de cliënt, de bank en het gewone sparen X Praat of schrijft nou niemand meer eens over het sparen Je zou het haast gaan denken, want het onderwerp sparen is de laatste jaren veel minder in trek dan de krediet verlening in ai zijn facetten. Mij deed het in ieder geval goed dezer dagen een knap doorwrocht intern rapport van de centrale bank te lezen, dat nu eens hele maal over het sparen ging. Het hele gewone sparen wei te ver staan. En dan weet ook iedereen, wat dat is. Daar hebben we heus geen fraaie definities voor nodig, zoals 'het afzien van onmiddellijke besteding van be schikbare middelen door die te reserve ren voor het opvangen van toekomstige financiële gebeurtenissen.' Sparen is immers nog steeds in het spraakgebruik 'iets opzij leggen voor later'. Dat ver warren we niet gauw met het 'sparen' dat we tegenkomen in termen als natio nale besparingen of in sparen achteraf. De echte gewone spaarder vindt de laatste term trouwens terecht mis- j plaatst, ai zal hij best wel eens een con sumptief krediet nemen, zonder over- creditering dan! Toegegeven, het gewone sparen lijkt 'minder gewoon' geworden dan vroeger. Daarmee bedoel ik niet, dat het minder gebruikelijk is. in te gendeel, we zien elk jaar spaarrekenin- gen en spaartegoeden in getal en om- vang toenemen. Zelfs onder de koorts achtige inflatie van de laatste jaren, boekte het gewone sparen voortgang, wat minder snel dan anders, maar tóch Het mag dan wat afgeremd zijn door de komst van het consumptieve krediet, dat immers mee door de hoge inflatie graad meer de financieringsgeneigdheid dan de spaargeneigdheid bevorderde, de vaart is er gelukkig in gebleven. Een vaart, die met het terugdringen van de inflatie, weer aan snelheid blijkt te win nen. Bij 'minder gewoon' denk ik echter aan de enorme variatie van spaarvormen en condities, die de gewone spaarder te genwoordig ten dienste staan. Heel an ders dan het eenvoudige spaarboekje van vroeger, waarop je simpel geld in legde, of geld opnam ais je het wilde en waarop dan jaarlijks de rente werd bij geschreven. Wie had toen weet van het onderscheid tussen direct opvraagbare spaarrekeningen, rekeningen met op zeg of vaste termijn in tal van soorten, premierekeningen, jeugdspaarregelin- gen enz. enz., die we nu onder veelal pakkende benamingen tegen kunnen komenDe spaarder van nu kan te kust en te keur terecht, hij kan door zijn keu ze zelf de richting van zijn spaaractiviteit en de hoogte van de rente beïnvloeden. Dat is allemaal heel mooi en juist, als we maar niet vergeten, dat deze ontwik keling onze adviseringstaak op spaarge- bied duchtig onderstreept. Voor de doorsnee spaarder zat het vaak moeilijk zijn door afweging de voor hem meest geschikte spaarvorm te kiezen. Hij zal dat sparen daardoor wellicht minder gewoon vinden dan hij aanvan kelijk dacht. En toch, in de grond van de zaak is er in en met dat gewone spa ren eigenlijk nauwelijks iets ver anderd. Want waarom sparen de men sen? in het bovenbedoelde rapport las ik de uitkomsten van een uitvoerig, we tenschappelijk onderzoek. Eigenlijk niets nieuws onder de zon. Verreweg het be langrijkste spaarmotief, door 48 van de ondervraagden genoemd, is 'als er wat gebeurt', daarna komt, bij23 van de ondervraagden, 'als er grote uitgaven komen', terwijl ook de 'nabestaanden' het als spaarmotief van 16 van de on dervraagden nog redelijk goed doet. j Alle andere spaarmotieven scoren een veel lager percentage; zo blijkt de hoog te van de rente zeker niet het primaire aspect van een spaarvorm te zijn. Te genover die spaarmotieven moeten we de door ons geboden spaarmogelijkhe- den leggen en de vraag is dan: vindt de spaarder hetgeen hij wenst in onze spaarvormen terug? Ons rapport beant woordt die vraag beslist bevestigend, ai geeft het wel enkele suggesties voor verbetering. Op gevaar af dat ik het evenwichtige betoog van het rapport al te zeer simplificeer wil ik dat antwoord j wat verduidelijken. Het belangrijkste motief voor het gewo ne sparen - 'als er iets gebeurt' - duidt op iets onvoorzienbaars, een uitgave die plotseling gedaan moet worden. Daar voor moet het spaarbedrag op het mo ment van de gebeurtenis direct beschik baar zijn. De geëigende spaarvormen in deze gevallen zijn dan ook die van de di rect opvraagbare spaarrekeningen. Geen wonder, dat 77 van onze spaar rekeningen f55 van het totale spaar tegoed) thans direct opvraagbaar zijn. Een opzegtermijn zou hier zeker niet bij de behoefte van de cliënt passen. Dat wordt anders als gespaard wordt voor iets dat min of meer voorzienbaar is. Grote uitgaven, de wens om iets spe ciaals te kopen, zien we meestal enige tijd van te voren aankomen. Daar kun je bewust naar toe sparen, en zelfs als je het doel nog niet weet, kun je daarvoor heel goed een spaarvorm met een lan gere of kortere opzegtermijn kiezen, waarbij hogere rente wordt verkregen. Met het 'nabestaanden' motief ligt het misschien iets moeilijker: enerzijds is er de onzekerheid van het tijdstip van overlijden, anderzijds zal de spaarperio de vaak vrij lang zijn. Een spaarvorm met een niet te lange opzegtermijn lijkt hier op zijn plaats. Natuurlijk is de praktijk veel inge wikkelder dan ik hier in het kort aangaf. De enkeling volgt ook niet altijd het schabloon van de massa: er zijn nu eenmaal impulsieve kopers en kopers die naar de koop toeleven en er voor sparen. Maar het bovenstaande toont toch wel goed aar,, dat ons rijkge schakeerde pakket aan spaarvormen en de essentiële behoeften van de gewone spaarder heel goed met elkaar in de pas lopen. Die behoeften - vooral voor on voorziene gevallen en daarnaast ook voor in redelijkheid voorzienbare geval len - zijn onveranderd gebleven. Zij zijn als het ware karakteristieken, die het gewone sparen door de tijden heen bij blijven. De spaarvormen zijn echter sterk in verscheidenheid toegenomen en verfijnd aan de behoeften van de spaarders aangepast. Voor sommige spaarders misschien te verfijnd, in ieder geval moeten we de eenvoud in de vari atie zien te bewaren en voorkomen dat het de spaarder door ai die spaarmoge- lijkheden gaat duizelen. Eenvoudige, eerlijke advisering en voorlichting is daarvoor het beste middel. Wij banken kunnen daarmee iedere spaarder laten zien dat dat gewone sparen voor hem en voor ons nog iets heel 'gewoons' is en blijft! JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1979 | | pagina 9