot was dat het emissiebedrag werd verhoogd
van f 100 tot f 125 miljoen.
In het totaal werden in het eerste kwartaal van 1979
10 leningen geplaatst voor een nominaal bedrag van
f2 450 miljoen. Dit bedrag was 20 hoger dan in de
zelfde periode van 1978.