HYPOtïrf^'" SSSSStSWK »3P!tfSa3^:: HYPOTHEKiff1§£F- TOT 130°>fe^. ;ïT.r,r,r,"i De icfëaallenii .v, •I voor academici, leraren en ambtenaren. agg^-^aaa» „r,:. 2??? -2®E 5 JïKECSÏfe r^T^e. iEWAKKEt-UK^O wedWt2e\l Pets. tegenlag®ta"®. ^P bO!^r^e>0, fleeM"1 1 MP 0°°"'" Sd ge®n in' V AV» |f ,00 IS 60 X 161,81 prnrd ,^tóar^igen en «i di®in 0000.- IS 60 x 216,00 P mno^oo, ieoww". wotdiJw 3000 - IS 96 z 229,0? p mnd^aarbij u kos,®5S!S eventuele lopende krediete 7000 IS 96 X 299,10 pmnd; te- ne, W»""®"^1 ^e,,^ nfKffK |l net voor 1 en 2 hypotheek ^JSfmdiet van maximaal f 50,000 I 30000,-is 120x415,90p.mnd. eenWancoMW 'nkol2?1.,D„ 140000 IS 120 X 651,07 p.mnd S ook na het afldurtwi Kont,nu krediet: U begint.- ^nt«extract Wijft voortdoen betalen wanneer gef van sinnrbee den nomen, het atg- Enkele VOOTDeo'^ CTBEDR is direkt wef AFLOSSING f 60 •js altijd gel I MAANDEUJK5EA f gK> mssinp |A8xflS® f 16.000 60x' 19^ f20.000 t 72xf 319,© 23,000 84*v®?.20;;;.f 36 000 8«U>* ••'r -V^ean^re'mc^eliikheden konkurr»r#ndt rtntt "nn VQnr landelijke h« tof 30v overbruggingskredieten °°r jI twaad» hypotheken met «k- -optljd v» consumptief krediet Hoewel het doorlopend krediet opper vlakkig beschouwd zou kunnen uitno digen tot het financieren van de gewo ne, dagelijkse uitgaven zijn hierover geen harde cijfers bekend. Op dit mo ment is van het totaal verstrekte con sumptieve krediet slechts dit bekend: circa 30 procent wordt besteed voor de aankoop van personenauto's, meubels en andere goederen voor woninginrich ting (inclusief audio-visuele-apparatuur) en onderhoud en verbetering van de ei gen woning. De overige bestedingen hebben onder meer betrekking op re creatie en sport. Luxe kan tot armoe leiden Uit de bovenstaande cijfervoorbeelden voor de verschillende inkomensgroepen en uit de landenvergelijking blijkt wel dat er geen reden is te beweren dat ons land in de greep van de overkreditering is gekomen. Integendeel, er is theore tisch nog ruimte voor groei van het con sumptief krediet. Dat is het macro-eco nomische beeld. Als we naar de afzon derlijke gezinnen kijken moeten we ech ter erkennen dat er toch elk jaar een aantal debiteuren is voor wie de uit wei vaart geboren luxe van een krediet is omgeslagen in armoe, omdat men de leningsverplichtingen niet kan nako men. Het zijn die gevallen van overkre ditering, waarover gemeentelijke kre dietbanken, die in de praktijk nogal wat brokkenmakers op hun dak krijgen, de noodklok hebben geluid. Het zou daarbij gaan om enkele honderden (1 a 1,5 pro cent van 60 000 verstrekkingen) geval len per jaar. Geen grote aantallen, maar het is begrijpelijk dat deze kredietban ken, gezien hun teruglopende aandeel in de markt en gezien het feit dat ze daar door relatief het meest met de trieste gevallen in aanraking komen alarm slaan. In vergelijking tot de gemeente lijke banken tellen de andere banken en financiële instellingen minder brokken makers onder hun debiteuren. Zij schrij ven jaarlijks 9000 personen (3500 bij de banken en 5500 bij andere financiële in stellingen) af als wanbetalers. Dat komt bij 1,8 miljoen verstrekte kredieten neer op een half procent. Voor 3 procent van de gevallen, ofwel 54 000 debiteuren (21 OOO bij banken en 33 000 bij andere instellingen) worden jaarlijks speciale betalingsregelingen getroffen. Uit het bovenstaande