Boven: Anna Maria van Schuurman.
Vader Cats zou een aanzoek hebben
gedaan om haar hand toen zij nog heel
jong was. Doch dit is gebleken even
onwaar te zijn, als dat zij later de vrouw
geweest zou zijn van Jean de Labadie,
grondlegger van de sekte der
Labadisten.
Wel droeg Cats zijn 'Trouwring' aan
haar op met een gedicht onder het
volgende motto:
'Aen 't wonderstuk van onze tyt,
Dat ghij, o jonkvrouw Schuermans zyt'.
Onder: Jean de Labadie.
uit onze historie
dan stijgt het pad enigszins. Men be
vindt zich immers op een terp? Die terp
is, evenals alle Friese terpen, afgegra
ven. De terpaarde moest dienen om
arme gronden te verrijken en werd dus
verkocht om elders als een vorm van
'kunstmest' te dienen. Uiteraard moes
ten kerk en dorp daarbij gespaard wor
den. Het is duidelijk te zien aan een vrij
steile kant, dat tot daar aan toe de af
graving is gebeurd.
Vlakbij die steile wand bevindt zich het
kantoor van de Bank te Wieuwerd.
Na afloop van het passeren van de op-
richtingsacte der Bank werd op 25 april
1908 bij Schuurmans te Bozum de eer
ste Algeméne Vergadering gehouden.
Die oprichtingsacte kostte f 55,-, een
niet onaanzienlijk bedrag.
Het eerste bestuur werd gevormd door
de heren P. H. van der Meer uit Wieu
werd (voorzitter), S. de Witte uit Bozum
(secretaris) en J. S. Wiersma uit Brits-
werd (tweede voorzitter).
Op hun handelingen zou nauwlettend
toezicht worden gehouden door de
Raad van Toezicht. De eerste leden
daérvan waren de heren A. Rusticus uit
Bozum (voorzitter), W. Gietema uit Bo
zum (tweede voorzitter) en H. Hofstra
uit Wieuwerd (secretaris). Terugblikker
hoopt dat de woonplaatsen van deze
heren door hem juist zijn weergegeven.
De notulen zijn wat dat betreft niet he
lemaal duidelijk.
A. Wiersma was bereid kassier te wor
den, maar hij stelde wel als voorwaarde
dat hij in speciale gevallen de hulp van
de voorzitter zou mogen inroepen.
Artikel 2 van het concept huishoudelijk
reglement deed een lid vragen, waarom
elk jaar 50 cent contributie betaald
moet worden. Hij acht dit overbodig en
stelt voor om één keer, bij toetreding,
contributie te heffen.
Voorzitter had daarop een heel goed
antwoord: 'De voorloopige commissie
heeft dit artikel zoo gesteld omrede dat
als een lid in het geheel geen gebruik
der Bank maakt, dit toch een kleine te
gemoetkoming voor de Bank is. Boven
dien behoeft deze luttele som voor nie
mand bezwaar te hebben.'
Voorzitter was zijn tijd vér vooruit met
deze 'bereidstellingsprovisie'. Bijna ie
dereen was het met hem eens. De eer
ste saldo van f 343,52. Dat klinkt niet zo
best, maar als bijlage bij deze rekening
werd door de Voorzitter medegedeeld
dat 'wanneer de rijkssubsidie ingeko
men was, dit saldo met f 175,- vermin
derde, daarbij voegende inkoopkosten
van brandkast en boeken f 182,50, sa
men f357,50, zoodat dan het nadeelig
saldo verandert is in een voordeelig sal
do ad f 13,98'.
De optimist maakte aldus van steenkool
suikergoed. Zijn berekening klonk in ie
der geval béter dan de officiële. Toch
had het bestuur de moed niet om nu al
het salaris van de kassier te verhogen.
Het verblijdt voorzitter echter dat de le
den de capaciteiten van de kassier
waarderen, die dit ook ten volle ver
dient. Gelukkig was kassier het met dat
niet-verhogen voorlopig nog wel eens.
Het optimisme van voorzitter was niet
ongegrond. Het jaar 1909 leverde een
voordelig saldo op van f 146,84.
De inspecteur van de Centrale Bank was
het trouwens ook met hem eens. Het
kostbare inspectierapport werd dienten
gevolge zorgvuldig in de brandkast op
geborgen.
Spaarders over de grenzen
Het lijkt wel of 'Wieuwerd' internatio
naal bekend werd. Per eind december
1910 waren spaarboekjes in omloop
met inlagen zelfs uit Amerika en Duits
land. Zou dat ook al vluchtgeld of zwart-
geld zijn geweest of geld dat emigran
ten reserveerden voor de tijd waarin zij
weer in Wieuwerd zouden wonen?
Wie het kleine niet eert is het grote niet
weert. Gedachtig deze oude wijsheid
deelde de voorzitter in 1912 mede dat
de zitting, des dinsdags in Sneek in café
de Nieuwe Doelen niet meer in een
aparte kamer gehouden zal worden. 'De
f 12,50 daarvoor jaarlijks verschuldigd,
konden geene rente doen.'
Het wordt wel gezelliger want kassier
zal op de gewone tijd in de benedenzaal
aanwezig zijn.
Het openingswoord van de voorzitter bij
de algemene vergadering van maart
1915 zal wel uitvoerig zijn geweest en
met belangstelling zijn aangehoord.
Voorzitter 'staat enkele oogenblikken
stil bij de eerste Augustusdagen van
1914 toen als 't ware de financiële we
reld door den grooten oorlog op den kop
stond, verheugt zich dat de Boerenleen
banken zich over het algemeen goed
hebben gehouden, al ontstond ook en
kele dagen stagnatie; gelukkig had onze
bank er weinig last, want de inleggers
vertrouwden blijkbaar hun zaak.'
Voorzitter was voor dit alles zeer dank
baar vanzelfsprekend. Utrecht was niet
zo ver weg, of er werd wel een afge
vaardiging naar de Algemene Vergade
ring van de Centrale Bank gezonden, die
in januari 1915 onder andere vernam
dat besloten was tot uitgifte van een of
ficieel orgaan, de Raiffeisen-Bode tegen
een abonnementsprijs van f0,50 per
jaar. Spontaan gaven twee leden zich
als abonne op.
Bij de rondvraag werd de leden in over
weging gegeven om zich, wanneer er
iets is dat hen niet bevredigt, zich tot
het bestuur te wenden 'om te voorko
men dat er een verkeerde klank van
onze bank uitgaat.'