buiten gaats 10 de rol van het goud scheepse goudverkopen op den duur niet averechts zou kunnen uitwerken. De goudprijs Alhoewel de monetaire betekenis van het goud zou moeten afnemen, is het opvallend dat in tijden van valutaire spanningen de goudprijs omhoog vliegt. Duidelijk werd dit vorig jaar gedemon streerd aan de hand van het koersver loop van de Amerikaanse dollar. Eind oktober 1978, daags voor de bekend making van het dollarreddingsplan, was de dollarkoers extreem laag. Tegelijker tijd bereikte de goudprijs onder andere op de Londense goudmarkt een hoogte punt. Gelijktijdig met het oplopen van de dollarkoers daalde de goudprijs ver volgens weer. De laatste maanden doet zich echter een ontwikkeling voor, waarbij de relatie goudprijs/dollarkoers zwakker wordt. Bezien we de marktsi tuatie, dan blijkt het aanbod van goud op niveau te blijven. Aan de vraagzijde is er echter sprake van een vergrote be- j langstelling. Met name de wat zwakke re landen zien beleggingen in goud als een goed middel tegen de voortdurende ontwaarding van hun reserves. Vooral j landen uit het Midden-Oosten laten zich wat dit betreft niet onbetuigd. Het be lang dat de niet-Westerse landen in het goud stellen, kwam onlangs ook tot ui ting in de plannen van Zuid-Afrika en j Saoedi-Arabië om goud als betaalmid del te gebruiken voor olieleveranties. Behalve dat er op deze wijze minder goudaanbod van Zuid-Afrika op de markt is te verwachten, werkt deze dui- i delijke belangstelling voor goudbezit van de zijde van Saoedi-Arabië een stij- ging van de goudprijs in de hand. Een andere belangrijke ontwikkeling die de demonetisering van het goud tegen- i werkt, ligt besloten in de oprichting van het Europese Monetaire Fonds (EMF). Het EMF speelt een belangrijke rol in het goed functioneren van het nieuwe Europese Monetaire Stelsel. Bepaald is nu dat het werkkapitaal van het EMF voor een belangrijk deel uit goud zal be- staan, hetgeen in feite in strijd is met de plannen van het IMF de monetaire rol j van het goud terug te dringen. Zolang de belangstelling voor goud uit monetair oogpunt aanhoudt, mag wor den verwacht dat ondanks de demone- tiseringsplannen van het IMF, de prijs van het goud relatief hoog zal blijven. Macrokanten van consumptief krediet Mijn schip ligt op de koers zuidelijk van het lichtschip 'Noord Hinder' op weg naar de Engelse zuidkust en met voorlopige bestemming Cowes, Isle of Wight. Stroom en wind bezorgen haar een vaart over de grond van rond ne gen knopen. Een matige tot krachtige wind uit zuidoostelijke richting geeft Si- mon den Danser juist zo weinig drift dat vrijwel geen koerscorrectie behoeft te worden toegepast. De bemanning bestaat uit enkele oudgedienden van vorige tochten. Een nieuweling, die de nukken van Simon den Danser nog niet kent, verdient zijn dagelijks brood als macro-econoom op het ministerie van financiën. Een knappe man die alles in het groot ziet, een typische 'aggre- gator'. Het verschijnsel wind plaatst hij onmiddellijk in het kader van heersende sys temen van lage- en hogedrukgebieden op het westelijk halfrond. Weinig bruikbaar voor het navigeren van het schip over zo korte afstand. In het dagelijks werk komt zijn vermogen tot aggregatie van pas en levert ver rassende visies op, juist op het terrein waar hij verantwoordelijkheid voor draagt: de ontwikkeling van het consumptief en afbetalingskrediet. Op macro-economisch niveau, zegt hij, wordt het consumptief krediet statis tisch gedefinieerd als een financieel-economiscHe variabele, waarvan de om vang en de vorm sterk worden beïnvloed door overheidsmaatregelen. Op het niveau van de consument die als individu handelt, wordt de beslissing tot en dus de omvang van het krediet als het ware bepaald door de 'verzoening' van twee uiteenlopende soorten van beslissingen: uitgeven of sparen. De twee kanten in het consumptief krediet: de tastbare vraag naar goederen enerzijds en de daarmee verband houdende vraag naar krediet anderzijds plaatst het onmiddellijk in twee zeer gevoelige macrosectoren van de econo mie: de particuliere consumptie en de kredietverlening. En dus in de belang stellingssfeer van de overheid. In menig land is overheidsbeïnvloeding van het consumptief krediet vaste re gel. Dit wordt dan op verschillende gronden verdedigd: - Koopkracht veroorzaakt door kredietverlening draagt bij tot bestedingsin flatie. In tijden waarin de vraag groter is dan het aanbod van goederen zal het volledig vrijlaten van het consumptief krediet de inflatie doen aanwakkeren. Deze procyclische werking van het krediet rechtvaardigt derhalve het opleg gen van reguleringsmaatregelen. - De neiging bestaat om consumptief krediet aan te wenden voor een be perkte soort van goederen. Dit heeft het ongewenste bij-effect dat exportmo gelijkheden van bepaalde goederen in de war worden geschopt dan wel dat een sterke import van bepaalde goederen wordt bewerkstelligd. - Deze dikwijls ongewenste effecten van consumptief krediet, alsmede de kans op inflatie kunnen aan de andere kant bij een beïnvloeding van het kre dietvolume een recessieve economie uit het slop halen door een stimulering van de vraag. De twee meest belangrijke handvatten om consumptief krediet te beïnvloe den zijn het minimum van het aflossingsbedrag en het maximum van de af lossingsperiode. Beide hebben een direct effect op het gat tussen de totale schuldenlast en de actuele betalingsverplichtingen. Om de economie te sti muleren wordt de kredietbeheersing versoepeld hetgeen leidt tot een toena me van de vraag. Om de economie wat af te koelen kunnen maatregelen wel ke leiden tot hogere aflossingsbedragen en kortere afbetalingsperioden het gat tussen schuldenlast en betalingsverplichtingen verkleinen en dus de vraag doen verminderen. Als ik zijn betoog ten minste goed begrepen heb Inmiddels wordt 'Noord Hinder' over stuurboord gepeild, de vaart zit er nog steeds goed in. De overheid behoeft niet in te grijpen. Onze man van finan ciën kruipt in zijn kooi. C. G. Compaen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 12