volgt dat percentueel ge sproken het aantal brokkenmakers ge ring is. Toch is het zonder meer mis plaatst om deze percentages gering schattend aan te halen. In absolute ge tallen immers gaat het toch nog om een flinke groep. Om eens een beeld te ge bruiken: het getal van 54 000 komt bijna overeen met de maximale bevolking van het Feijenoordstadion in Rotterdam. Cumulatie Hoe ontstaan deze gevallen? Hoe kan het dat de aanvankelijke luxe voor een heel stadion mensen uiteindelijk tot ar moe leidt en bij wie gaat het mis? Naar onze mening is de oorzaak van overkre ditering naast eventuele beoordelings fouten bij het verstrekken van consump tief krediet door een bonafide financiële instelling een cumulatie van schulden, aangegaan bij of via instellingen die niet zijn aangesloten bij het Bureau Krediet- Registratie, BKR, in Tiel. Instellingen die te soepel zijn in hun kredietverlening. Hierbij valt te denken aan postorderbe drijven, autofinancieringsbedrijven, en kele financieringsmaatschappijen en niet te vergeten financieringsbemidde laars, die vaak via opdringerige adver tenties hun diensten aanbieden. Tevens kan gewezen worden op bepaalde ver kooptechnieken, zoals het thuis invullen van een aanvraagformulier. Waarschijn lijk is de stijging van het marktaandeel van de spaarbanken, waaronder de Rijkspostspaarbank ressorteert, van 2,8 procent in 1976 tot 7,2 procent in 1978 hier niet vreemd aan. Opvallend was ook de groei van het doorlopend krediet bij de Rijkspostspaarbank en de overige spaarbanken (grotendeels de Bonds spaarbanken, die veelal lid zijn van het BKR). Deze was bij hen 120 procent in 1978, tegen 16 procent bij de banken en 59 procent bij de financieringsmaat schappijen, waar ook niet bepaald spra ke is van een geringe groei. Bij de finan cieringsmaatschappijen is zowel het ge middeld bedrag aan uitstaande geldle ningen als aan doorlopend krediet aan zienlijk hoger dan bij de banken, en wel 4313 gulden respectievelijk 2341 gul den. Ook de looptijd is 2 a 3 maanden langer dan bij de banken. Toch zou naar de mening van de financieringsmaat schappijen, die bij de Vereniging van Fi nancieringsmaatschappijen Nederland (VFN) zijn aangesloten slechts V2 pro cent wanbetalers per jaar voorkomen. Van de niet bij de VFN aangesloten fi nancieringsmaatschappijen, weliswaar een zeer gering percentage van de markt en van voornamelijk de bemidde laars - de duistere zijde van het finan- cieringsbedrijf - zijn geen gegevens be kend. Brokkenmakers Bij de brokkenmakers gaat het in veel gevallen om jonggehuwden, die schul den aangaan op basis van twee inko mens (bij het bepalen van de lasten-/in- komensverhouding wordt veelal het in komen van de vrouw voor een gedeelte meegeteld), terwijl zich al spoedig de geboorte van een kind aankondigt, dat, wat de afbetaling van de schuld betreft, de planning in de war gooit. Eveneens kan het zijn dat een cliënt op het mo ment van afsluiten van een consumptie ve lening kredietwaardig is naar maat staven van een te goeder naam en faam bekend staande financiële instelling, maar buiten zijn 'schuld' niet in staat is zijn schulden te voldoen. Dat komt voor bij scheiding (één op de vier huwelijken strandt op dit moment), langdurige ziek te, invaliditeit (WAO) of werkloosheid.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 26