jaarlijkse
ontmoeting met
pers
De entourage van de gebruikelijke persconferentie, waarbij de cijfers
en de gang van zaken in onze organisatie aan de hand van het
concept-jaarverslag worden bekend gemaakt, was vorige maand in
ieder geval anders dan anders.
Voor het eerst ontvingen we onze gasten van de internationale,
landelijke en regionale pers, waarbij natuurlijk vertegenwoordigers
van de financiële en agrarische vakbladen, in eigen huis. 'Een
experiment,' zei de heer Lardinois, maar de accommodatie van ons
Utrechtse hoofdkantoor bleek er zich in ieder geval uitstekend voor te
lenen.
De sfeer leed er in ieder geval niet
onder. Die was zoals we gewend zijn:
gewoon ontspannen en openhartig. Dat
ligt trouwens helemaal in de aard van
de heer Lardinois en van zijn collega's,
de heren Bakx, Duisenberg en Van Eldik,
die voor de centrale bank optraden.
Bovendien, zij en hun gasten zijn elkaar
veelal wel reeds bij andere
gelegenheden tegengekomen, zodat we
geen vreemden tegenover elkaar zijn.
Geen wonder, dat er soms gelach en
gegrinnik opsteeg, want zo'n
gezelschap weet waarover het gaat,
bijvoorbeeld toen Lardinois met een
knipoog naar collega Duisenberg met
veel nadruk sprak over 'onze
uitstekende huidige minister van
Financiën'.
Nu het perscommuniqué reeds in ons
vorige nummer is gepubliceerd en de
pers reeds over de persconferentie
bericht heeft, stippen we hier slechts
een korte 'Auslese' van de onderwerpen
aan, die op de bijeenkomst aan de orde
kwamen.
Natuurlijk de naaste toekomst. De
rentemarge zal in 1979 vermoedelijk
minder verkrappen dan in 1978. Dat is
welkom, want al zijn we over het
winstcijfer over 1978 niet ontevreden,
het heeft geen gelijke tred gehouden
met de grote groei van ons balanstotaal.
Door die,groei is ons binnenlands bedrijf
overigens veruit het grootste onder de
Nederlandse banken gebleven. Die groei
zal in 1979 wel voortgaan, maar iets
minder sterk dan in 1978, waardoor de
reservering de winst meer in
evenwicht zal kunnen komen met de
totale groei. Conjunctureel toonde het
laatste kwartaal van 1978 in ons land
Onze hoofddirectie
ontmoet de financiële
pers bij de presentatie
van de jaarcijfers. Achter
de tafel van links naar
rechts: dr. W. F.
Duisenberg (vice-
voorzitter), ir. P. J.
Lardinois (voorzitter), A.
M. Tuk (hoofd externe
voorlichting), belast met
de leiding van de
persconferentie, drs. F. P.
J. Bakx en drs. Ft. B. J.
van Eldik (leden van de
hoofddirectie).
een begin van industriële opleving.
Voortzetting daarvan zal natuurlijk een
positieve invloed hebben, maar over de
verwachte duur en de kracht van de
opleving lopen de meningen uiteen. Met
name is hier ook een afhankelijkheid
van de conjuncturele ontwikkeling in
West-Duitsland. De kredietaanvraag zal
maar nauwelijks achterblijven bij die
van 1978. En dat kan moeilijkheden
geven. Duisenberg wees erop, dat over
1979 aan de gezamenlijke banken een
kredietexpansie van zo'n f4 miljard is
toegestaan. Dat is te weinig voor de
groeibehoeften. Met name voor de
woningfinanciering zal daarom een
doorgaand, zij het relatief wellicht iets
minder sterk, beroep gedaan moeten
worden op lange middelen (pandbrieven
e.d.), waardoor de opwaartse druk op
het renteniveau niet sterk zal
verminderen. Overigens hebben de
woningprijzen inmiddels een dusdanig
hoog niveau bereikt, dat we bij
handhaving van 4 a 5 procent inflatie de