uit onze historie IMaar het land van de pompeblêden Op weg naar het beloofde Winsum komen we in Wieuwerd, een kleine maar wel zeer interessante plaats, niet ver van Sneek gelegen. Reeds in 1896 verscheen de eerste druk van het boekje Wieuwerd en zijn historie, geschreven door Jacob Hepkema. Dat boekje beleefde in 1977 zijn tiende druk. Geen wonder, want het is nog altijd een prettig leesbaar werk je. Niemand zal het Terugblikker kwalijk nemen dat hij enkele wetenswaar digheden daaruit overneemt. Wieuwerd is een van de terpdorpen en het plaatsje moet vroeger zeer welva rend zijn geweest. Die welvaart was en dat is thans nauwelijks meer in te denken - te danken aan de zeevisserij, die mogelijk was omdat tot ongeveer in de dertiende eeuw de Middelzee vanaf de kust bij Ameland tot bezuiden Sneek het land binnendrong. De Middelzee slibde dicht en nu nog kan men de oorspronkelijke dijken van de vele watergangen herkennen in talrij ke bochten van de landwegen in de Greidhoek van Friesland. Wieuwerd werd een dorp waar men zich toelegde op veeteelt en de zuivel bereiding, want de zware kleibodem was voor bouwland minder geschikt. Het dorp was een strategische plaats, onder andere tijdens de zeer bloedige twisten tussen Schieringers en Vetko- pers. Toen daaraan een eind kwam werd zijn naam lange tijd bijgeschreven in het 'vergeetboek', tot in het laatst der zeventiende eeuw de sekte der Labadis- ten zich aldaar vestigde. Mummies in de grafkelder Na het verdwijnen van deze sekte dacht vrijwel niemand gedurende ongeveer veertig jaren aan Wieuwerd. Tóen ech ter werd een zeer bijzondere grafkelder onder de kerk ontdekt; zo bijzonder dat daar jaarlijks duizenden bezoekers ko men kijken. Nu nog weet niemand wat de oorzaak ervan is dat 'stoffelijke over schotten' die onder de kerk hun rust plaats vonden, aldaar volkomen ge- mummificeert zijn en in goed herkenba re staat bewaard gebleven. Het is niet erg griezelig om deze mummies te zien. In vroeger jaren heeft men zich niet ont zien om 'als herinnering', als souvenir zouden wij nu zeggen, stukken van de gedroogde lijken af te scheuren en mee te nemen. Men denkt zelfs het over schot van de zeer geniale Anna Maria van Schuurman te hebben gevonden, evenals een deel van een kunstgebit dat misschien aan haar heeft toebehoord en gemaakt was van een koeierib of iets dergelijks. Loopt men langs de Hervormde Kerk Mummies in de grafkelder van Wieuwerd. Men denkt het stoffelijk overschot te hebben gevonden van de geniale Anna Maria van Schuurman, eveneens een deel van een kunstgebit, uit een koeierib gemaakt, dat aan haar zou hebben toebehoord.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 33